Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Verbeet (PvdA) over een toetsingscommissie en levensbeëindiging van pasgeboren kinderen/baby's (2020308810).

1.
Kent u de krantenberichten "Doden zieke baby's zaak van Justitie" en "Loslaten uit liefde"? Klopt het dat u heeft besloten geen toetsingscommissie in te stellen waar artsen levensbe- eindiging van pasgeboren kinderen kunnen melden?

2.
Bent u op de hoogte van het voornemen van het vorige kabinet om een toetsingscommissie in het leven te roepen voor levensbeëindiging bij enkele bijzondere categorieën patiënten? Bent u tevens op de hoogte van het advies van de "Overleggroep toetsing zorgvuldig me- disch handelen rond het levenseinde bij pasgeborenen" uit 1997, waarin zij pleit voor een aparte toetsingscommissie ter zake? Op grond waarvan heeft u besloten deze adviezen niet op te volgen?

1 en 2.
De eerste twee vragen kunnen bevestigend worden beantwoord. Gelet op de demissionaire status van het kabinet kan een beslissing over het instellen van een commissie voor de toet- sing van levensbeëindiging van ernstig gehandicapte pasgeboren kinderen nu niet worden genomen.

3
Deelt u de mening dat het instellen van een toetsingscommissie ervoor kan zorgen dat art- sen levensbeëindiging van pasgeborenen eerder zullen melden, en dat dit de zorgvuldigheid en de openheid van de procedures ten goede kan komen?

3.
Zie beantwoording onder 1 en 2.

4.
Wat vindt u van het protocol dat het Academisch Ziekenhuis in Groningen hanteert voor de medische besluitvorming van pasgeborenen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden? Bent u be- reid dit protocol bij andere ziekenhuizen aan te bevelen?

4.
Het Academisch Ziekenhuis in Groningen heeft mij medegedeeld dat het protocol dezelfde elementen bevat voor een zorgvuldige besluitvorming, die de beroepsgroep in het bovenge- noemde advies van de overleggroep in het protocol heeft geformuleerd. Bovendien is het protocol van het Academisch ziekenhuis met het OM besproken.

5.
Deelt u de mening dat in gevallen van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van pasgeborenen steun aan artsen, ouders en kinderen - bijvoorbeeld in de vorm van een vraagbaak - van het grootste belang is? Wat vindt u in dat verband van het werk van de Stichting Dilemma? Welke bijdrage bent u bereid te leveren aan de ondersteuning van artsen, ouders en kinderen op deze voor hen zeer moeilijke momenten?

2

5.
Ik onderschrijf het belang van een ondersteuning van alle betrokkenen bij de besluitvorming in zulke buitengewoon moeilijke situaties. De stichting Dilemma kan daarbij een wezenlijke taak vervullen en bemiddeling voor advies en overleg initiëren en uitvoeren. Het in de eerste vraag aangehaalde artikel uit de Volkskrant van 8 maart jl. gaat daar uitvoerig op in. Naar mijn mening is het aan de beroepsgroep zelf - en andere betrokkenen - om te wijzen op de werkzaamheden van de Stichting Dilemma.


---- --