Bedrijfsfonds voor de Pers
Bezwaar Metro niet ontvankelijk
03-apr-03
Het Bedrijfsfonds voor de Pers heeft het bezwaar van Metro Holland BV tegen het besluit van 28 oktober 2002 van het fonds een uitkering van ¤ 359.830,- beschikbaar te stellen aan de Vereniging De Nederlandse Dagbladpers voor een gezamenlijk project, inhoudende de voorbereiding van een regionale proef en landelijke uitrol van de gezamenlijke bezorging van dagbladen, niet ontvankelijk verklaard. Metro heeft naar het oordeel van het bestuur onvoldoende rechtstreeks belang bij het subsidiebesluit.
De subsidie is aan de NDP toegekend ten behoeve van de voorbereiding van een proef die erop gericht is met behulp van een gezamenlijke bezorgorganisatie een oplossing te bieden voor de problemen die het bij de abonnees thuis bezorgen van dagbladen oplevert. Achtergrond van het project is dat door terugloop van het aantal (jeugdige) dagbladbezorgers tijdige bezorging van bepaalde dagbladen in bepaalde gebieden problematisch wordt. De subsidie betreft een deel (ca. 40%) van de totale kosten van de voorbereiding van de proef. De subsidieverlening is derhalve niet bedoeld voor een aanbod dat zich richt op het marktsegment waarin Metro opereert, met andere woorden: de subsidie is niet gericht op de beschikbaarstelling van dagbladen op stations, zoals met Metro en haar concurrent Spits gebeurt. Spits wordt niet bij abonnees thuis bezorgd, net zo min als Metro. Spits is bovendien, net als Metro voor een ieder verkrijgbaar, en werkt niet met abonnees. In zoverre is het belang van Metro niet direct bij het subsidiebesluit betrokken. Daaraan doet niet af dat de Spits vanwege het organisatorisch verband waarvan zij deel uitmaakt - haar uitgeefster Basismedia BV is een dochteronderneming van De Telegraaf BV, die lid is van de NDP - ook in het kader van de proef in de distributieplanning van De Telegraaf wordt opgenomen, zoals dat vóór de proef ook al het geval was. Daarmee is de proef nog niet gericht op Spits. Dat het besluit de belangen van Metro toch rechtstreeks raakt is niet voldoende aannemelijk gemaakt. Het bestuur wijst er verder op dat de subsidie niet rechtstreeks is gericht op het ontstaan van een concurrerend aanbod, dus op de toetreding (van Spits) tot de markt. De bestreden subsidie is bovendien bedoeld voor de voorbereiding van een proef. Dat Spits daarvan, ten koste van Metro, zou profiteren acht het bestuur niet aannemelijk geworden. Op basis van deze overwegingen heeft het Bedrijfsfonds geconcludeerd dat Metro Holland BV onvoldoende rechtstreeks belang bij het subsidiebesluit van het Bedrijfsfonds heeft en dat zij niet als belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb behoort te worden aangemerkt.