Ministerie van Justitie

Nawijn licht uitvoering motie Varela toe
3 april 2003

In een brief aan de Tweede Kamer legt minister Nawijn uit wat hij in het Algemeen overleg van 26 maart bedoelde met de zinsnede 'dat ten aanzien van personen die mogelijk onder de reikwijdte van de motie Varela kunnen vallen geen onomkeerbare stappen gezet zullen worden'. Volgens de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie wordt met 'onomkeerbaar' bedoeld dat ten aanzien van de personen die onder de motie Varela vallen 'geen rechterlijke beslissingen genomen mogen worden'. Als er wel een rechterlijke beslissing valt, dan zou de betrokkene niet meer onder het criterium 'nog niet uitgeprocedeerd' vallen.

De motie Varela is het verlenen van een verblijfsvergunning aan een specifieke groep asielzoekers. Deze zogenaamde 'schrijnende gevallen' zijn mensen die al vijf jaar of langer in ons land op uitsluitsel wachten. Het gaat om een groep van circa 2300 personen. Eerder besloot het huidige kabinet om geen besluit meer te nemen over het verlenen van een verblijfsvergunning aan een specifieke groep asielzoekers. De minister schrijft nog wel een voorstel op basis van de motie van de Tweede Kamer. In het voorstel onderzoekt Nawijn hoe bepaalde technische en juridische bezwaren bij de uitvoering van de motie kunnen worden weggenomen.

Brief: motie Varela (LPF) inzake discretionaire bevoegdheid