Provincie Noord-Holland
Datum 3-4-2003 13:57:00
Onderwerp Gezamenlijk aan de slag voor een vitaal Noord-Holland Midden
Krijn van Rijn
Haarlem, 3 april 2003 - Gezamenlijk persbericht van provincie
Noord-Holland, Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie (WLTO),
hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Landschap Noord-Holland,
Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en het ministerie van
LNV.
Haarlem, 3 april 2003 - De provincie Noord-Holland, WLTO,
hoogheemraadschap, natuurbeheerders en het ministerie van LNV hebben
de afgelopen maanden een gezamenlijke toekomstvisie voor een vitaal
Noord-Holland Midden opgesteld. Deze regio omvat het landelijk gebied
tussen Amsterdam-Noord, Beverwijk, Alkmaar en Hoorn en kent nog op
grote schaal veenweiden, een karakteristiek Hollands landschap.
De gesprekken zijn geleid door een onafhankelijk voorzitter: de heer Frans Evers, voormalig directeur van de Vereniging Natuurmonumenten.
Bijzonder is dat de betrokken partijen gezamenlijk hardnekkige traditionele belangentegenstellingen tussen landbouw, natuur en waterbeheer hebben overwonnen. Zij komen met ideeën die perspectief bieden voor boeren, water-, landschap- en natuurbeheerders.
Het betreft nog een tussenrapport, een advies aan Gedeputeerde Staten.
GS hebben hiervan met waardering kennisgenomen. De opstellers krijgen
opdracht het eindadvies voor te bereiden, ondermeer in overleg met de
gemeenten in Noord-Holland Midden. De betrokken gemeenten zijn op de
hoogte gesteld.
De essentie van het tussenrapport is dat de partners per gebied
duidelijke keuzen maken voor functies als landbouw, natuur,
waterbeheer en recreatie. Dit is een randvoorwaarde voor plannen die
uitvoerbaar zijn op korte termijn tot 2010 en op lange termijn tot
circa 2030.
Per gebied zijn keuzen noodzakelijk: op welke plaatsen blijft landbouw
de belangrijkste functie, op welke plaatsen krijgen water en natuur de
hoofdrol? De organisaties formuleren in hun rapport oplossingen op
maat voor Mijzen, Eilandspolder, Zeevang, Veenweiden West, Veenweiden
Midden en Wormer, Assendelft en Westzaan, Oostzaan en Waterland.
De belangrijkste ideeën per sector op een rijtje.
Landschap en cultuurhistorie
De organisaties willen het karakteristieke open veenweidenlandschap
behouden en versterken. Dit vergt wél maatregelen om het veen in stand
te houden. Behoud van het veenpakket is in het ene gebied kansrijker
dan het andere. Voor het behoud van het open landschap is de
aanwezigheid van landbouw in een gebied cruciaal. Verder is er meer
aandacht nodig voor specifieke landschapselementen, zoals bijvoorbeeld
rietlanden, dijken, kaden, lintdorpen e.d.
Landbouw
De melkveehouderij heeft een goed perspectief in o.a. Waterland-Oost,
Assendelft, Zeevang, Eilandspolder en Mijzen. De boeren daar zijn
betrokken bij de bescherming van weidevogels. Zij genereren zo
aanvullende inkomsten uit agrarisch natuurbeheer.
Waterbeheer
In navolging van de concept-deelstroomgebiedsvisie Noorderkwartier
stellen de partners maatregelen voor, onder andere:
* meer open water door bredere en diepere sloten in het landelijk
gebied;
* flexibel peilbeheer in natuurgebieden, o.a. Ilperveld, Wormer,
Jisperveld, Polder Westzaan en het Oostzanerveld;
* locaties voor waterberging in de Noordmeer en Starnmeer
(gedeeltelijk), uitbreiding Alkmaardermeer.
Voor stedelijk gebied gaat de concept-deelstroomgebiedsvisie
Noorderkwartier uit van gemiddeld 11% open water in nieuwe stedelijke
woonwijken en bedrijventerreinen;
Natuurbeheer
De partners willen een breed pallet aan doelstellingen realiseren op
het gebied van droge en natte natuur. Het gaat hierbij o.a. om
* bescherming van weidevogels in open gebieden, o.a. de Mijzen en
Eilandspolder;
* bescherming plant- en diersoorten door meer variatie tussen droge
en waterrijke gebieden;
* versterking van de bestaande brakwatermilieus in Waterland en
langs het Noordzeekanaal.
Recreatie
De organisaties zien meer kansen voor intensieve recreatie langs de
stadsranden van Amsterdam-Noord, Zaanstad en bij het Alkmaardermeer.
Voor extensieve recreatie liggen kansen elders in Noord-Holland
Midden.
Vervolg
De organisaties willen een samenwerkingsverband Nationaal Landschap
Noord-Holland Midden oprichten. Dit voortbouwend op huidige
initiatieven en bestaande organisaties in de regio.
Hiermee willen de partners meerdere vliegen in één klap slaan:
* Minder bureaucratie door beleid, uitvoering en beheer onderling te
koppelen, o.a. door het bestaande gebiedsprogramma De Groene Long
verder uit te bouwen;
* Ontschotting van bestaande geldstromen voor beheer en onderhoud
* Fondsvorming om (extra) gelden van de Europese Unie, het rijk en
vanuit de regio Noord-Holland Midden zelf te genereren.
Het fonds krijgt een horizon van 20 tot 30 jaar om investeringen van
overheden en private organisaties in Noord-Holland Midden te kunnen
uitsmeren.
De kosten voor beheer, onderhoud, herstructurering en vergoedingen aan
boeren voor agrarisch natuurbeheer bedragen naar schatting 10 tot 20
miljoen euro per jaar.
Gedeputeerde Staten nemen met waardering kennis van het tussentijds
advies. GS zullen de statencommissies Milieu, Water en Groen,
Ruimtelijke Ordening en Bestuur, Economie, Landbouw en Europa of hun
opvolgers informeren. De opstellers krijgen opdracht hun advies
uiterlijk 1 juni af te ronden met een organisatie-advies en een
financieel overzicht. Juli 2003 zullen GS over verdere uitvoering van
het eindrapport besluiten.
Inlichtingen: Gerrit Branderhorst, bureau Projecten, Management en
Ondersteuning, tel. (023) - 514 43 60.