Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Golfstaten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

3 april 2003

Auteur

A.P. Wegerif


Kenmerk

DAM-148/03

Telefoon

070 348 5838


Blad

1/1

Fax

070 348 6639


Bijlage(n)

1

E-mail

ap.wegerif@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording van vragen van het lid Wilders

over de herbevestiging van de fatwa tegen Salman Rushdie

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Wilders over de herbevestiging van de fatwa tegen Salman Rushdie. Deze vragen werden ingezonden op 6 maart 2003 met kenmerk 2020308220.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Wilders (VVD) over de herbevestiging van de fatwa tegen Salman Rushdie

Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het opnieuw bevestigen van de fatwa tegen Salman Rushdie door de Revolutionaire Garde in Iran? 1)

Vraag 2
Hoe is de herbevestiging van de fatwa tegen Salman Rushdie te plaatsen in het licht van de verklaring van de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Kharrazi van september 1998?

Antwoord
De fatwa tegen Salman Rushdie is destijds door geestelijk leider Khomeini uitgevaardigd en is niet in de tijd begrensd. Het is een welhaast rituele zaak dat de Revolutionaire Garde, die overigens helemaal niet bevoegd is tot het uitvaardigen van fatwa's, rond 14 februari aan die fatwa herinnert. Ik hecht daaraan geen bijzondere betekenis en heb geen reden om de genoemde verklaring van minister Kharrazi van 1998 in twijfel te trekken. Ik wijs er voorts op dat ook president Khatami medio 2001 nog heeft verklaard dat het dossier Salman Rushdie als gesloten moet worden beschouwd.

Vraag 3
Is het u bekend dat de Revolutionaire Garde direct onder geestelijk leider ayatollah Khamenei ressorteert en dat de geestelijk leider in Iran de hoogste macht vertegenwoordigt, waaraan zelfs het staatshoofd, president Khatami, ondergeschikt is? Blijkt hieruit dat de werkelijke machthebbers in Iran nog steeds azen op de dood van Salman Rushdie? Wat is uw oordeel hierover?

Antwoord

Het is mij bekend dat de geestelijk leider Khamenei in Iran de hoogste machthebber is. Ik deel echter niet de conclusie dat uit het optreden van de Revolutionaire Garde blijkt dat de werkelijke machthebbers in Iran nog steeds azen op de dood van Salman Rushdie. Mij is geen recente uitspraak van geestelijk leider Khamenei bekend die het bovenstaande in een ander licht zou plaatsen.

Vraag 4
Welke gevolgen heeft deze herbevestiging van de fatwa door de Revolutionaire Garde voor de betrekkingen tussen Iran en Nederland, respectievelijk de EU, en met name voor de onderhandelingen over het handels- en samenwerkingsakkoord?

Vraag 5
Bent u voorts bereid ­ in bi- en multilateraal verband ­ op korte termijn met kracht protest aan te tekenen tegen de herbevestiging van de Iraanse fatwa tegen de heer Rushdie?

Antwoord

Zoals uit het bovenstaande blijkt, zou aan het optreden van de Revolutionaire Garde in verband met de fatwa tegen Salman Rushdie geen bijzondere betekenis moeten worden toegekend. Het spreekt vanzelf dat Nederland alert is op enig teken dat op het tegendeel zou kunnen wijzen.

1) NRC Handelsblad, 22 februari jl.

===