Agalev (Vlaanderen)

Meer ruimte
voor islamonderricht in het Vlaams onderwijs

Meer ruimte voor islamonderricht in het Vlaams onderwijs

Persdienst
Paskal Deboosere
Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel 02 290 91 46 fax 02 290 91 47
e-mail pers@agalev.be

P E R S C O N F E R E N T I E donderdag 3 april 2003

SPREKERS:
Ludo Sannen, fractievoorzitter Agalev Vlaams Parlement

Trefwoord:

Onderwijs, islam, allochtonen

---


* Bijlage 1 Voorstel van resolutie

* Bijlage 2 Islamonderricht in Vlaanderen en Europa: cijfers en tendensen

* bijlage 3 tabel

* bijlage 4 Islamonderricht en opleidingen islamleerkracht in Europees perspectief

Moslimgelovigen in Vlaanderen

Een kenmerk van de huidige Vlaamse samenleving is dat het steeds meer multi-cultureel van karakter wordt. Islam is in korte tijd de tweede godsdienst in Vlaanderen geworden. Het aantal allochtone én Vlaamse moslims zal de komende jaren alleen maar toenemen ... ook in het onderwijs in Vlaanderen.

De Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims schat het aantal
(mede-)burgers met een moslim religieuze en culturele achtergrond in Vlaanderen op ongeveer 400.000. De groep van leerplichtige kinderen en jongeren zou ongeveer een vierde tot een derde van dit totaal omvatten.

Concrete cijfers, weliswaar, zijn onvermijdelijk inaccuraat want:
* (a) nationaliteit of etnische origine zijn onvolledige proxy-variabelen voor religieuze overtuiging,
* (b) de definitie van "moslim" zelf vertoont vele nuances, van strikt praktiserend tot vrijzinnig,

* (c) religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging hoort tot de beschermde persoonlijke levenssfeer.

Islamonderricht in Vlaamse scholen

In het schooljaar 2001-2002 werd in 558 scholen in Vlaanderen islamitische godsdienst onderwezen, waarvan 328 in het gemeenschapsonderwijs, 203 in het officieel onderwijs en 27 in het vrij onderwijs.

Over de onderwijsniveaus heen bieden 351 scholen uit het gewoon basisonderwijs en 207 uit het gewoon secundair onderwijs lessen islamgodsdienst aan. In het buitengewoon basisonderwijs zijn er 32 scholen met een islamitisch godsdienstaanbod en het buitengewoon secundair onderwijs 21 scholen.

In het schooljaar 2001-2002 volgden 20.490 leerlingen islamitische godsdienstonderwijs in een basis- of secundaire school in Vlaanderen. In het basisonderwijs zijn er 12.041 ingeschreven leerlingen die islamonderricht volgen en in het middelbaar onderwijs 8.449.

Dit schooljaar geven 226 erkende islamleerkrachten islamitische godsdienst-onderricht. Een vijftiental onder hen in het vrije onderwijs. In vergelijking met drie jaar geleden is het totaal aantal islamleerkrachten bijna verdrievoudigd.

Er is echter nog steeds een groot tekort aan islamleerkrachten waardoor gemotiveerde schooldirecties niet meteen een geschikte leerkracht vinden. Volgens Aysel Bayraktar, lid van en onderwijsverantwoordelijke van de moslimexecutieve moeten er dringend minstens 40 extra islamleerkrachten aangesteld worden om de vraag van de scholen te kunnen beantwoorden.

De regelgeving voor islamitische godsdienstonderricht in scholen

Het godsdienstonderricht in Vlaamse scholen is geregeld in de Belgische grondwet met de vrijheid van onderwijs (art. 24). De grondwettelijke vrijheid van onderwijs is een breed gedragen principe. Het is het principe van de eerbied voor elke ouder en elke leerling om zich te kunnen ontplooien ook op school volgens de eigen levensbeschouwelijke opvattingen. Het betreft enerzijds het recht om scholen te openen en de vrijheid in deze scholen een bijzondere leerinhoud aan te bieden met een eigen specifieke pedagogische aanpak (actieve onderwijsvrijheid) en anderzijds het recht om onderwijs te volgen volgens de eigen voorkeur of overtuiging (passieve onderwijsvrijheid). De aandacht voor de passieve onderwijsvrijheid wint recent meer aan belang.

Het islamitisch godsdienstonderricht in het officieel onderwijs is pas formeel mogelijk sedert 20 februari 1978. De jaren daarvoor - nog voor de erkenning van de islamitische godsdienst in België (19 juli 1974) - werden er in verschillende officiële en vrije scholen reeds op vrijwillige basis lessen islamitische godsdienst aan moslimkinderen gegeven.

De mogelijkheid om ook islamitisch godsdienstonderricht te voorzien in het vrij onderwijs is met het decreet basisonderwijs van de Vlaamse gemeenschap (art. 42 - 25 februari 1997) vastgelegd.

Naast de burgerlijke regelgeving omtrent islamonderricht is de kerkelijke regelgeving even bepalend. Het islamonderricht in katholieke scholen werd voor het eerst geregeld in 1978. Men nam het principiële standpunt in dat het katholiek onderwijs alleen lessen katholieke godsdienst inricht. Het uitzonderlijk toelaten van lessen islamitische godsdienst door een leerkracht islamitische godsdienst zou door de vicaris van onderwijs van het betrokken bisdom geval per geval bekeken worden. De kerkelijke regelgeving wijzigde zich niet in de loop der jaren. In de uitvoeringsnota van 13 april 2000 wordt de uitzondering om islamonderricht toe te laten herhaald maar in principe opteert men enkel voor rooms-katholieke godsdienst in een communicatieve visie.

Agalev vraagt meer ruimte voor de islam in het onderwijs en stelt voor
---

* de neutraliteit in het officieel onderwijs te vervangen door een actief pluralisme

* meer islamonderricht in scholen van het vrije onderwijsnet;
* via stimuleringsprojecten naar allochtone leerlingen de instroom in de lerarenopleiding te verhogen

* meer aandacht voor religieuze en culturele diversiteit binnen de lerarenopleiding en nascholing;

* het vak islamitisch godsdienstonderricht in meer lerarenopleiding basisonderwijs en secundair onderwijs groep 1 op te nemen zodat een voldoende aanbod is verzekerd;

* het ontwikkelen van goed lesmateriaal voor het islamitische godsdienstonderricht te ondersteunen;

* de oprichting van een faculteit islamitische godsdienstwetenschappen in Vlaanderen.

De eerste twee voorstellen dragen bij tot meer islamitisch godsdienstonderricht in Vlaamse scholen. De volgende twee zijn gericht naar een grotere interculturaliteit binnen de lerarenopleiding. Met laatste aanbevelingen vragen we beleidsinspanningen die bijdragen tot meer en beter opgeleide leraren Islam.


1. Meer islamitisch godsdienstonderricht in Vlaamse scholen

Vlaanderen is vandaag een multiculturele en multireligieuze samenleving.

Het aantal moslims en moslimleerlingen in Vlaanderen neemt gestadig toe. Daar tegenover is er een veel langzamere groei van het aantal scholen dat islamonderricht inricht en in sommige gevallen zelfs een afbouw van het aanbod. Deze realiteit maakt een stimuleringsbeleid vanuit de Vlaamse overheid om meer islamonderricht in Vlaamse scholen in te richten om alzo de historische kloof te overbruggen, meer dan nodig.

Dit is een verantwoordelijkheid die een maatschappelijk draagvlak vraagt en waar alle onderwijsnetten bij betrokken moeten worden. Binnen het integratiedebat, heeft de openheid voor islamonderricht binnen alle netten een ontegensprekelijke meerwaarde. Door verankering van islamstructuren in bestaande structuren, bijv. islamonderricht in Nederlandstalige scholen in Vlaanderen wordt de integratie het sterkst bevorderd. Als vrije en officiële scholen, meer openheid tonen, valt de behoefte aan islamscholen weg.

Veel ouders, zowel islamitische als katholieke ouders wensen geen evolutie naar islamscholen. Ze vragen beiden een maatschappelijke gettovorming tegen te gaan.

Uit Nederlandse studie blijkt ook dat leerlingen die een islamitische bijzondere school in het basisonderwijs volgden, minder behoefte vertonen om opnieuw voor een bijzondere school te kiezen in het secundair onderwijs.

Naast het verdwijnen van de behoefte aan eigen islamscholen zal ook de noodzaak om meer inzicht te verwerven in zijn godsdienstbeleving via de zogenaamde Koranscholen verminderen.

De vraag naar een volwaardig islamitisch godsdienstonderricht in het onderwijs is te verstaan vanuit het respect voor de cultureel-relgieuze overtuiging en kadert in het belang van de identiteitsontwikkeling van moslimkinderen. Islamitische kinderen hebben recht op eigen godsdienstbeleving binnen het onderwijs.

Eén gelijkaardige onderwijstendens vinden we terug in alle buurlanden, nl. de groeiende politieke en maatschappelijk vraag naar een geïntegreerde islamonderricht ingebed in de Westerse cultuur. In Nederland, de bakermat van bijzondere islamscholen, wordt in de openbare scholen nu opnieuw meer aandacht besteed aan islamitisch godsdienstonderricht.


- de neutraliteit in het officieel onderwijs vervangen door een actief pluralisme

Het gemeenschapsonderwijs is door de grondwet verplicht tot neutraliteit. Die neutraliteit werd lange tijd erg passief ingevuld, nl. passieve tolerantie van de verschillende meningen en waarden in de samenleving. Het begrip moet een meer positieve invulling krijgen, een invulling die meer rekening houdt met de nieuwe pluriformiteit van onze samenleving, nl. een actieve dialoog waarin elkaars vooronderstellingen bevraagd worden en een verrijkende samenwerking tussen alle mens- en maatschappijopbouwende gedachtestromingen. Neutraliteit krijgt in deze opvatting de betekenis van actief pluralisme, waarbij ieder uiting mag geven aan zijn/haar overtuiging of levensbeschouwing.

Actief pluralisme betekent ook keuzes maken om die dialoog mogelijk te maken, op onderwijskundig-pedagogisch vlak bijv. in de leerplanontwikkeling, nascholing en pedagogische begeleiding maar vooral op beleidsvlak.


- meer islamonderricht in scholen van het vrije onderwijsnet

Het aanbieden van islamitisch godsdienstonderricht is geen artefact van een afbrokkelend pedagogisch project van een vrije katholieke school. Dat hebben de 27 scholen in het vrije net die islamitische godsdienstonderricht aanbieden reeds bewezen. Stimuleringsmaatregelen voor meer islamitisch godsdienstonderricht in vrije scholen kunnen ook niet vanuit een dergelijke verborgen doelstelling opgezet worden. De school behoudt conform de grondwettelijke bepalingen de vrije keuze om islamonderricht in te richten.

Een pleidooi voor meer islamonderricht in Vlaamse scholen, vooral in het vrije net, is naast een pleidooi om islamonderricht aan te bieden ook een pleidooi om meer communicatie en dialoog tussen de godsdiensten te stimuleren.

Vanuit dit dubbel pleidooi is er ook geen sprake van een onverzoenbaarheid tussen het christelijk project van een vrije katholieke school en mogelijk islamonderricht op die school.

De voorstellen die professor Verstegen in het kader van de bemiddelingsopdracht ten gevolge van de afbouw van islamonderricht in enkele katholieke basisscholen in Heusden-Zolder (september 2000) sluiten aan bij dit dubbel pleidooi: gescheiden godsdienstonderricht in wisselwerking met een interreligieuze dialoog.

Hij stelt: "Het gescheiden aanbod van zowel katholieke godsdienst als Islam gecombineerd met het samenbrengen van alle leerlingen in nog één of twee lestijden katholieke godsdienst biedt bijzonder positieve mogelijkheden voor zowel de verdieping en de beleving van de eigen godsdienst, als voor het gesprek en de ontmoeting die het nieuwe leerplan katholieke godsdienst nastreeft."

Met dit standpunt wordt het katholiek onderwijs in zijn eigenheid erkend. Bovendien wordt de ruime visie van het godsdienstonderricht erkend en pleit men voor communicatie en interreligieuze dialoog.


2. Grotere interculturele aandacht binnen de lerarenopleiding


- via stimuleringsprojecten naar allochtone leerlingen de instroom in de lerarenopleiding verhogen

Allochtone leerkrachten - ook zij die geen islamgodsdienst onderrichten - vervullen een belangrijke voorbeeldfunctie naar de kinderen en jongeren van hun gemeenschap. Zij zijn bemiddelaars tussen allochtone ouders en autochtone leerkrachten. Zij ondersteunen de allochtone leerlingen in hun omgaan met de Vlaamse taal en cultuur. Tenslotte groeit het lerarenteam uit tot een multicultureel en multireligieus team met kennis en respect voor elkaars eigenheid en verschillen.

De overheid moet binnen de lerarenopleiding de projecten "Aansluiting Maatschappelijke Differentiëring" waarbij het de bedoeling was gelijke kansenbeleid binnen de lerarenopleiding te integreren in het programma en nieuwe doelgroepen voor de job aan te spreken, blijvend ondersteunen.


- meer aandacht voor religieuze en culturele diversiteit binnen de lerarenopleiding en nascholing

Het is een breed gedragen vaststelling dat de lerarenopleidingen nog veel te weinig ingaan op de religieuze en culturele verschillen. Binnen diversiteitsgedachte die door velen zo sterk wordt onderschreven, moet er zeker aandacht zijn voor het cultureel-religieuze. Boender, gastonderzoekster aan het Centrum voor Islam in Europa, benadrukt: "In de opleiding zou minstens een kennismaking met de islam en andere godsdiensten moeten zitten. Een toekomstige leerkracht hoort te weten wat de godsdienst inhoudt en welke culturele verschillen dat teweegbrengt."


3. Meer en beter opgeleide leraren islam

Een belangrijke schakel in de problematiek van islamonderricht maar ook integratie in Vlaamse scholen zijn de islamleerkrachten, tenminste, dat zouden ze kunnen zijn.

Tot vorig schooljaar hadden de afgestudeerde leraren islamonderricht echter geen volwaardig statuut. Het was dus weinig motiverend om islamleraar te worden. Sinds 1 september 2001 is er reglementering voorzien voor de leerkrachten islamgodsdienst: de toepassing van de decreten rechtspositie en de bepaling van bekwaamheidsbewijzen en weddeschalen.

Deze bescherming van de rechtspositie van de islamleerkracht is een eerste belangrijke beleidskeuze maar er is meer nodig ...


- het vak islamitisch godsdienstonderricht in meer lerarenopleiding basisonderwijs en secundair onderwijs groep 1 op nemen zodat een voldoende aanbod is verzekerd

Islamleerkrachten kunnen als bemiddelaar fungeren tussen directie en ouders en zijn veel beter geplaatst hiervoor dan de imam.

Er in ons land echter maar één opleiding voor islamleerkrachten, aan de Erasmushogeschool in Brussel. Momenteel volgen 14 studenten het vak islam binnen de opleiding. In Nederland ligt dit aantal vijf keer hoger. Reeds in september 1995 startte in Diemen de eerste HBO-opleiding islamitisch godsdienstleraar. Sinds 2002 is er in Amsterdam een tweede opleiding.

Het potentiële aantal islamleerkrachten in Vlaanderen is ruimschoots onvoldoende om de huidige, laat staan de toekomstige vraag te beantwoorden. Daarom is het nodig dat er meer opleidingen voor leraren islamitische godsdienst komen voor zowel het basis- als secundair onderwijs.


- het ontwikkelen van goed lesmateriaal voor het islamitische godsdienstonderricht ondersteunen

Een aanverwant knelpunt voor de ontwikkeling van het islamitisch godsdienstonderricht is het ontbreken van goed lesmateriaal (handboek, tijdschrift) en pedagogische ondersteuning (bijv. studiemomenten voor islamleerkrachten). De islamleerkrachten hebben daardoor inhoudelijk vaak onvoldoende houvast.

Momenteel heeft de Afdeling Islam Onderwijs binnen de Executieve van de Moslims van België o.a. een Voorstel voor een Islamleerplan Lager Onderwijs. Dit leerplan is bedoeld als ruggesteun en is (nog) niet verplichtend. De afdeling biedt de islamleerkrachten op hun site ook lesvoorbereidingen aan.


- de oprichting van een faculteit islamitische godsdienstwetenschappen in Vlaanderen.

Naast meer praktijkgerichtheid, met name de voorstellen rond de leerkrachtenopleiding, is er in Vlaanderen ook nood aan de theologische verdieping en rationele reflectie op de Islam. Deze moet op academisch niveau georganiseerd worden. Op die manier zullen niet alleen de leraren Islam maar ook de imams hun godsdienst beter kunnen, plaatsen in en interpreteren vanuit de Westerse cultuur.

In Nederland zien we zeer recent initiatieven rond islamitisch godsdienstwetenschappen op academisch niveau:

* (a) de organisatie van een masteropleiding Christendom en Islam binnen de Theologische Faculteit Tilburg die bij uitstek gericht naar is mensen die beroepshalve en beleidsmatig in aanraking komen met de multi-culturele en -religieuze samenleving (onderwijs, media, sociaal-culturele sector, overheid, ...),
* (b) de mogelijke inrichting van een majorcursus islamitische theologie in de bachelorfase binnen de Utrechtse faculteit Godgeleerdheid in samenwerking met de Stichting Islamitisch Hoger Onderwijs (SIHO)

Ook in Duitsland wordt binnen de universiteit in Münster een leerstoel voor islamologie ontwikkeld.

Ludo Sannen, Vlaams volksvertegenwoordiger
Met dank aan Kurt De Meester, studiemedewerker IPE