Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
TRCJZ/2003/3114
datum
04-04-2003
onderwerp
Melkquotum; beëindiging totaal-verhuur en benuttingseisen per 1-4-2004
Trc2003/2698
bijlagen
Geachte voorzitter,
Met deze brief wil ik u informeren over de gevolgen van het zogenoemde Thomsen arrest (C-401/99) van het Hof van Justitie van 22 juni 2002 voor de Nederlandse situatie. In navolging van de Europese Commissie ben ik tot de conclusie gekomen dat het volledig verhuren van een melkquotum niet langer kan worden toegestaan. Hiertoe zal de ministeriële Regeling superheffing 1993 worden aangepast.
Naar aanleiding van het Thomsen arrest zal per 1 april 2004, derhalve na een redelijke overgangstermijn voor de betrokken bedrijven, de nieuwe regelgeving van kracht zijn. Vanaf dat moment zal iedere melkveehouder zelf een groot gedeelte van zijn melkquotum moeten benutten, derhalve actief moeten zijn. Dat betekent dat een quotumhouder zijn quotum niet meer volledig zal kunnen verhuren.
Op deze wijze wordt het begrip producent in verordening (EG) nr. 3950/92 op uniforme wijze uitgelegd. Op grond van artikel 5, derde alinea, van verordening (EG) nr. 3950/92 kan een producent niet als actief producent worden beschouwd, indien de producent niet ten minste 70% van zijn beschikbare melkquotum zelf gebruikt. Vanaf 1 april 2004 zal daarom als regel gelden dat slechts de producent die ten minste 70% van zijn melkquotum zelf gebruikt, hetzij door levering aan de fabriek, hetzij door rechtstreekse verkoop aan de consument, recht behoudt op zijn gehele quotum. De verhuur van quotum kan overigens niet worden gezien als relevant voor de bepaling van de 70% benuttingsgraad.
datum
04-04-2003
kenmerk
TRCJZ/2003/3114
bijlage
De gebruikseis van ten minste 70% betekent dat een producent nog ten
hoogste 30% van het beschikbare melkquotum mag verhuren. Dat zal dan
ook in de ministeriële Regeling superheffing 1993 worden
gestipuleerd. Ik acht het wel van belang dat er een huurmarkt voor
melkquotum blijft bestaan, zij het dat deze huurmarkt kleiner zal
worden.
Indien aan het einde van een superheffingperiode mocht blijken dat een
producent minder dan 70% van zijn quotum heeft benut dan zal,
behoudens in geval van overmacht, het ongebruikte quotum naar de
nationale reserve worden overgeheveld. Een producent behoudt in ieder
geval recht op het daadwerkelijke gebruikte deel van zijn quotum. Met
andere woorden: de producent, die de 70% norm niet haalt, raakt het
ongebruikt deel van zijn quotum kwijt. Een voorbeeld: een producent
melkt zijn quotum in de heffingsperiode 2004/2005 voor 10, 30
respectievelijk 60 procent vol. Dan gaat 90, 70 respectievelijk 40
procent naar de nationale reserve.
Een producent kan verzoeken om teruggave van de aan de reserve
vervallen hoeveelheid melkquotum voor de volgende heffingsperiode (in
de nieuwe situatie voor de eerste maal 2005/2006). De producent kan
dan zijn gehele quotum weer terugkrijgen, mits hij die periode ten
minste 70% van zijn oorspronkelijke quotum zelf zal hebben gebruikt
door melkleveranties aan de fabriek of directe verkoop aan de
consument.
Gebruikt hij echter minder dan 70% van zijn oorspronkelijke
melkquotum, dan krijgt hij slechts dat gedeelte van zijn quotum terug
uit de nationale reserve dat hij daadwerkelijk heeft vol gemolken. Het
overige quotum dat naar de reserve was gegaan, blijft in de nationale
reserve.
Door deze maatregelen zal Nederland voldoen aan de nieuwe
communautaire verplichtingen. De betrokken ondernemers worden door de
ingangsdatum en de vroegtijdige bekendmaking in de gelegenheid gesteld
zich voor te bereiden op de nieuwe eisen. Een persbericht is tegelijk
met de verzending van deze brief openbaar gemaakt.
Samenvatting feitelijke gevolgen voor totaalverhuurders
Een melkveehouder die thans zijn quotum volledig verhuurt en nu (nog)
niet in staat of bereid is opnieuw zelf met melken te beginnen, heeft
de keuze tussen verkopen of de komende heffingsperioden benutten om
zijn bedrijf weer op te starten, zoals onderstaand is weergegeven:
* Hij kan in de periode 2003/2004 het quotum nog
éénmaal volledig verhuren.
* Ook in de periode 2004/2005 behoeft hij nog niet zelf te melken en
kan hij nog maximaal 30% van zijn quotum verhuren.
* Met ingang van de periode 2005/2006 is zijn quotum dan echter
volledig in de nationale reserve beland. Wil hij zijn
oorspronkelijk quotum terug krijgen, dan hoeft hij pas in de
heffingsperiode 2005/2006 70 procent van zijn oorspronkelijke
quotum zelf vol te melken.
* Slaagt hij daar niet in, dan krijgt de producent zoveel quotum
terug uit de nationale reserve als zijn daadwerkelijke productie
bedraagt en vervalt de rest definitief aan de nationale reserve.
* Ook kan een totaalverhuurder er voor kiezen zijn melkquotum -
uiterlijk eind 2004 - te verkopen aan een andere melkveehouder.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
dr. C.P. Veerman
---