Ministerie van Buitenlandse Zaken

i.k.v. "Netwerk-bijeenkomst Midden- en Oost-Europa, speciaal gericht op EU toetredingslanden"

Nederlands Centrum voor Handelsbevordering

Utrecht, 4 april 2003

(Inleiding)

First, a special greeting to the many ambassadors of current as well as future EU member states who have made the effort to come here. Excellencies, thank you for being here today. I also warmly welcome all the other members of the diplomatic community in the Netherlands. This audience includes many of the negotiators and decision makers in the enlargement process (that is, government representatives and diplomats), as well as the enlargement's most obvious stakeholders (that is, business people). That is most appropriate. Because it is not often that a single event brings together so many policy makers and stakeholders. The process of enlargement has until now been largely in the hands of the former. It was a matter of laying the foundations for a larger Union through new regulations, rules and reforms. But as the proper framework was laid, the focus gradually shifted to those who must make it happen. The principal stakeholders. That is, in large part, the European business community. Using the newly created opportunities offered by EU enlargement it can and will reap its economic benefits. In fact, statistics show it is already doing so. It proves that politicians and decision makers have been on the right track since the enlargement process took off.

(Belang van uitbreiding)

Dames en heren, tien jaar geleden legde de Europese Raad de basis voor de toetreding van vijftien kandidaat-lidstaten tot de EU. De slotverklaring legde de toetredingscriteria voor kandidaat-lidstaten vast. Ik kom daar dadelijk nog uitgebreider op terug. Maar de economische passage daarvan wil ik juist in dit gezelschap citeren: "Op moment van toetreding dienen de toetredende staten te beschikken over (1) een functionerende markteconomie die (2) de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de EU kan weerstaan."

"Marktkrachten". Een nogal abstract begrip. En zeker als er jarenlang in Brussel en in de hoofdsteden van de kandidaatlidstaten wordt onderhandeld. Dan verliezen die 'marktkrachten' soms een beetje hun gezicht. Welnu, ze zitten hier voor mij. Het gezicht van de markt, dat bent u. Hier zitten de vrouwen en mannen die het economische potentieel van de Europese Unie verzilveren en dat ook in een uitgebreide Unie doen. U bent de ondernemers, de investeerders en de banenscheppers van de interne markt. U weet wat concurrentie is. U weet ook wat het betekent om zich op een nieuwe markt te begeven. U bent, kortom, kansrijke spelers in een uitgebreide Europese Unie.

Ik wil die uitbreiding vandaag plaatsen in het perspectief van uw belangen. Maar eerst wil ik nog eens het grotere, geopolitieke belang van de uitbreiding onderstrepen. Want de uitbreiding van de Europese Unie met (in eerste instantie) tien nieuwe lidstaten dient niet alleen uw economische belang; het reikt veel verder. Hij dient het belang dat alle burgers -zowel in de huidige als in de toekomstige lidstaten- hebben bij een stabiele en welvarende samenleving.

De uitbreiding van de Europese Unie blijft in de allereerste plaats een uniek middel om de stabiliteit op ons continent te waarborgen. De Europese Unie heeft sinds zijn oprichting bewezen een veiligheidsinstrument bij uitstek te zijn. Lidstaten hebben hun belangen aan elkaar gekoppeld, hun beleid waar mogelijk geïntegreerd en zo een historische gemeenschap van vrede en welvaart gecreëerd.

Die boodschap stel ik voorop omdat we -door het woud van overwegingen en discussies heen- dat moeten onderkennen: de Europese Unie, en dus ook de uitbreiding daarvan, is in de eerste plaats bedoeld en geslaagd als middel om de vrede en politieke stabiliteit in Europa te waarborgen.

In het verlengde daarvan ligt het streven naar welvaart voor de Europese burgers. Een welvaart die dankzij de totstandkoming van de interne markt in de huidige Europese Unie aanzienlijk is. Zowel in absolute als in relatieve termen.

Met die twee enorme verworvenheden voor ogen - politieke stabiliteit en economische welvaart - is het uitbreidingsproces van de Europese Unie enkele jaren geleden in gang gezet. Want door de voormalige Oostbloklanden bij ons integratieproces te betrekken konden we ook hen laten delen in onze vrede en welvaart. Een 'win-win'-situatie, want door politieke stabiliteit naar centraal- en oost-Europa te exporteren zou ook de stabiliteit in de huidige Unie verder worden verankerd. En de uitbreiding van de interne markt naar het oosten zou bovendien grote economische perspectieven bieden voor ondernemers in de nieuwe èn in de huidige lidstaten.

En daarmee ben ik terug waar ik vandaag wil zijn: bij u.

(Nederlandse bedrijven goede investeerders)

Ik begon zojuist met een kort citaat over marktkrachten. Nederlandse ondernemers hebben een belangrijk aandeel in de kracht van de Europese interne markt. We zijn een exportgerichte natie en varen wel bij een economie waarin grenzen grotendeels zijn weggevallen. Nederlandse bedrijven zien snel kansen en anticiperen vaak uitstekend op nieuwe marktopeningen. Daarom is het niet verwonderlijk dat Nederland nu al hoort bij de grootste investeerders in alle tien de toekomstige nieuwe lidstaten. En dat is nog voordat de uitbreiding daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Ondernemend Nederland toont zich assertief en laat zien dat het begrijpt dat de basis voor een goede marktpositie in een uitgebreide Unie niet morgen, maar vandaag wordt gelegd.

Louter lof dus. Maar ik wil daar - met een schuin oog kijkend naar mijn echtgenote die hier vandaag ook is en werkt als lerares frans - wel iets aan toevoegen. Pas op voor zelfgenoegzaamheid. Het Nederlandse bedrijsfleven beschikt over veel kwaliteiten maar met de talenkennis is het nog vaak droevig gesteld. En dan heb ik het niet over engels (hoewel ook dat voor verbetering vatbaar is). Ik heb het over talen als frans en duits. Vergroting van de talenkennis onder Nederlandse ondernemers vertaalt zich in meer handelsmogelijkheden. Dat geldt in een uitgebreide Unie, waar het belang van vooral duits zal toenemen, a fortiori.

Maar dat terzijde. Want aan assertiviteit en oog voor nieuwe markten ontbreekt het Nederlanders niet. Dat zijn zaken waarvoor de Nederlandse regering niet veel hoeft te doen. Dat zit er bij onze ondernemers al generaties lang in. Maar er is wel degelijk een rol voor de overheid. Een rol die de Nederlandse regering ook zeer actief heeft vervuld tijdens het hele proces van onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten dat pas is afgerond. Ik heb het over het waarborgen van rechtszekerheid en een gunstig investeringsklimaat in een uitgebreide Unie; over het bepleiten van uniforme en geharmoniseerde regelgeving in zowel de huidige als de nieuwe lidstaten van de Unie; en ik heb het over het verwoorden van de belangen van Nederlandse ondernemers op het Europese niveau.

Op al die punten hebben we ons in het uitbreidingsproces sterk gemaakt. Dat heeft zich vertaald in vooral twee dingen:

1. een oproep tot het doorvoeren van de noodzakelijke hervormingen binnen de huidige Europese Unie;

2. het krachtig vasthouden aan strenge toetredingscriteria voor de kandidaat-lidstaten.

(Inzet van de Nederlandse regering)

1. EU hervormingen

Wat hervormingen binnen de Europese Unie betreft: we hebben er nooit een geheim van gemaakt dat wij vinden dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dringend aan hervorming toe is. Opeenvolgende Nederlandse kabinetten hebben gewezen op de noodzaak van economische en financiële houdbaarheid. En met succes: vorig jaar is met die hervorming van het landbouwbeleid een voorzichtig begin gemaakt door een plafond te zetten op de landbouwuitgaven.

Ook op een ander belangrijk punt moeten nog hoognodige hervormingen worden doorgevoerd. De structuur- en cohesiefondsen, die nu veelal neerkomen op het rondpompen van geld, zullen in de toekomst primair moeten worden aangewend voor de armste landen binnen de Europese Unie.

Deze hervormingen mogen voor de gemiddelde Nederlandse ondernemer op het eerste gezicht misschien minder relevant lijken; ze beïnvloeden echter de financiële gezondheid van de Unie en daarmee indirect die van ons allemaal.

2. Strenge toetredingscriteria

Een directere impact op uw belangen als ondernemer en investeerder heeft het tweede punt waarvoor verschillende Nederlandse kabinetten zich sterk hebben gemaakt. Dat zijn de voorwaarden waarop kandidaat-lidstaten kunnen toetreden tot de Europese Unie.

Kortweg kunnen die voorwaarden worden onderscheiden in politieke en economische criteria. De politieke criteria hebben betrekking op democratie, mensenrechten en minderheden, en de rule of law. Dat omvat dus ook zaken als corruptiebestrijding en een goed functionerend politie- en justitieapparaat. De economische criteria noemde ik al: nieuwe lidstaten moeten beschikken over een functionerende markteconomie die bovendien de concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie kan weerstaan.

Tenslotte moeten de kandidaat-lidstaten alle bestaande EU regelgeving overnemen.

Nederland heeft in het toetredingsproces sterk gehamerd op die criteria, want ze bepalen de gereedheid van de kandidaat-lidstaten. Dat is in het belang van die landen zelf, die immers in staat moeten zijn volwaardig mee te draaien in de Europese Unie; en in dat van de huidige lidstaten, hun burgers en hun ondernemers. Want u heeft er alle belang bij dat u in de nieuwe lidstaten volgens dezelfde marktregels kunt opereren als in de huidige Europese Unie. Zonder onnodige regels of afwijkende produktstandaarden. Met de nodige juridische waarborgen voor investeringen en financiële transacties.

(Voorbeelden Nederlandse inzet)

Twee voorbeelden om aan te tonen op welke terreinen de onderhandelingen zich in de afgelopen jaren toespitsten en wat de Nederlandse inzet daarbij is geweest.

Het vrij verkeer van kapitaal. Zoals u weet één van de grote verworvenheden van de Europese Unie en cruciaal voor iedere ondernemer en investeerder. Maar veel kandidaat-lidstaten vreesden dat de openstelling van hun markten zou leiden tot een grote uitverkoop. Van staatsbedrijven; van huizen; van landbouwgronden en van personeel. Ze verzochten daarom bijvoorbeeld om een uitzonderingstermijn van zeven jaar voordat niet-ingezetenen daar landbouwgrond zouden kunnen aanschaffen. Die termijn is toegekend, maar Nederland heeft - in het belang van Nederlandse agrarische ondernemers - bedongen dat voor zelfstandige boeren een uitzondering zou worden gemaakt. Dat betekent dat in de meeste toetredende landen Nederlandse zelfstandige boeren veel sneller grond mogen aankopen.

Een ander voorbeeld: de gezondheidsbescherming in slachthuizen en in vlees- en zuivelbedrijven. De bestaande regels in de Europese Unie op dit terrein zijn -terecht- relatief streng. Invoeren van die regels is een hele kostbare en tijdrovende aangelegenheid. Reden waarom een aantal toetredende landen verzocht om een overgangstermijn van drie tot vier jaar voordat die regels in volle omvang ook voor hen zouden gelden. De Europese Commissie heeft daarmee ingestemd, maar niet nadat op instigatie van onder meer Nederland een duidelijke voorwaarde werd gesteld. Overgangsperiode akkoord, maar dan wel op voorwaarde dat producten uit die bedrijven alleen op de lokale markt gebracht mogen worden, voorzien van een niet-fraudegevoelig stempel. De producten mogen bovendien niet in andere bedrijven worden verwerkt, noch in bedrijven die EU-conform zijn, noch in bedrijven die gebruik maken van de overgangstermijn. Op die manier kan vlees dat niet volgens EU-regels is geslacht niet op een Nederlands bord terechtkomen. Bovendien wordt oneerlijke concurrentie in een uitgebreide Unie voorkomen en is de concurrentiepositie van bedrijven in onder meer Nederland gewaarborgd. Kenmerk van de interne markt is immers dat in de hele Europese Unie dezelfde regels en standaarden gelden. Ondernemers, zowel hier als daar, dienen zich daaraan te houden.

Er zijn meer van dergelijke voorbeelden te noemen. Ze laten zien dat de Nederlandse overheid -verschillende ministeries in samenwerking met de SER en werkgevers- en werknemersorganisaties- zich nadrukkelijk voor de belangen van de Nederlandse ondernemers heeft ingezet. Ik ben ervan overtuigd dat de overeengekomen afspraken tussen de huidige en de toekomstige lidstaten voldoende waarborgen bieden voor datgene waar het ondernemers allemaal om gaat: een nog grotere interne markt met vierhonderdvijfenzeventig miljoen consumenten waarin alle voorwaarden zijn geschapen voor eerlijke concurrentie en een bloeiende Europese economie.

En voorzover er op het moment van toetreding, op 1 mei volgend jaar, nog tekortkomingen in sommige kandidaatlidstaten worden geconstateerd kan de EU nog altijd unilateraal vrijwaringsmaatregelen inroepen om onze markt te beschermen.

(Prestatie kandidaat-lidstaten)

Ik belicht hier met opzet de toetredingsonderhandelingen vanuit uw perspectief. Het perspectief van ondernemers in de huidige lidstaten. Want ik wil in de eerste plaats u laten zien hoe uw belangen daarin gewaarborgd zijn. Maar ik wil nog iets anders benadrukken, waarvan ik hoop dat u zich ook bewust zult zijn. De aanpassingen en hervormingen die de kandidaat-lidstaten moeten doorvoeren om zich op hun lidmaatschap voor te bereiden zijn gigantisch. De inspanningen die zij zich in de afgelopen jaren hebben getroost zijn zeer indrukwekkend. En ondertussen werden economische groeipercentages van gemiddeld vier à vijf procent gerealiseerd! Men moet niet vergeten welke enorme kwaliteitsslag gemaakt diende te worden. De totale EU-regelgeving omvat negentig duizend pagina's. Het getuigt van een grote wilskracht en politiek doorzettingsvermogen dat tien kandidaat-lidstaten nu al de eindstreep hebben gehaald. Zij zien de baten die hun toetreding hen op lange termijn zal brengen. In termen van welvaart en in termen van politieke stabiliteit. Baten die ook ons ten deel vallen.

(Conclusion)

Allow me then, by way of conclusion, to say a few final words about the future of an enlarged Union. With twenty five member states, the European Union will undoubtedly look different from today. How it will develop is hard to predict. In fact, it has always been so - all along the EU's history. That is all part of the excitement of a joint enterprise uniting twenty five nations with different cultures and assets. The new member states will make their own contribution to European integration, just as current member states have done in the past. They will do so bearing their own convictions, their own ideas and their own messages. Their membership will increase the diversity within the European Union. It will enrich Europe culturally, economically and socially. Let us not forget that several candidate countries have made such impressive reforms and investments that they have overtaken some of the current EU member states in the process. I'm thinking of Romania and the development of broadband communications; and of Estonia, which is way ahead in terms of market liberalisation.

So let us take a realistic and business-like look at the coming EU enlargement. It is no black and white picture of winners and losers, of those who have and those who have not yet. Rather, it is a portrait of mixed opportunities, of varying strengths and advantages, but definitely of shared benefits. For the time being, the economic weight of the candidate countries is still relatively modest. Together, it is comparable to that of the Netherlands alone. One can expect the new member countries to make great improvements, stimulated by the current EU members' general edge in economic terms. The stimulating effect of the internal market has always been its key asset. That is something that does not need further arguing before this audience. The new member states' potential for growth and development is huge. A good entrepreneur therefore, will look beyond the short-term horizon and acknowledge the enormous economic potential of our future partners in the EU. That, I am sure, is something that will be rightly appreciated by you all. Businessmen as well as government representatives. Some will do so from an economic angle, others from a political or regulatory one. But no matter what your perspective may be, you will recognise that in the end we are all stakeholders of an enlarged European Union.

===