Gemeente Itteren


Gesponsord door: Bours Holding B.V.

Geschiedenis

Geschiedenis van Itteren.

Wie de naam Itteren hoort denkt meteen aan hoogwater. Dat is niet vreemd gezien de recente hoogwaters en de media aandacht die dat met zich meebracht. Maar Itteren is meer dan hoogwater. Itteren kent namelijk een lange en bewogen geschiedenis.

In de jaren 1998/1999 voerde het archeologisch adviesbureau RAAP o.a. in de omgeving van Itteren onderzoek uit in het kader van de Grensmaasplannen. Tijdens dit onderzoek in de oude rivierkleigronden zijn vuurstenen werktuigen, een glazen armband uit de ijzertijd en aardewerk en bouwfragmenten uit de Romeinse tijd gevonden. Deze vondsten getuigen van een langdurige bewoning in de omgeving van het huidige Itteren. Niet ver van de monding van de Geul zijn scherven van urnen en crematieresten gevonden. Ook is aardewerk uit de Middeleeuwen gevonden. In Itteren ligt veel middeleeuws aardewerk op de akkers. Volgens RAAP dienden de oevers van de Maas al sinds de Middeleeuwen als landbouwgrond. Opgemerkt zij nog dat Itteren een van de plaatsen in deze regio is met een middeleeuwse bewoningskern.

Aangenomen wordt dat Itteren vrij vroeg een zelfstandige heerlijkheid was met een eigen schepenbank. In 1330 blijken de dorpen Borgharen en Itteren, ieder met een eigen gerecht en bevoegd tot hoge en lage rechtspraak, in gemeenschappelijk bezit toe te horen aan Adam van Haren, heer van Borgharen en aan hertog Jan III van Brabant. Beiden besloten op 17 oktober 1330 tot deling waarbij de hertog van Brabant het dorp en het gerecht Itteren voor zich hield.

In de 14^e eeuw behoorde Itteren verder tot het land van Valkenburg, samen met Meerssenhoven en Hartelsteijn.

Heren van Itteren zijn bekend sinds 1345. In dat jaar wordt namelijk Hendrik van Itteren genoemd als heer. Na zijn dood wordt de erfenis betwist door de families Loon-Heinsberg (van de kant van de vrouw van Hendrik) en Stein (bezitters van naburige heerlijkheden). Hoe deze strijd is afgelopen is niet bekend aangezien de eerstvolgende heer pas bekend is uit 1478. In dat jaar wordt Jacob van Morialmes genoemd als heer. Later is de heerlijkheid in bezit van een aantal andere families.

Itteren bezat ook een schepenbank die in 1478 in ieder geval nog geen zegel bezat. De oudste afdrukken van een schependomszegel van Itteren dateren uit 1524 en 1527. Dit zegel vertoont de kerkpatroon te paard. Op het zegel staat geen wapen.

Na de tachtigjarige oorlog werd Itteren toebedeeld aan het staatse deel van Valkenburg.

Een belangrijke wijziging van de bestuursindeling is een gevolg van de Franse Revolutie. Voor Itteren begon de Franse Tijd met de capitulatie van Maastricht op 5 november 1794. Als gevolg van de Franse grondwet (2 augustus 1795) in het veroverde gebied werd bepaald dat gemeenten met minder dan 5000 inwoners geen zelfstandige municipaliteit konden vormen, maar zich dienden te laten vertegenwoordigen in het kanton waartoe zij behoorden door een agent municipal. Deze bepaling, die uiteraard gold voor Itteren dat tezamen met Meerssenhoven in 1796 272 inwoners telde, heeft ruim vier jaar bestaan.

De nederlaag van Napoleon bij Leipzig (1813) luidde het einde in van de Franse tijd. Korte tijd is het voor de inwoners van Itteren onduidelijk gebleven of zij tot Nederland of Pruisen zouden gaan behoren. De besprekingen op het Wener Congres (31 mei 1815) hadden echter tot gevolg dat Nederland op de rechter Maasoever zo veel land zou krijgen dat het volledig bezit van de vrije Maasvaart gegarandeerd was. Bij het inwerking treden van de nieuwe grondwet van 1815 werd Itteren definitief gevoegd bij de nieuw gevormde provincie Limburg. De Franse departementen Nedermaas en Roer vormen de nieuwe provincie Limburg binnen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I wenst de naam Limburg te handhaven als herinnering aan het oude Hertogdom Limburg aan de rivier de Vesdre in Belgie.

Tot 1830 heeft de vereniging van België en Nederland onder koning Willem I, zich kunnen handhaven. In de maand augustus van 1830 leidde de ontevredenheid over het bewind van Koning Willem I tot de Belgische Opstand.

De huidige Nederlandse provincie Limburg, met uitzondering van Maastricht en St. Pieter, schaarde zich nog in 1830 aan de zijde van de opstandelingen. Tot 1839 werd de Nederlandse provincie Limburg door de Belgen als een deel van dat land beschouwd. In 1839 werd in Londen het scheidingstractaat tussen de Koninkrijken van Nederland en België getekend en volgt een splitisng van Limburg in een Belgisch en een nedrlands deel. Vier jaar later werd op de conventie van Maastricht bepaald hoe de grens precies moest gaan lopen. Ook werd toen besloten 388 gietijzeren en 356 hardstenen grenspalen te plaatsen. De gietijzeren palen rusten op een achthoekig fundament en zijn versierd met wapens van beide koninkrijken en het jaartal 1843.

Hoe de grenspaal er uit moet zien is bij het Tractaat van Maastricht op 8 augustus 1843 tot op het kleinste detail nauwkeurig vastgesteld.

In Itteren staat paal nummer 107. Eigenlijk zijn er twee nummers 107. Een paal staat namelijk aan de Nederlandse kant en de andere aan de Belgische kant. Blijkens het Frans proces-verbaal waarin staat opgetekend waar de palen zijn neergezet blijkt dat in Itteren gekozen is voor een doorwaadbare plaats in de Maas, precies tegenover Kasteel Hocht, waar mensen vroeger overstaken om naar Lanaken te gaan.

Itteren was in die tijd een heel kleine gemeenschap. Omstreeks 1845 woonden er op een oppervlakte van 436 ha, 390 personen in 69 huizen. Alle bewoners waren katholiek, behalve een persoon die hervormd was. In 1900 waren er in totaal 544 inwoners en 93 huizen. In december 1934 besloeg de oppervlakte 444 ha. Er woonden toen in Itteren in 123 huizen 589 personen. De vergroting van de oppervlakte vergeleken met 1845 is waarschijnlijk veroorzaakt door de toevoeging van het eilandje Steengrind in 1864.

Itteren beschikt vanaf 1890 over een gemeentewapen. Dit wapen is gebaseerd op het oude schepenzegel. Medio de 20^e eeuw heeft Itteren een groot deel van haar grond moeten afstaan aan de gemeente Maastricht. In Maastricht was een groot tekort aan bedrijventerreinen. Op de grond van de gemeente Itteren heeft de gemeente Maastricht de Beatrixhaven gebouwd.

In 1970 is de gemeente Itteren geannexeerd door de gemeente Maastricht. Begin jaren 70 heeft er een kleine uitbreiding van het aantal woningen plaatsgevonden. Op 1 januari 2001 telde Itteren 1030 inwoners, waarvan 521 mannen en 509 vrouwen. Itteren had op dat moment een woningvoorraad van 417 huizen. Hiervan zijn 72,8% koopwoningen. Itteren heeft hiermee het hoogste aantal koopwoningen van Maastricht.