Ministerie van Buitenlandse Zaken
Geannoteerde agenda van de RAZEB van 14 april 2003
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
7 april 2003
P.J.Kleiweg de Zwaan
DIE-177/03
070-3485819
1/7
070-3486381
die@minbuza.nl
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 14 april 2003
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de
Staatssecretaris voor Europese Zaken, de geannoteerde agenda van de
Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 14 april 2003 aan te
bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr J.G. de Hoop Scheffer
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 14 april 2003
Algemene zaken
Stand van zaken overige Raadsformaties
In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad
als gebruikelijk de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien
en, waar noodzakelijk, bespreken. Het Voorzitterschapdocument is op
het moment van schrijven nog niet beschikbaar.
Conventie
Oorspronkelijk zou de Voorzitter van de Conventie, de heer Giscard d'
Estaing, een gesprek hebben met de Europese Raad op 21/21 maart jl..
Dit gesprek vond geen doorgang. Thans staat gepland dat op 16 april
2003 in Athene, en marge van de ondertekening van de
toetredingsverdragen, een speciale bijeenkomst over de Conventie zal
worden gehouden op niveau van staatshoofden en regeringsleiders,
waarvoor ook de tien kandidaat-lidstaten die de toetredingsverdragen
zullen ondertekenen, worden uitgenodigd.
De Conventie is nu een jaar aan de gang. Inmiddels zijn de
amendementen ten aanzien van de eerste en tweede tranche in de
Conventie besproken en zijn amendementen ten aanzien van de derde
tranche (JBZ en begroting) ingediend. Deze laatste zijn tijdens de
plenaire sessie van 3/4 april besproken. Tevens zullen verdere
ontwerpartikelen worden voorgelegd. Volgens het door het Praesidium
gepresenteerde werkprogramma zullen de besprekingen over het gehele
ontwerpverdrag in mei 2003 worden afgerond.
Het ligt in de bedoeling de resultaten van de Conventie in juni 2003
aan de Europese Raad aan te bieden. Nederland ondersteunt het streven
om de werkzaamheden van de Conventie onder Grieks Voorzitterschap af
te ronden. Het streven van Voorzitter Giscard d' Estaing om een
consensus-document te presenteren aan de Europese Raad wordt door de
Nederlandse regering ondersteund. Mocht er echter sprake zijn van
onoverbrugbare meningsverschillen in de Conventie, dan kunnen deze in
het eindproduct worden weergegeven in de vorm van opties.
Het mandaat van de Conventie, zoals geformuleerd in de Verklaring van Laken, laat deze mogelijkheid uitdrukkelijk open.
Hervorming Stafreglement
Het Voorzitterschap heeft nog niet aangegeven hoe het Statuut van EG
ambtenaren in de Raad zal worden behandeld. Naar verwachting zal het
Voorzitterschap trachten een akkoord op hoofdzaken te behalen. De
Commissie heeft in april 2002 een omvangrijk voorstel gedaan om het
"statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen" (het
Statuut) te wijzigen. Dit moet leiden tot een modernere Europese
"bestuursdienst" gebaseerd op transparantie, promotie op grond van
merite en effectiviteit. De besprekingen in de Raad over de wijziging
van het Statuut van EG ambtenaren zijn de laatste maanden
geïntensiveerd omdat het Voorzitterschap streeft naar afronding van de
hervormingen vóór eind juni 2003. Op deze datum verloopt de huidige
methode voor de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en de
tijdelijke extra belastingheffing van EG ambtenaren.
Nederland kan het voorstel op grote lijnen steunen, maar meent dat de Commissievoorstellen op een aantal punten niet ver genoeg gaan. Dit betreft met name de voorstellen voor de financiering van de pensioenen, de salarismethode, het instellen van vaste "promotie percentages" en een permanente regeling voor afvloeiingsmaatregelen.
Externe betrekkingen
`Wijder Europa'/ Nieuwe buren
In de Raad zal een openbaar debat worden gevoerd over de onlangs
uitgekomen Commissie-Mededeling over `Wijder Europa'. De discussie
dient mede ter voorbereiding van de Europese Conferentie op 17 april,
waar de landen van de uitgebreide Unie met hun buren samenkomen.
Hoofdpunten van de Commissie-Mededeling zijn: goed nabuurschap met de
ooster- en zuiderburen van de uitgebreide Unie op basis van
gemeenschappelijke waarden, maar met ruimte voor differentiatie. Een
toetredingsperspectief voor deze landen is momenteel niet aan de orde.
De regering verwelkomt de Commissie-Mededeling en meent dat in deze
discussie de aandacht moet worden geconcentreerd op de nieuwe
oosterburen. Met de Mediterrane landen bestaat immers reeds een
vergaand stelsel van afspraken in het kader van het Barcelona-proces.
Intensivering van de relaties met de oosterburen en het voorkomen van
nieuwe scheidslijnen in Europa is in het belang van zowel de Unie als
haar nieuwe buren.
De regering meent dat betere benutting en uitvoering van de huidige
verdragen (Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomsten met Oekraïne
en Moldavië) op de korte termijn de belangrijkste bijdrage kan leveren
aan verbetering van de relatie tussen de Unie en haar nieuwe
oosterburen.
EU-Rusland
De Raad zal spreken over de betrekkingen tussen de EU en Rusland.
Hierbij zal aan de orde komen hoe in het algemeen deze betrekkingen
kunnen worden verbeterd, inclusief het stroomlijnen van structuur en
aantal gezamenlijke bijeenkomsten. Meer specifiek zal de voorbereiding
van de EU-RF Samenwerkingsraad (17 april as.) en van de EU-RF Top in
Petersburg (30-31 mei as.) worden besproken. Bij de Top wil het
Griekse voorzitterschap in elk geval gemeenschappelijke waarden,
milieu en nucleaire veiligheid, JBZ en regionale kwesties opbrengen,
met name Transdjnestrië. De regering gaat akkoord met de voorgestelde
aanpak, waarbij zij erop zal aandringen dat op de Top ook Tsjetsjenië
en mensenrechten aan de orde zullen komen.
Westelijke Balkan
De Commissie zal de jaarlijkse rapporten presenteren over de voortgang
in het Stabilisatie- en Associatieproces. De rode draad in de
verslaglegging is dat de implementatie van bestaande afspraken het
belangrijkste knelpunt blijft in de ontwikkeling van de regio, en
daarmee in de toenadering van de regio tot de Euro-Atlantische
structuren. Dit geldt zowel voor de naleving van `politieke afspraken'
(Dayton, ICTY, vluchtelingenterugkeer) als voor de tenuitvoerlegging
van JBZ-gerelateerde afspraken (rechtspleging, bestrijding
criminaliteit) en sociaal-economische kwesties (inclusief
intra-regionale samenwerking). Nederland steunt deze bevindingen en
zal onder andere pleiten voor voortgezette ondersteuning aan de
betrokken landen bij de implementatie van genoemde afspraken. Tevens
zal Nederland er voor pleiten dat de Unie haar markt verder openstelt
voor producten waarbij de landen in de Westelijke Balkan een
comparatief voordeel hebben (ondermeer textiel, wijn).
De Raad zal voorts spreken over de lidmaatschapsaanvraag die Kroatië
op 25 februari jl. heeft ingediend. Nederland meent dat deze aanvraag
conform de bestaande procedures in het Verdrag naar de Commissie kan
worden gestuurd. De Commissie heeft aangegeven eerst in de loop van
2004 haar `avis' te zullen uitbrengen. Deze procedure doet op geen
enkele wijze afbreuk aan het standpunt van Nederland dat Kroatië
onvoldoende samenwerkt met het Joegoslavië tribunaal (ICTY). Zoals
bekend heeft Nederland de ratificatie van de Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst EU-Kroatië aangehouden zolang Kroatië niet
voldoende meewerkt met het ICTY.
Tot slot zal de Raad spreken over mogelijke restrictieve maatregelen
tegen personen die steun bieden aan door het ICTY aangeklaagde
oorlogsmisdadigers (o.m. Karadzic en Mladic). Nederland hecht zeer aan
spoedige instelling van dergelijke maatregelen.
Midden-Oosten
De Raad zal stilstaan bij de benoeming van de eerste Palestijnse
premier, Abu Mazen, die mede onder Europese druk tot stand kwam. Dit
betekent een doorbraak: hiermee zijn de Palestijnen tegemoet gekomen
aan één van de belangrijkste eisen van de VS en Israël. De benoeming
heeft een zeker momentum gecreëerd m.b.t. de beoogde presentatie en
implementatie van de Roadmap van het Kwartet, getuige onder meer
recente uitspraken van Amerikaanse zijde. Daar staat tegenover dat
Israël bij de VS heeft aangedrongen op substantiële wijziging van de
Roadmap, namelijk eerst volledige kalmte aan het veiligheidsfront
alvorens andere stappen kunnen worden gezet. Een dergelijke wijziging
zou de Roadmap terstond diskwalificeren. Teneinde het momentum vast te
houden is het van groot belang dat het Kwartet - en in het bijzonder
de VS - de Israëlische druk weerstaat en de Roadmap in zijn huidige
staat handhaaft en (onmiddellijk na acceptatie van het nieuwe
Palestijnse kabinet) publiceert, alsook Israël aanspoort mee te werken
aan de implementatie ervan.
Irak
Voor wat betreft Irak moge hier kortheidshalve worden verwezen naar de
informatie die uw Kamer hierover separaat ontvangt. De Raad zal
uiteraard stilstaan bij de laatste ontwikkelingen in de oorlog en
spreken over de post-conflict fase aan de hand van de Conclusies
terzake van de Europese Raad van 20 maart jl.
Noord-Korea
De Raad zal zich buigen over de situatie met betrekking tot
Noord-Korea. Diplomatieke initiatieven hebben tot op heden weinig
resultaat opgeleverd. Pyongyang blijft insisteren op bilaterale
besprekingen met de VS en weigert deel te nemen aan gesprekken in
multilaterale vorm. Pogingen van EU-zijde om een ontmoeting van HV
Solana met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il te realiseren hebben
tot nog toe geen resultaat gehad. Een EU-missie naar Pyongyang op
lager niveau zou geen toegevoegde waarde hebben aangezien de
standpunten op dit niveau reeds voldoende zijn uitgewisseld.
EVDB
De Raad zal vermoedelijk kort terugkijken op de overname door de EU
per 31 maart jl. van de NAVO-operatie Allied Harmony in Macedonië. De
nieuwe naam van de EU-operatie is "Concordia". Inzet is nu om deze
operatie zo effectief mogelijk uit te voeren, in goede samenwerking
met de NAVO. Nederland is bij deze operatie vertegenwoordigd door twee
liaison-officieren.
Massavernietigingswapens
De Raad zal zich buigen over de proliferatie van
massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, hetgeen een nog
immer groeiende bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid
vormt. Nederland en de EU zijn vanouds zeer actief op het terrein van
creatie en versterking van multilaterale verdragen en instrumenten,
alsmede van regimes die zich toeleggen op de controle van export van
materialen en apparaten die in desbetreffende programma's kunnen
worden aangewend. In de afgelopen jaren is echter gebleken dat deze
traditionele activiteiten niet alle proliferatiegaten hebben kunnen
dichten, vooral niet in een aantal regionale crisishaarden
(Midden-Oosten, Zuid-Azië en Noord-Korea).
De EU dient thans op strategischer wijze de strijd tegen proliferatie
aan te binden. Dat kan ten eerste geschieden door versterking van
verdragen, normen en exportcontroleregimes. Ten tweede is het zaak dat
de Unie het hele haar ter beschikking staande instrumentarium
(diplomatiek, politiek, economisch, financieel) waar mogelijk en
opportuun aanwendt voor zowel de bestrijding van de
massavernietigingswapensprogramma's zelf, als voor de aanpak van de
dieperliggende oorzaken die ertoe leiden dat het bezit van
massavernietigingswapens wordt nagestreefd. Dat vergt een
pijleroverstijgende aanpak, een proliferatie-invalshoek in alle
EU d
moeten worden bezien. Dit strategischer beleid dient tevens zorgvuldig
te worden afgestemd met de VS.
Libië
De Raad zal spreken over een Italiaans voorstel om het EU-wapenembargo
tegen Libië gedeeltelijk op te schorten ter bevordering van de strijd
tegen illegale immigratie door Libië. Nederland staat hier - net als
andere EU-lidstaten - zeer terughoudend tegenover, o.a. omdat dit niet
los gezien kan worden van internationale verplichtingen die Libië nog
in VN-verband moet nakomen.
Doha Development Agenda
De Commissie zal de stand van zaken uiteenzetten van de
WTO-onderhandelingen in het kader van de Doha Development Agenda, de
nieuwe handelsronde die in 2001 in Doha is begonnen. Op de meeste
onderwerpen willen de onderhandelingen vooralsnog niet vlotten: zo
zijn tussentijdse deadlines gemist voor diensten, landbouw, TRIPs en
gezondheid en Special and Differential Treatment. Hierdoor komt een
zware last te liggen op de 5e Ministeriële Conferentie die in
september 2003 te Cancun zal plaatshebben.
Besluitvorming door de RAZEB van 14 april is niet voorzien.
(evt.) APS
De Raad zal spreken over voorstellen van de Commissie ten aanzien van
de toevoeging van een `financiële crisisclausule' aan de
APS-verordening en de jaarlijkse exercitie waarin wordt bezien of de
begunstigde landen nog wel recht hebben op preferenties (het zogeheten
"graduatie- / degraduatie-mechanisme"). Besluitvorming is voorzien.
De resterende knelpunten betreffen de datum van inwerkingtreding van
het verlies van preferenties (graduatie) en welke landen dit o.a.
(i.c. Colombia en Costa Rica) betreft.
Ten aanzien van de graduatie wenst Nederland een soepele behandeling
voor de betreffende landen, ook uit oogpunt van rechtszekerheid en
voorspelbaarheid voor het betrokken bedrijfsleven. Nederland stuurt
daarom aan op verder uitstel van de toepassing van de graduatie, maar
bevindt zich met dit standpunt in een minderheidspositie.