Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Schoonmakers willen afname ziekteverzuim met 20 procent in 2006

De schoonmakers en glazenwassersbedrijven hebben in een arboconvenant afgesproken om het ziekteverzuim de komende drie jaar met een vijfde terug te brengen (van ongeveer 10 procent in 2002 naar 8 procent in 2006). Ook de WAO-instroom zou met eenzelfde percentage moeten dalen (van ongeveer 2,0 procent naar 1,6 procent). Om dit te bereiken worden de lichamelijke belasting en de werkdruk van de schoonmakers verminderd. In dit convenant ligt de nadruk op de begeleiding en het aan het werk helpen van zieke werknemers. Het is hiermee het eerste zogenoemde arbo-plus-convenant.

Het convenant over arbeidsomstandigheden voor de schoonmaak- en glazenwassersbedrijven is ondertekend door demissionair staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de voorzitters van de Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond. In totaal wordt 16 miljoen euro in het convenant geïnvesteerd. Sociale partners betalen 12 miljoen; het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid draagt vier miljoen euro bij. In de schoonmaakbranche werken ongeveer 200.000 mensen. Het convenant heeft een looptijd van ruim drie jaar.

Om de lichamelijke belasting te verminderen, wordt een groot aantal hulpmiddelen voor het schoonmaken technisch verbeterd. Zo mag vanaf 2005 alleen nog met een ergonomisch verantwoorde stofzuiger worden gewerkt en wordt onderzocht of de zogenaamde 'telescoopsteel' met een aantal aanpassingen een goed alternatief kan worden voor het schoonmaken van ramen op een ladder tot tien meter. Ook komt er een tilnorm van 25 kilo voor één persoon en 50 kilo voor twee personen. Zwaardere objecten moeten met mechanische hulpmiddelen worden getild. Verder wordt met het wisselen van taken voorkomen dat steeds dezelfde lichaamsdelen worden belast.

Om werkdruk bij schoonmakers te voorkomen, worden onder meer maatregelen genomen om de stijl van leidinggeven te verbeteren. Op dit moment ontbreekt het soms aan voldoende instructie en begeleiding, wat de werkdruk voor de schoonmakers kan vergroten. Waar nodig krijgen leidinggevenden een opleiding coachend leidinggeven. In 2004 wordt nagegaan of alle ongeveer 16.000 leidinggevenden voldoen aan vooraf vastgelegde criteria voor de stijl van leidinggeven. Ook komt er een digitaal programma aan de hand waarvan de mate van werkdruk kan worden onderzocht.

Verder is een groot aantal maatregelen afgesproken om zieke werknemers beter te begeleiden en sneller aan het werk te helpen. Zo zijn er afspraken gemaakt om zieke werknemers snel ander en geschikter werk aan te bieden, zo nodig bij een andere werkgever. Ook komt er een 'helpdesk', waar werkgevers en leidinggevenden terecht kunnen met vragen over reïntegratie van werknemers. Daarnaast wordt in de eerder genoemde opleiding voor leidinggevenden ook aandacht besteed aan de begeleiding van zieke werknemers.

Om de uitvoering van het convenant te waarborgen, gaat de branche vanaf 2005 op de werkplek na of de gemaakte afspraken worden nageleefd. Verder worden zo nodig specifieke afspraken gemaakt met de opdrachtgevers over arbeidsomstandigheden op de verschillende plekken waar schoonmakers werken. Ook de communicatie met de werkvloer krijgt veel aandacht. Omdat veel schoonmakers geen of slecht Nederlands lezen, wordt veel gewerkt met visueel materiaal, zoals video's en strips.


---

Dit is een gezamenlijk persbericht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten, FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond.