NVM

Nieuwegein, 9 april 2003

NVM: geringe prijsdaling gemiddelde koopwoning 1e kwartaal 2003 -0,5%

Met name hoge segment beïnvloedt prijsontwikkeling

De prijs van de gemiddelde koopwoning in Nederland is in het 1e kwartaal van 2003 met -0,5 % licht gedaald ten opzichte van het 4^e kwartaal 2002 en komt daarmee op gemiddeld 203 duizend euro. Het woningaanbod en de tijd dat woningen te koop staan, nemen opnieuw toe. Daarbij blijft het aantal transacties achter op het voor het 1^e kwartaal van het jaar gebruikelijke cijfer. De ongunstige macro-economische ontwikkeling en de onzekerheid rond de oorlog in Irak hebben een duidelijk negatieve invloed op de markt. Deze wordt echter in belangrijke mate gecompenseerd door de gunstige ontwikkeling van de betaalbaarheid van woningen.

Volgens algemeen voorzitter Oscar Smit is er door deze combinatie van negatieve en positieve factoren nog steeds sprake van een redelijk gezonde markt. "Ondanks het afnemende aantal transacties is de dynamiek in de markt groot. Er is veel nieuw aanbod, waarvan een groot deel ook weer snel verkocht wordt. Het verschil tussen vraag- en verkoopprijs is met 3,8% klein. De duurdere woningen, de bovenste 30% van elk woningtype, onderscheiden zich door een duidelijk dalende tendens in de transactieprijs."

De NVM verwacht voor het komende kwartaal opnieuw een matige prijsontwikkeling. De matige macro-economische situatie in Nederland en de onzekerheid rond de oorlog in Irak hebben een drukkende invloed op de woningprijzen. Daar staat de sterk toegenomen betaalbaarheid als belangrijke positieve factor tegenover.

Sterke toename betaalbaarheid
De betaalbaarheid van de gemiddelde koopwoning is in het 1^e kwartaal ingrijpend verbeterd. De dalende trend van de rente en de gematigde koopprijsontwikkeling is hier debet aan. De betaalbaarheid verbetert voor de onderscheiden huishoudensgroepen met 6 tot 10 procentpunten en maakt dat voor het eerst sinds lange tijd de gemiddelde koopwoning weer bereikbaar is voor de gemiddelde eenverdiener die al een eigen woning heeft.
Tabel 1. NVM-Betaalbaarheidspercentage koopwoning

(koopwoning betaalbaar bij 100%)

kwartaal
Starters
Doorstromers

Éénverdiener Tweeverdiener
Éénverdiener Tweeverdiener
2002.Q4
79. 118%

97% 145%
2003.Q1
85. 127%

103. 155%

Uit de tabel blijkt dat het betaalbaarheidspercentage voor een doorstomende eenverdiener

(1 x modaal) op de woningmarkt verbeterd is. Voor kopers met een tweeverdienerinkomen (1,5 x modaal) zijn koopwoningen gemiddeld genomen nog beter betaalbaar geworden.

Cijfers vierde kwartaal
In het 1^e kwartaal daalde de prijs van vrijstaande woningen met
-2,7%. De prijs van de andere drie woningen die de NVM onderscheidt, blijft vrijwel gelijk: de prijs van de gemiddelde hoekwoning daalde met -0,4%, de prijs van het gemiddelde appartement met -0,2% en de prijs van de gemiddelde tussenwoning -0,1%.

Het totale geldsvolume gemoeid met de verkoop van woningen is in het 1^e kwartaal gedaald met 14%, na een stijging van 7% in het vorige kwartaal. De daling van het geldsvolume wordt zo goed als volledig veroorzaakt door een afname van het aantal transacties. Ten opzichte van het 4e kwartaal is de prijs van de gemiddelde woning immers nauwelijks veranderd.

Figuur 1 Prijsontwikkeling per kwartaal over meerdere jaren

(kolom: verandering ten opzichte van voorgaande kwartaal; lijn: gemiddelde over laatste 4 kwartalen)

Figuur 2 Mediane verkoopprijs van woningen, periode 1985-2 tot 2003-1

Daling aantal transacties
In het 1^e kwartaal zijn er via NVM-makelaars 29.049 woningen verkocht. Een daling van 13% ten opzichte van het 4^e kwartaal in 2002. Het aantal transacties blijft daarmee 7% achter op wat voor het 1^e kwartaal van 2003 verwacht mocht worden (ter vergelijking: in het 1^e kwartaal van 2002 zijn er 31.950 woningen verkocht). In het 1^e kwartaal van 2003 hebben de woningen bij verkoop gemiddeld 71 dagen te koop gestaan. De looptijd is hiermee toegenomen met 22%. Vrijstaande woningen vallen hierbij op, doordat de looptijd met 13% duidelijk minder sterk stijgt. In het 1^e kwartaal stond een gemiddelde vrijstaande woningen in Nederland 115 dagen te koop. Ter vergelijking; hoekwoningen staan nu 76 dagen, tussenwoningen 61 dagen en appartementen 56 dagen te koop bij verkoop.

Toename woningaanbod
Aan het einde van het 1e kwartaal staan bij NVM-makelaars 68.333 woningen te koop, 4.938 meer dan bij het begin van het kwartaal. Dat is een toename van ruim 8%.

De krapte-indicator, de verhouding tussen het woningaanbod en het aantal transacties, bedraagt in maart 7,9 voor eengezinswoningen en 6,2 voor appartementen. Langzaam verschuift de focus van een verkopersmarkt naar een ontspannen kopersmarkt.

Verschillen per regio
In Nederland is geen sprake van een nationale woningmarkt: vraag en aanbod komen op regionaal niveau bij elkaar. Ook in het 1^e kwartaal 2003 zijn belangrijke verschillen tussen de 80 NVM-regio's zichtbaar. De onderstaande tabel biedt de cijfers voor een dwarsdoorsnede van de Nederlandse woningmarkten.

Tabel 1 Prijsontwikkeling, dwarsdoorsnede van de Nederlandse woningmarkten


* voorlopig cijfer

Zuid Limburg valt op door een stevige prijsdaling na een stevige prijsstijging in het voorgaande kwartaal. Andere dalers in het 1^e kwartaal van 2003 zijn de regio's stad Groningen, Zutphen, Amsterdam, Den Haag, Den Bosch en Zeeland. Alleen in Utrecht en Nijmegen stijgt de prijs van de gemiddelde woning noemenswaard. Over het gehele afgelopen jaar bezien is alleen in Amsterdam en Den Bosch de prijs van de gemiddelde woning gedaald. In Zutphen is de prijs in het afgelopen jaar gemiddeld gelijk gebleven. Alle andere regio's geven over de laatste vier kwartalen een prijsstijging te zien. In het geval van Zeeland, Utrecht, Zwolle, Almere, Nijmegen stad Groningen en Rotterdam is de prijsstijging duidelijk meer dan de 0,6% die gemiddeld per kwartaal voor Nederland is opgetreden.

Huurwoningmarkt
De NVM ondersteunt de plannen van de regering om op korte termijn de scheefgroei in de woningmarkt aan te pakken. Met een nieuwe maatregel willen de partijen `scheefwoners' aanpakken, dat zijn mensen die in verhouding met hun inkomen te goedkope huurwoningen `bezet houden'. De NVM denkt dat hiermee de doorstroming op de woningmarkt bevorderd wordt. Dit betekent echter wel dat er duurdere huurwoningen bijgebouwd moeten worden. De doorstroming uit huurwoningen naar koopwoningen of naar een duurdere huurwoning komt nu namelijk nauwelijks of niet tot stand.

Bijlage 1: Kerncijfers woningmarkt

Tabel 1 Nederland 1^e kwartaal 2003 versus 4^e kwartaal 2002

Bijlage 2: Ontwikkeling indicatoren van belang voor de woningmarkt

Nauwelijks economische groei in 2002
De economie is volgens de cijfers van het CBS in het jaar 2002 met slechts 0,3% gegroeid, de laagste groei in 20 jaar tijd. Van enig herstel is in de loop van het jaar geen sprake geweest. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) in het 4e kwartaal laat met 0,3% geen herstel zien ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De economische groei komt op het conto van de overheidsconsumptie en in mindere mate van de consumptie van huishoudens. De uitvoer steeg het 4^e kwartaal van 2002 met 1,3% vergeleken met het 3^e kwartaal van 2002, maar over het gehele jaar 2002 gezien, is de uitvoer met 2,2% gedaald.

Weinig groei verwacht in 2003
Het CPB schat de groei voor dit jaar op 0,75% en die voor 2004 op 1,75%. Hiermee blijft Nederland achter bij het gemiddelde voor de Europese Unie. De lage groei van de uitvoer als gevolg van de verslechterde concurrentiepositie in Nederland is de belangrijkste reden hiervoor. Hierbij is het CPB uitgegaan van een korte oorlog in Irak. Echter, een maandenlange oorlog in Irak die gepaard gaat met internationale spanningen, zal een negatieve uitwerking hebben op de economische groei. Berekeningen van het Centraal Planbureau, die eind maart zijn voorgelegd aan het kabinet, laten zien dat de economie in dat geval kan krimpen met 0,5%. Bron: CBS, CPB, DNB

Dalende renteniveaus
De daling van het effectief rendement op staatsobligaties (de kapitaalmarktrente) leek zich in de maanden september-november 2002 te stabiliseren, na een daling van gemiddeld 0,2% per maand in de afgelopen zomer. Echter, in december 2002 lijkt de trend van de periode juni-augustus zich weer te herstellen. De rente is in februari 2003 gedaald tot 3,67%. De hypotheekrente heeft een daling ingezet sinds mei 2002 en kwam in februari 2003 uit op 4,3%. In maart 2003 is de rente weer iets gestegen tot 4,4%.

Tabel 1 kapitaalmarkt- en hypotheekrente

Jul

aug

sep

okt

Nov

dec

jan

Feb

mrt

Kapitaalmarktrente

4,76%

4,48%

4,23%

4,28%

4,23%

4,04%

3,85%

3,67%

%

Hypotheekrente

5,4%

5,2%

4,9%

4,9%

4,8%

4,7%

4,5%

4,3%

4,4%

Bron: CBS/ Hypotheekshop

Dalende inflatie
De inflatie voor het gehele jaar 2002 is vastgesteld op 3,3%. In het begin van 2003 daalde de inflatie tot onder de 3%. Een deel van deze daling (0,2%) is toe te schrijven aan de zogenaamde basisverlegging. De cijfers van 2002 zijn nog gebaseerd op de prijsontwikkeling van het consumptiepakket van 1995, de cijfers voor 2003 op die van het consumptiepakket van 2000. De in de tabel gepresenteerde gegevens zijn gebaseerd op het nieuwe basisconsumptiepakket van 2000. In februari 2003 is de inflatie uitgekomen op 2,7%, een kleine stijging ten opzichte van januari, toen de inflatie zelfs daalde tot 2,5%. Kleding en schoeisel werden een stuk goedkoper en zorgden voor een daling in januari. De stijging van de prijzen voor autobrandstoffen en voedingsmiddelen veroorzaakte grotendeels de 0,2% stijging van de inflatie in februari. De verwachting is dat de inflatie dit jaar af zal nemen tot 2,25% en volgend jaar verder daalt naar 1,0%.

De geharmoniseerde Europese index laat in februari 2003 een inflatie zien van 3,2%, 0,3% hoger dan in januari. In een jaar tijd is de inflatie aanzienlijk gedaald. In februari 2002 was de inflatie nog 4,5%. Echter, het gemiddelde inflatiepercentage in Europa is in februari 2003 nog altijd bijna een procent lager op 2,3%. Nederland neemt met zijn inflatiepercentage een middenpositie in binnen de Eurozone.

Tabel 2 Inflatiepercentages in Nederland

2001

2002

Jun 02

Okt 02

Nov 02

Dec 02

Jan 03

Feb 03

CPI alle huishoudens

2,2%

2,6%

3,4%

3,1%

2,9%

3,0%

2,5%

2,7%*

Geharmoniseerde Europese index (NL)

5,1%

3,9%

3,9%

3,6%

3,4%

3,5%

2,9%

3,2%*


* voorlopige cijfers

Bron: CBS, DNB, CPB

Stijgende werkloosheid
In de maanden september-november is het aantal geregistreerde werklozen uitgekomen op gemiddeld 183 duizend, drieduizend meer dan de vorige driemaandsperiode en 42 duizend hoger dan dezelfde periode een jaar geleden. Als percentage van de beroepsbevolking is het werkloosheidspercentage momenteel 2,5%, 0,6 procentpunt hoger dan een jaar eerder. In de laatste twaalf maanden steeg het aantal werklozen gemiddeld met drie à vier duizend per maand.

Het CPB spreekt de verwachting uit dat de werkloosheid in 2003 met ongeveer 100 duizend personen op zal lopen. In percentages van de beroepsbevolking betekent dat tussen de 4 en 5 procent van de beroepsbevolking. Volgens De Nederlandsche Bank neemt het aantal werklozen volgend jaar toe met circa 66 duizend.

Bron: CBS, CPB, DNB

Geen verdere daling aantal vacatures
Het aantal openstaande vacatures is in het 4e kwartaal van 2002 niet opnieuw gedaald, maar zelfs heel licht gestegen tot 121 duizend tegenover 115 duizend in het vorige kwartaal. Het aantal ontstane vacatures is gelijk gebleven, terwijl het aantal vervulde vacatures met 25% is afgenomen. De lichte stijging van het aantal openstaande vacatures is te danken aan bedrijven met minder dan tien werknemers. Bij middelgrote en grote ondernemingen bleef het aantal gelijk.

Het aantal openstaande vacatures eind 2002 is met een kwart afgenomen ten opzichte van hetzelfde tijdstip een jaar eerder. Deze daling is absoluut gezien vooral te wijten aan de afname van het aantal openstaande vacatures bij particuliere bedrijven, dat daalde van 148 tot 108 duizend.

Bron: CBS

Daling consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen is in het eerste kwartaal van 2003 gezakt naar het laagste punt sinds 1983. Het vertrouwen daalde tot -38, 12 punten lager dan in december, toen er zich nog een herstel van het consumentenvertrouwen leek af te tekenen. De mening van de consument op het gebied van zowel het economisch klimaat alsmede de koopbereidheid is sterk verslechterd. De mening over het economische klimaat is sinds december 2002 18 punten gedaald, de mening over de koopbereid 8 punten. Overigens komt de daling bijna volledig op rekening van de maand januari 2003. De grote daling in maart 2003 betreffende de bereidheid tot het doen van grote aankopen is de heersende onzekerheid. Het consumentenvertrouwen in maart is gemeten in de eerste twee weken van de maand, voor het uitbreken van de oorlog. Het consumentenvertrouwen zal negatief beïnvloed worden door een langdurige oorlog in Irak.

Bron: CBS

Tabel 3 consumentenvertrouwen (gecorrigeerd voor seizoen)

Periode

Consumenten-vertrouwen

Economisch klimaat

Koopbereidheid

w.o. grote aankopen
2002. - Januari


-4

-24
10


---

Februari


-5

-21

---


-1
Maart


-9

-24

---


-7
April


-13

-29

-2

-13
Mei


-17

-32

-7

-22
Juni


-21

-38

-10

-28
Juli


-26

-45

-13

-33
Augustus


-28

-48

-14

-37
September


-32

-54

-18

-38
Oktober


-33

-57

-17

-35
November


-30

-50

-16

-35
December


-26

-47

-12

-18 2003. - Januari


-36

-64

-18

-28
Februari


-37

-64

-19

-27
Maart


-38

-65

-20

-37
Bron: CBS

Aantal afgesloten woninghypotheken stijgt
Het kadaster noteerde in het 4e kwartaal van 2002 een totaal aantal geregistreerde hypotheken van 136 duizend. Dit betekent een stijging van 9,6% vergeleken met een kwartaal eerder. Het gemiddelde hypotheekbedrag steeg in het 4e kwartaal door tot 173 duizend euro, hetgeen een stijging van 3,6% ten opzichte van het derde kwartaal van 2002 inhoudt. Over het gehele jaar 2002 steeg het gemiddeld hypotheekbedrag door tot 164 duizend euro tegenover 151 duizend euro in 2001. Deze stijging hangt grotendeels samen met de stijging van de huizenprijzen. Het totaal aan nieuw ingeschreven hypotheken steeg voor het eerst sinds twee jaren en wel naar 501 duizend, een stijging van 21 duizend ten opzichte van 2001. Deze toename is vooral in het eerste halfjaar van 2002 gerealiseerd. In het tweede halfjaar was er sprake van stabilisatie. Het grootste deel van deze stijging (19 duizend) is te danken aan oversluitingen en tweede hypotheken.

De totale uitstaande hypotheekschuld is gestegen naar 350 miljard euro, een toename van bijna 11% ten opzichte van een jaar eerder. De gemiddelde hypotheekschuld per woning bedroeg eind vorig jaar 110 duizend euro. Het aantal eigen woningen dat met een hypotheek is belast, is bijna 90%.

Bron: CBS, Kadaster

Bijlage 3: Cijfers van Kadaster en NVM

Trends NVM & Kadaster lopen vertraagd parallel
In figuur 3 wordt duidelijk dat wanneer men corrigeert voor de 60 tot 90 dagen die nodig zijn voor het passeren van de koopakte, de cijfers van het Kadaster en de NVM eenzelfde ontwikkeling te zien geven. De NVM registreert een transactie van een bestaande koopwoning op de datum van de koopovereenkomst tussen koper en verkoper binnen enkele werkdagen na het uitwerken van de ontbindende voorwaarden, dat is 60 tot 90 dagen eerder dan het Kadaster, dat bij de overdracht van het eigendom de woning als verkocht registreert.

Figuur 1: Vergelijking prijsontwikkeling NVM en Kadaster (driemaandsgemiddelde)

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u terecht bij de persvoorlichtster van de NVM,
Thalia Luckel:
telefoon: 030-6085185
fax 030-6035468
internet: www.nvm.nl
e-mail: t.luckel@nvmorg.nl