Ministerie van Justitie


http://www.justitie.nl

MIN JUST: Reactie op het rapport van Human Rights Watch

Martin Bruinsma
070 370 6266

4304
08.04.03

REACTIE OP HET RAPPORT VAN HUMAN RIGHTS WATCH

De kritiek van Human Rights Watch dat een aantal aspecten van de Nederlandse asielprocedure in strijd zou zijn met bepaalde internationaalrechtelijke verplichtingen wordt niet gedeeld. Het huidige beleid en de wet- en regelgeving is tot stand gekomen in gezamenlijk overleg tussen regering en parlement en heeft als waarborg de toets door de onafhankelijke rechter. De rechter toetst het beleid aan dezelfde internationale verdragen als waar Human Rights Watch zich op baseert in haar kritiek. Zo heeft in oktober 2002 het gerechtshof in Den Haag nog bepaald dat binnen de AC-procedure voldoende mogelijkheden bestaan voor een asielzoeker om aannemelijk te maken dat hij of zij een verdragsvluchteling is. Een aantal procedurele aspecten is overigens naar aanleiding van deze uitspraak reeds aangepast.

Asielaanvragen worden op een efficiënte en zorgvuldige wijze door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) behandeld in het relatief korte tijdsbestek van de procedure in het aanmeldcentrum. Voorop staat dat iedere asielaanvraag op zijn eigen merites wordt beoordeeld. In de AC-procedure krijgt de asielzoeker de gelegenheid zijn asielmotieven volledig uiteen te zetten. De asielzoeker wordt door de IND expliciet gewezen op het belang om alle feiten en relevante documenten voor de ondersteuning van de asielaanvraag te overleggen. Dus de stelling van Human Rights Watch dat tijdens de aanmeldcentrum procedure maar beperkt de mogelijkheid bestaat om bewijs te produceren wordt niet herkend.

Door de snelle en zorgvuldige procedure krijgen asielzoekers snel duidelijkheid ten aanzien van hun asielaanvraag en wordt voorkomen dat vreemdelingen die geen serieuze asielmotieven hebben onnodig lang in de procedure en in de opvang verblijven. Tegen een negatieve beslissing op een asielverzoek staat beroep bij de rechter open. De stijging van het aantal afdoeningen in de aanmeldcentra, in grote mate afhankelijk van het gevoerde landenbeleid dat door de regering en het parlement wordt vastgesteld, leidt overigens niet tot een hoger percentage vernietigingen van beslissingen bij de rechtbank. Al gedurende meerdere jaren wordt de IND in ongeveer 90% van de AC-beroepszaken door de rechtbank in het gelijk gesteld. Dit constante percentage laat zien dat een hoger afdoeningspercentage in de aanmeldcentra niet ten koste gaat van de zorgvuldigheid in de AC-procedure.

Voor het horen van kinderen jonger dan 12 jaar zijn er regels neergelegd in het protocol 'Horen onder de 12 jaar' (n.a.v. aanbevelingen van de Katholieke Universiteit Nijmegen), dat in samenwerking met diverse mensenrechtenorganisaties, de Inspectie voor de Jeugdhulpverlening en de Jeugdbescherming tot stand is gekomen. De voogd, die het kind vanaf het eerste moment na de AC-procedure krijgt toegewezen, kan overigens te allen tijde aanwezig zijn bij het gehoor.

In het rapport van Human Rights Watch wordt tevens kritiek geuit op de opvang van asielzoekers. Het Nederlandse opvangbeleid past echter, in tegenstelling tot hetgeen door Human Rights Watch wordt beweerd, binnen de EU-richtlijn betreffende de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten. Gedurende de eerste asielaanvraag bestaat er voor de asielzoeker recht op opvang. Voor een tweede of daaropvolgende asielaanvraag is dit niet het geval. Dit is geheel conform de EU-richtlijn, die ook deze mogelijkheid biedt voor de lidstaat om de opvang te beperken indien eerder een asielaanvraag is ingediend.


---

09 apr 03 00:01