Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

http://www.minlnv.nl

Wijzigingen regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003

Wijzigingen in de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

Op 4 april 2003 is de Regeling standstill AI-gevoelige dieren 2003 in werking getreden. Met deze regeling werd in heel Nederland voor onbepaalde tijd het vervoer verboden van AI-gevoelige dieren, éénhoevigen, evenhoevigen, broedeieren, consumptie-eieren, mest, gebruikt strooisel, rauwe melk en diervoeder van en naar bedrijven waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn. De standstill-periode is benut voor het traceringsonderzoek in verband met de besmetting in Ospel. Thans is er aanleiding om de stand-still periode te beëindigen onder gelijktijdige aanpassing van de reeds geldende maatregelen zoals opgenomen in de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 en de Bezoekersregeling Aviaire Influenza 2003.

De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I is van toepassing op heel Nederland, met uitzondering van de vervoersbeperkingsgebieden, bedoeld in de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003.

Wijzigingen in de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I

Het uitrijden van mest afkomstig van AI-gevoelige dieren op bouwland van bedrijven waar geen AI-gevoelige dieren of geen andere dieren dan AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, kan uitsluitend onder strikte voorwaarden plaatsvinden. Indien bedrijven uitsluitend AI-gevoelige dieren op de grond, op strooisel houden en per stal alle AI-gevoelige dieren gelijktijdig aanvoeren en gelijktijdig afvoeren is het toegestaan om mest afkomstig van AI-gevoelige dieren, die reeds voor 1 februari 2003 op de kopakker is aangevoerd, op bouwland aan te wenden (artikel 3a).

Voor de praktijk betekent artikel 5, vierder lid, dat het vervoer van eendagskuikens binnen compartiment F ingevolge de regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 niet mag plaatsvinden via compartiment G doch slechts via de bovenste gebiedsgrens van compartiment F, de A67.

Het vervoer van rauwe melk afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden is verboden, tenzij er rechtstreeks vervoer naar de melkfabriek plaatsvindt en is voldaan aan strikte voorwaarden (artikel 5d). Voor het vervoer van diervoerder naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelden eveneens strikte voorwaarden (artikel 5e).

De verplichting voor de vervoerder om een inzichtelijke registratie bij te houden is thans eveneens van toepassing op het vervoer van rauwe melk en diervoeder. Deze verplichting was al van toepassing op het vervoer van AI-gevoelige dieren naar het slachthuis en het vervoer van ééndagskuikens (artikel 6).

Compartiment F
In de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 wordt Nederland opgedeeld in een aantal compartimenten. Uit veterinair oogpunt geldt voor compartiment F in het bijzonder het volgende regiem. Het is in compartiment F niet toegestaan om AI-gevoelige dieren rechtstreeks naar het slachthuis te vervoeren. Tevens geldt een verbod voor het vervoer van broedeieren naar een geregistreerde broederij. Het is evenmin toegestaan om éénhoevigen en evenhoevigen te vervoeren of te verplaatsen.

Daarnaast is in compartiment F het vervoer van eieren bestemd voor industriële verwerking afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden naar een geregistreerde eiproductenfabrikant slechts mogelijk voor zover dit laatste bedrijf eveneens is gelegen in compartiment F. Deze beperking geldt eveneens voor het vervoer van eendagskuikens.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op beschikking 2003/214/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 27 maart 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in Nederland (PbEG L 81);

Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en derde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I
De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I wordt gewijzigd als volgt:
A
De artikelen 1 tot en met 9 worden vervangen door de volgende artikelen:

Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia); c. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers; d. ophokgebied: een van de in bijlage III bij deze regeling aangewezen ophokgebieden;
e. compartiment F: compartiment als bedoeld in de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003.

Artikel 2
Het is verboden AI-gevoelige dieren en broedeieren te vervoeren, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder een vervoermiddel, vanuit Nederland.
Artikel 2a
Het is verboden AI-gevoelige dieren en broedeieren in Nederland te brengen.

Artikel 2b
1. De verboden, bedoeld in de artikelen 2a en 3, eerste lid, zijn niet van toepassing op van kalkoenen afkomstige broedeieren die vanaf de grens rechtstreeks naar een overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992 geregistreerde broederij worden vervoerd.
2. De in het eerste lid bedoelde broedeieren worden vervoerd, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 2c
1. Het verbod, bedoeld in artikel 2a, is niet van toepassing ten aanzien van vleeskuikens afkomstig uit Duitsland die vanaf de grens rechtstreeks worden vervoerd naar een in bijlage IV bij deze regeling bedoeld slachthuis en langs een route zoals beschreven in die bijlage.
2. Indien vleeskuikens worden vervoerd overeenkomstig het eerste lid, zijn de artikelen 4, tweede lid, en 6, niet van toepassing.

Artikel 2d
1. Het verbod, bedoeld in artikel 2a, is niet van toepassing op eendagskuikens die vanaf de grens rechtstreeks worden vervoerd naar een bedrijf of stal waar geen andere AI-gevoelige dieren aanwezig zijn, mits het afleveren plaatsvindt op de openbare weg, grenzend aan het bedrijf van bestemming.
2. Indien eendagskuikens worden vervoerd overeenkomstig het eerste lid, is artikel 6 niet van toepassing.

Artikel 3
1. Het is verboden:
a. AI-gevoelige dieren, en
b. broedeieren,
te vervoeren, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder een vervoermiddel, binnen Nederland.
2. Het is verboden:
a. consumptie-eieren, en
b. rauwe melk,
te vervoeren vanaf een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden.

3. Het is verboden diervoeders te vervoeren naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden.

Artikel 3a
1. Het is verboden te vervoeren:
a. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, en b. dierlijke mest afkomstig van een bedrijf waar als een van de bedrijfstakken AI-gevoelige dieren worden gehouden. 2. Onder het vervoer van gebruikt strooisel, mest van AI-gevoelige dieren en dierlijke mest, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan het aanwenden ervan.
3. Opslagen van mest van AI-gevoelige dieren worden op een zodanige wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan niet gehouden dieren, niet met de mest van AI-gevoelige dieren in aanraking kunnen komen.
4. In afwijking van het eerste en tweede lid is het toegestaan om op een bedrijf waar geen AI-gevoelige dieren of geen andere dieren dan AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, mest van AI-gevoelige dieren aan te wenden overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv, mits is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:
a. de mest is voor 1 februari 2003 op een opslaglocatie van het bedrijf aangevoerd;
b. nadien is geen andere mest op dezelfde opslaglocatie aangevoerd;
c. alle dieren worden in de stal op de grond op strooisel gehouden en per stal worden alle dieren gelijktijdig aangevoerd en gelijktijdig afgevoerd;
d. de Stichting Mestafzetcontrole heeft toestemming verleend voor de aanwending;
e. de te gebruiken werktuigen zijn voor gebruik gereinigd en ontsmet volgens een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit goedgekeurd reinigings- en ontsmettingsprotocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv;
f. de mest wordt tegelijkertijd met het uitrijden ondergewerkt, en
g. de werktuigen worden na de verrichte werkzaamheden vóór vertrek van het bedrijf opnieuw gereinigd en ontsmet volgens eerdergenoemd protocol.

Artikel 3b
In het ophokgebied is de eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren verplicht de AI-gevoelige dieren op te sluiten in een ruimte die zodanig is afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en hun uitwerpselen in deze ruimte kunnen doordringen. Artikel 3c
De eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren draagt er zorg voor dat deze dieren de ruimte, bedoeld in artikel 3b, niet verlaten.
Artikel 4
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van AI-gevoelige dieren die rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis.
2. Het eerste lid is van toepassing, indien:
a. alle op het bedrijf of in een stal bedrijfsmatig gehouden AI-gevoelige dieren tegelijkertijd worden vervoerd naar het slachthuis, en
b. een door een dierenarts ondertekende gezondheidsverklaring, opgemaakt binnen 12 uur voor vertrek naar het slachthuis en opgesteld overeenkomstig het in bijlage I bij deze regeling opgenomen model, tijdens het vervoer op een transportmiddel aanwezig is en voorafgaand aan het lossen op het slachthuis is afgegeven aan de keuringsambtenaar.

Artikel 5
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van eendagskuikens die rechtstreeks met een of meer vervoermiddelen worden vervoerd naar een bedrijf of een stal waar geen andere AI-gevoelige dieren bedrijfsmatig worden gehouden, mits het afleveren plaatsvindt op de openbare weg, grenzend aan het bedrijf van bestemming, en is voldaan aan het tweede tot en met vierde lid.
2. Na aankomst op het bedrijf van bestemming dient de eigenaar, houder of hoeder van de eendagskuikens, bedoeld in het eerste lid, deze binnen 7 dagen te laten onderzoeken door een dierenarts op AI. Van elke inspectie wordt door de dierenarts een verklaring opgemaakt, welke verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order wordt bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele symptomen van AI aan de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.
3. Eendagskuikens, bedoeld in het eerste lid, die ingevolge artikel 2d in Nederland zijn gebracht, mogen vanaf het bedrijf van bestemming uitsluitend overeenkomstig artikel 4 rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis.
4. Voor zover de eendagskuikens afkomstig zijn van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment F is het bedrijf van bestemming tevens gelegen in compartiment F.

Artikel 5a
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is niet van toepassing ten aanzien van eieren bestemd voor industriële verwerking afkomstig van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, die rechtstreeks worden vervoerd naar een op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en eiproducten en eiproductenindustrie 1999, geregistreerde eiproductenfabrikant, en is voldaan aan het tweede en derde lid.
2. De eieren worden vervoerd, verpakt, opgeslagen en verwerkt overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv. 3. Voor zover de eieren afkomstig zijn van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden gelegen in compartiment F is het bedrijf van de geregistreerde eiproductenfabrikant tevens gelegen in compartiment F. Artikel 5b
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van broedeieren afkomstig van vermeerderingsbedrijven, geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992 die rechtstreeks worden vervoerd met een of meer vervoermiddelen naar een, overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992 geregistreerde broederij.
2. De in het eerste lid bedoelde broedeieren worden vervoerd, verpakt, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 5c
Het verbod, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, is niet van toepassing ten aanzien van consumptie-eieren die rechtstreeks worden vervoerd naar de plaats van bestemming, niet zijnde een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden.

Artikel 5d
Het verbod, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing ten aanzien van het vervoer van rauwe melk van een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren gehouden worden, indien: a. de rauwe melk rechtstreeks naar een melkfabriek wordt vervoerd, en
b. het vervoer van rauwe melk voldoet aan de in bijlage V bij deze regeling opgenomen voorschriften.

Artikel 5e
Het verbod, bedoeld in artikel 3, derde lid, is niet van toepassing ten aanzien van het rechtstreekse vervoer van diervoerder naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, indien het vervoer van het diervoeder voldoet aan de in bijlage VI bij deze regeling opgenomen voorschriften.

Artikel 6
Ingeval van vervoer als bedoeld in de artikelen 4, 5, 5d en 5e, is de vervoerder verplicht een inzichtelijke registratie bij te houden en tot nader order op diens bedrijf te bewaren,
waarin in elk geval de volgende gegevens worden opgenomen: . naam, adres en woonplaats van de laad- en losplaatsen; . de vervoerde soorten AI-gevoelige dieren; . de vervoerde aantallen AI-gevoelige dieren; . de gereden route, en
. datum en tijdstip van laden en lossen.
Artikel 7
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:
a. AI gevoelige dieren,
b. broedeieren, en
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, te verplaatsen binnen Nederland.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
a. ingeval van vervoer, bedoeld in de artikelen 2b, 4, 5, 5a, 5b en 5c en van artikel 3c van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, ten aanzien van het desbetreffende vervoer goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv; b. ingeval van ander vervoer dan bedoeld in de artikelen 2b, 4, 5, 5a, 5b en 5c het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, voor het desbetreffende vervoermiddel goedgekeurde protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv en het vervoermiddel vervolgens telkens voordat het een plaats verlaat waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol, zoals bekendgemaakt op www.minlnv.nl/rvv.

Artikel 7a
1. De artikelen 4 en 5b zijn niet van toepassing in compartiment F. 2. Het vervoer van evenhoevigen en eenhoevigen, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoervoermiddel, afkomstig van of naar een bedrijf waar bedrijfsmatig AI-gevoelige dieren worden gehouden, is verboden in compartiment F.

Artikel 8
Deze regeling laat de op grond van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003 geldende bepalingen onverlet.

Artikel 9
Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I.

B

Bijlage I tot en met Bijlage III word vervangen door Bijlage I tot en met Bijlage VI zoals opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel II
De Regeling standstill AI-gevoelige dieren 2003 wordt ingetrokken. Artikel III

Deze regeling wordt aan de media bekend gemaakt en treedt op 10 april 2003 om 00:00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

Bijlage

Bijlage I
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor AI-gevoelige dieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en geslacht worden buiten deze gebieden in Nederland.

In te vullen door de pluimveehouder

Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :

Betreft AI-gevoelige soort :
Aantal :

Adres slachterij :
Kenteken vrachtauto
en/of aanhanger :

Datum :
Hantekening houder AI-gevoelige dieren:

In te vullen door de dierenarts

Ondergetekende verklaart:


- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te hebben op:
Datum :
Tijd :


- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.


- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van de AI-gevoelige dieren te hebben uitgevoerd.

Naam dierenarts :
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :

Handtekening dierenarts:

Bijlage II (vervallen)

Bijlage III bij de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I
A. Ophokgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei-Beneden Leeuwen, bedoeld in bijlage I, onderdeel A van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, en de navolgende begrenzing:
1. Vanaf de Ketelbrug in oostelijke richting het Ketelmeer volgend tot de monding van de IJssel .
2. Vanaf de monding van de IJssel de IJssel volgend tot aan de kruising met de snelweg A28.
3. Vanaf de kruising met de IJssel de A28 in westelijke richting volgend tot verkeersknooppunt Hattemerbroek.
4. Vanaf knooppunt Hattemerbroek de A50 in zuidelijke richting volgend tot verkeersknooppunt Waterberg.
5. Vanaf knooppunt Waterberg de A50 in westelijke richting volgend tot de kruising met de Koningsweg (N310). 6. Vanaf het viaduct over de A50 de Koningsweg (N310) in zuidelijke richting volgend tot aan de Amsterdamseweg (N224) (Arnhem).
7. Amsterdamseweg N224 (Arnhem) volgend in oostelijke richting tot Zijpendaalseweg.
8. Zijpendaalseweg volgend in zuidelijke richting via het Willemsplein, volgend in zuidelijke richting overgaand in Roermondsplein overgaand in de Nelson Mandelabrug overgaand in Eldenseweg tot de Batavierenweg.
9. Batavierenweg volgend in oostelijke richting tot aan de Nijmeegseweg (A325).
10. Nijmeegseweg (A325 ) volgend in zuidelijke richting overgaand in A325 tot aan verkeersknooppunt Ressen.
11. Vanaf verkeersknooppunt Ressen de snelweg A15 volgend in westelijke richting tot verkeersknooppunt Valburg. 12. Bij verkeersknooppunt Valburg de snelweg A 50 volgend in zuidwestelijke richting tot afslag 15 (Oss).
13. Afslag 15 volgen tot de Cereslaan.
14. De Cereslaan volgend in noordwestelijke richting tot de Ruwaardsingel (Oss).
15. De Ruwaardsingel (Oss) volgend in noordoostelijke richting tot de Doctor Saal van Zwanenbergsingel.
16. De Doctor Saal van Zwanenbergsingel volgend in noordwestelijke richting overgaand in de Hertogin Johannasingel overgaand in de John F. Kennedybaan tot de Gewandeweg.
17. De Gewandeweg volgend in westelijke richting overgaand in de Burgemeester Smitsweg overgaand in de Wildseweg tot aan de Nieuwe Provincialeweg (N625).
18. De Nieuwe Provincialeweg (N625) volgend in noordelijke richting overgaand in Wildsedijk (N625) tot de Veerweg. 19. De Veerweg volgend in westelijke richting tot veerpont (Maren).
20. Vanaf overzijde Maas de Veerweg volgend in westelijke richting overgaand in de Jan Klingenweg overgaand in de Van Heemstraweg (N322) tot Rijksweg N322.
21. Rijksweg 322 volgend in zuidwestelijke richting tot oprit 17 (Zaltbommel) van de snelweg A2.
22. Snelweg A2 volgend in noordwestelijke richting tot verkeersknooppunt Everdingen A27
23. Vanaf knooppunt Everdingen de A27 volgen in noordelijke richting tot de aansluiting op de A6.
24. Vanaf de aansluiting op de A27 de A6 volgen in noordelijke richting tot aan de Ketelbrug.
B. Ophokgebied Nederweert
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het vervoersbeperkingsgebied Nederweert, bedoeld in bijlage I, onderdeel B van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, en de navolgende begrenzing:
1. Vanaf de afslag 41 (Grathem), de A2 volgend in zuidelijke richting tot aan de rivier de Maas.
2. De rivier de Maas volgend in noordelijke richting tot aan de A67.
3. De A67 volgend in westelijke richting tot aan de kruising van de spoorlijn tussen Eindhoven en Venlo.
4. Vanaf deze kruising de spoorlijn volgen in westelijke richting tot aan de splitsing met de spoorlijn van Eindhoven naar Weert. 5. Vanaf deze splitsing de spoorlijn Eindhoven-Weert volgen in zuidelijke richting tot aan de A67.
6. Hier de A67 volgen tot aan afslag 33.
7. Vanaf afslag 33 de N69 volgen in zuidelijke richting tot aan de Nederlands-Belgische grens.
8. Nederlands-Belgische Grens volgend in oostelijke richting tot aan de kruising met de Napoleonsweg (N273).
9. Napoleonsweg (N273) volgend in noordelijke richting tot aan afslag 41 (Grathem)

Bijlage IV

Slachthuizen en routes als bedoeld in artikel 2c van de regeling

Slachthuis T. Storteboom, Provincialeweg 70, 9864 PG Kornhorn (EEG 5018)
Route:
Vanaf grensovergang Nieuweschans via de A7 in westelijke richting tot aan afslag 32, Marum. Bij de afrit rechtsaf de N980 volgend in noordelijke richting naar Noordwijk (Gr). De weg volgend richting Kornhorn, eerste weg rechts Ipo Haaimaweg. Vervolgens eerste inrit links (ongeveer 4 km vanaf de snelweg).

Bijlage V

Protocol inzake transport van rauwe melk naar de melkfabriek

ALGEMEEN:
Dit protocol moet worden gevolgd bij het transport van rauwe melk naar de melkfabriek, bedoeld in artikel 5d, onderdeel b, van de regeling.

LOGBOEK:
De chauffeur van het transportmiddel houdt een logboek bij, als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003. Dit logboek moet tenminste 72 uur op het vervoermiddel voorhanden zijn en daarna op de onderneming, waartoe de vervoereenheid of container behoort, tot nader order worden bewaart. Dit kan handmatig of via een computer plaatsvinden. Van elk transport zijn de onderstaande gegevens bekend:
1. naam chauffeur, kenteken wagen en eventueel aanhanger; 2. naam, adres, woonplaats (afleveradres) van de bezochte bedrijven; 3. datum en tijdstip van het vervoer;
4. de gereden route;
5. plaats, datum en tijdstip van reiniging en ontsmetting en gebruikt ontsmettingsmiddel;
6. de hoeveelheid en soort vervoerde goederen;
7. de op de bezochte bedrijven aanwezige diersoorten.

(HYGI.NE-)MAATREGELEN:
De kritische onderdelen van het transportmiddel (banden, wielkasten, treeplank en slang) worden gereinigd en ontsmet bij het afrijden van het terrein van het bedrijf. Dit kan handmatig (rugspuit) of met een automatische installatie plaatsvinden. Reinigen en ontsmetten kan gelijktijdig plaatsvinden. Ontsmetting vindt pas plaats nadat de kritische onderdelen goed gereinigd zijn.

Na aflevering van de rauwe melk bij de melkfabriek dient het vervoermiddel geheel te worden gereinigd (inclusief de cabine) en gedesinfecteerd in een daartoe ingerichte wasgelegenheid. Hiervan wordt in het logboek een aantekening gemaakt. De chauffeur draagt bij het verlaten van de wagen op het bedrijf een schone plastic overschoenen of schone laarzen, een plastic overjas of bedrijfseigen overall en handschoenen. Gedragen overschoenen, overjassen, overall en handschoenen worden bij het bedrijf achtergelaten. Gedragen laarzen moeten worden gereinigd en ontsmet.

Het meenemen van materiaal van het bedrijf is niet toegestaan.

De chauffeur blijft te allen tijde zo veel mogelijk op afstand van AI-gevoelige dieren.

Voor de desinfectie wordt één van de middelen genoemd in de tabel van Bijlage VI bij deze regeling gebruikt.

Bijlage VI

Protocol inzake het transport van diervoeder naar bedrijven.

ALGEMEEN:
Dit protocol moet worden gevolgd bij alle transporten naar en van bedrijven waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn als bedoeld in artikel 5e, onderdeel b, van de regeling.

LOGBOEK:
De chauffeur van het transportmiddel houdt een logboek bij, als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling compartimentering AI-gevoelige dieren 2003. Dit logboek moet tenminste 72 uur op het vervoermiddel voorhanden zijn en daarna op de onderneming, waartoe de vervoereenheid of container behoort, tot nader order te bewaren. Dit kan handmatig of via een computer plaatsvinden. Van elk transport zijn de onderstaande gegevens bekend:
1. naam chauffeur, kenteken wagen en eventueel aanhanger; 2. naam, adres, woonplaats (afleveradres) van de bezochte bedrijven; 3. datum en tijdstip van het vervoer;
4. de gereden route;
5. plaats, datum en tijdstip van reiniging en ontsmetting en gebruikt ontsmettingsmiddel;
6. de hoeveelheid en soort vervoerde goederen.

(HYGI.NE-)MAATREGELEN:
De kritische onderdelen van het transportmiddel (banden, wielkasten, treeplank, onderkant laadklep en lepel van de heftruck (kooiaap)) worden gereinigd en ontsmet bij het oprijden van het terrein van de diervoederleverancier en bij aankomst op en voor vertrek van het bedrijf. Dit kan handmatig (rugspuit) of met een automatische installatie plaatsvinden. Reinigen en ontsmetten kan gelijktijdig plaatsvinden. Ontsmetting vindt pas plaats nadat de kritische onderdelen goed gereinigd zijn.

Na aflevering van het diervoeder op het bedrijf dient de transportwagen geheel te worden gereinigd (inclusief de cabine) en gedesinfecteerd in een daartoe ingerichte wasgelegenheid. Hiervan wordt in het logboek een aantekening gemaakt. De chauffeur draagt bij het verlaten van de wagen op het pluimveebedrijf schone plastic overschoenen of schone laarzen, een plastic overjas of bedrijfseigen overall en handschoenen. Gedragen overschoenen, overjassen, overall en handschoenen worden bij het pluimveebedrijf achtergelaten. Gedragen laarzen moeten worden gereinigd en ontsmet.

De gebruikte pallets worden op het bedrijf van aflevering achtergelaten. Er worden overigens in het geheel geen retourvrachten en/of materialen meegenomen. Bij het lossen op het bedrijf wordt . in voorkomend geval . gebruik gemaakt van een silo-eigen losslang. Een eventueel gebruikte stofzak blijft op het bedrijf.

De chauffeur blijft op afstand van de stal.

Voor de desinfectie wordt één van de middelen genoemd in onderstaande tabel gebruikt.

Toelatings-nummer Merknaam Vorm Werkzame stoffen Dosering

8688 P3-incidin
03 vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/didecyldimeth ylammoniumchloride/formaldehyde/glutaaraldehyde 2 % 200 gr per 10 liter
11011 Ontsmetal vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchl oride/didecyldimethylammoniumchloride/formaldehyde/ glutaaraldehyde 2 % 200 ml per 10 liter
11965 MS
Macrodes vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/didec yldimethylammoniumchloride/formaldehyde/glutaaraldehyde 2 % 200 ml per 10 liter
10072 P3-incidin
05 vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/kaliumhydroxi de 2 % 200 gr per 10 liter
11964 MS
Nofordes vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/kaliu mhydroxide 2 % 200 ml per 10 liter
11301 P3-incidin
07 vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/glutaaraldehy de 1 % 100 ml per 10 liter
11948 MS
Megades vloeistof Alkyldimethylbenzylammoniumchloride/gluta araldehyde 1 % 100 ml per 10 liter
6706 Stafilex chloortabletten
tablet Natriumdichloorisocyanuraat 10 tabletten per 10 liter 6377 P3-Desinfectie-tabletten tablet Natriumdichloorisocyan uraat 10 tabletten per 10 liter
7321 Suma Tab D4 tablet Natriumdichloorisocyanuraat 10 tabletten per 10 liter
8779 Delco
chloortablet-ten tablet Natriumdichloorisocyanuraat 10 tabletten per 10 liter
8960 Actisan-5L tablet Natriumdichloorisocyanuraat 10 tabletten per 10 liter
11180 Reca
chloortabletten tablet Natriumdichloorisocyanuraat 10 tabletten per 10 liter
8241 Halamid-D vloeistof Natrium-p-tolueensulfonchloram ide 2 % 200 ml per 10 liter
11871 Proxitane
AHC vloeistof Perazijnzuur/waterstofperoxide 1,33 % 133 ml per 10 liter
11920 D50 vloeistof Perazijnzuur/waterstofperoxide 1,33 % 133 ml per 10 liter
11950 Zal Perox
II vloeistof Perazijnzuur/waterstofperoxide 1,33 % 133 ml per 10 liter
12191 INO DA Vloeistof Perazijnzuur/waterstofperoxide 1,33 % 133 ml per 10 liter
12356 Manudes Vloeistof Perazijnzuur/waterstofperoxide 1,33 % 133 ml per 10 liter

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

09 apr 03 19:39