VIANED


PERSBERICHT

Kapitaalvernietiging infrastructuur dreigt

8 april 2003

VIANED beschikt over concrete aanwijzingen dat in de komende jaren zowel op rijks, provinciaal als gemeentelijk niveau veel noodzakelijk en gepland werk aan de infrastructuur door geldproblemen niet kan worden uitgevoerd. Het betreft hier zowel aanleg van nieuwe infrastructuur als noodzakelijk onderhoud aan de bestaande netwerken. Het uitstellen van noodzakelijk onderhoud aan onze wegen kan leiden tot grotere verkeersonveiligheid en zet het mes in specifieke maatregelen zoals ecologisch bermbeheer en het vernieuwen van bovenlagen met stillere asfaltsoorten. Zeker is dat onvoldoende onderhoud aan het wegennet leidt tot forse kapitaalsvernietiging van eens geïnvesteerd belastinggeld. Onderzoek toont aan dat de onderhoudskosten per jaar per m2 verharding ten opzichte van de optimale aanpak met circa 30 procent toenemen bij drie jaar uitstel en met circa 60 procent bij vijf jaar uitstel. Dit jaar heeft Rijkswaterstaat voor beheer en onderhoud een bedrag van 371 miljoen euro op de begroting staan.

De oorzaak van de kasproblemen bij Rijkswaterstaat lijkt te liggen in het verdampen van kasoverschotten in de sfeer van nieuwe projecten die men voorheen overhevelde naar beheer en onderhoud. Bij de interne inventarisatie tijdens de recente gunningenstop is gebleken dat op enkele grote projecten (zoals de HSL-zuid) eerder moet worden afgerekend dan men had verwacht. Aangezien meer megaprojecten de komende jaren zullen worden opgeleverd ontstaat bij ongewijzigd beleid een structureel probleem voor de bekostiging van beheer en onderhoud. Bovengenoemde financiële tekorten moeten los gezien worden van de plannen voor bezuinigingen van miljarden euro's, die in de nieuwe regeerperiode ingevoerd dreigen te worden en in de komende jaren ongetwijfeld ook verkeer en vervoer zullen treffen. Daarmee wordt duidelijk dat de gunningenstop die Rijkswaterstaat begin maart van dit jaar voor enkele weken invoerde veel grotere consequenties zal hebben dan de verantwoordelijke minister de Tweede Kamer heeft voorgehouden. De grond-, water- en wegenbouwsector die voor 85 procent afhankelijk is van de opdrachten van de overheid spreekt van een uiterst zorgelijke marktontwikkeling.

Een eerste voorlopige inventarisatie heeft de volgende gegevens opgeleverd.

* In Noord Nederland zijn recent de budgetten voor beheer en onderhoud door Rijkswaterstaat Noord voor de komende drie jaar noodgedwongen tot een derde gereduceerd van het basisonderhoudsniveau. Een eerste concrete daad is het afgelasten van de aanbesteding van bestek NN 4499 (groot asfaltonderhoud op rijkswegen in Groningen). Door de maatregel wordt het noodzakelijke onderhoudsbudget van Rijkswaterstaat met enkele tientallen miljoenen euro's gekort.

* In Oost-Nederland zijn asfaltverhardingen van de Dienstkring Autosnelwegen Nijmegen alsmede de uitbouw van rijksweg 35 (planning 2005) uitgesteld.

* In Zuid-Nederland zijn de verlenging van het onderhoud aan wegen en waterbouwkundige werken in de provincie Zeeland, de ontsluitingsweg bouwplan Veersepoort, de ombouw van de A2 (rondweg Den Bosch) en werkzaamheden aan de A2 in Limburg het slachtoffer van het gebrek aan voldoende middelen geworden.
* In West-Nederland betreft het de sanering van de petroleumhaven in Amsterdam, de renovatie van de Stormvloedkering en diverse onderhoudsbestekken in Noord- en Zuid-Holland waaronder het onderhoud aan de A10 West.

VIANED is er van overtuigd dat bovenstaande projecten nog maar een topje van de ijsberg zijn waar het de projecten van het rijk betreffen. En omdat veel infrastructurele projecten van lagere overheden (onder meer provincies en gemeenten) deels met rijksmiddelen worden gefinancierd zullen de gevolgen van de tekorten op rijkniveau ook nadrukkelijk te zien zijn in het beheers- en onderhoudsbudgetten van deze lagere overheden.

VIANED pleit voor een structureel overleg met de politiek om de alternatieve mogelijkheden op een rij te zetten hoe de financiële problemen kunnen worden aangepakt.