Actueel

Tussenbeslissing in de zaak tegen C. Boonstra

Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 10-04-2003

Met de officier van Justitie betreurt de rechtbank dat verdachte ervoor gekozen heeft niet ter terechtzitting te verschijnen, onder andere omdat dit de rechtbank de mogelijkheid ontneemt bij haar levende vragen aan de verdachte te stellen.

Bovendien ontneemt verdachte zich daarmee de gelegenheid om te reageren op voor hem mogelijke belastende omstandigheden en op hetgeen zich ter zitting voordoet.

Echter, in ons wettelijk systeem geldt als uitgangspunt dat een verdachte niet verplicht is ter terechtzitting te verschijnen. Art. 278 Sv biedt de mogelijkheid dat de rechtbank een verdachte beveelt in persoon te verschijnen indien dit voor het onderzoek noodzakelijk is. De verdachte heeft in verklaringen tegenover de ECD en tegenover de rechter-commissaris zijn visie gegeven op de beschuldiging en in zoverre meegewerkt aan het onderzoek.

Eén en ander brengt mee dat de rechtbank op dit moment geen aanleiding ziet verdachte te bevelen ter terechtzitting te verschijnen. Dit zou in de loop van het onderzoek anders kunnen worden, bijvoorbeeld na het horen van getuigen.