Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Beantwoordingstermijn vragen inzake zorgfraude
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-CB-U-2369578
10 april 2003
Op 28 maart, respectievelijk 4 april 2003 bereikten mij verslagen van
schriftelijke overleggen, waarin 202 vragen zijn opgenomen van de
vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het
onderwerp zorgfraude. Op 8 april 2003 bereikten mij bovendien aan dat
onderwerp verwante schriftelijke vragen van het lid Wilders. In alle
gevallen wordt gevraagd om beantwoording gelijktijdig met het
uitbrengen van mijn politieke oordeel over de op 28 maart 2003
uitgebrachte onderzoeksrapporten in het kader van de door mij tijdens
het plenaire spoeddebat d.d. 5 februari 2003 aangekondigde
onafhankelijke frauderisico-analyse. Ik heb toegezegd u mijn politieke
oordeel uiterlijk op 11 april 2003 te doen toekomen. Ik hecht eraan
die toezegging gestand te doen. Voor de beantwoording van
bovenbedoelde vragen zijn enkele weken nodig.
Ik ga er van uit dat ik met mijn politieke oordeel inzake de
resultaten van de onafhankelijke frauderisico-analyse wel een deel van
de reeds gestelde vragen zal kunnen afdekken, maar tegelijkertijd zou
ik mij kunnen voorstellen dat dit politieke oordeel ook aanleiding kan
vormen voor het stellen van nieuwe vragen. Als ik daarmee rekening
houd, geef ik er de voorkeur aan om alle vragen in één keer tezamen te
beantwoorden. Met een voorbehoud voor de omvang en inhoud van de
eventueel nog te stellen vragen alsmede de datum waarop die mij zullen
bereiken, streef ik naar beantwoording uiterlijk op 17 mei a.s.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
mr. A.J. de Geus