LAD

Nieuws

LAD: DBC's schadelijk voor medisch specialist in dienstverband

Bekostigingssystematiek als stukloon

Om de bekostigingssystematiek voor de ziekenhuizen te verbeteren zijn een omslag van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg en minder regeldichtheid en bureaucratie gewenst. Dit zou de productiviteit moeten verhogen. De vraag is of de DBC daaraan kan bijdragen.

In de toekomst dienen in alle ziekenhuizen de onderhandelingen, inkoop, bekostiging en financiering van zorg te geschieden door middel van diagnose-behandeling-combinaties (DBC's). Het uiteindelijke tarief dat de ziekenhuizen voor een DBC ontvangen, is afhankelijk van het onderhandelingsproces met de zorgverzekeraars. De verzekeraars en het ziekenhuis als geïntegreerd medisch-specialistisch bedrijf maken daarbij volume- en prijsafspraken over de DBC's. De wens tot meer transparantie bij de bepaling van de kostprijs van verleende zorg speelt een belangrijke rol, evenals - politiek gezien - inkomensharmonisatie. Invoering van DBC's als medische procesbeschrijving en combinatie van een (specifieke) zorgvraag, de gestelde diagnose en de bijbehorende reeks acties van de behandelend specialist en het ziekenhuispersoneel, kan ook bijdragen aan het wegnemen van bestaande, onverklaarbare verschillen in inkomen tussen specialisten.

Risico
Tot op heden is de discussie over invoering van de DBC's vooral gevoerd vanuit de positie van de vrijgevestigd medisch specialist. Nauwelijks wordt aandacht besteed aan de afwijkende positie van de medisch specialist in dienstverband.
Uitgangspunt van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) is dat er geen verschil in functioneren is tussen vrijgevestigde medisch specialisten en medisch specialisten in dienstverband. Er is dus geen reden voor afwijkende eisen aan dienstverbanders, bijvoorbeeld wat betreft productieafspraken, zolang deze passen binnen de overeengekomen kaders van de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) en de Honoreringsregeling Academisch Medisch Specialisten (HAMS).
Dienstverbanders zijn niet direct partij bij de onderhandelingen tussen ziekenhuisdirectie en zorgverzekeraar(s). Zij kunnen dus geen directe invloed uitoefenen op het resultaat. Wel lopen zij het risico, gezien de verhouding werknemer-werkgever, dat (problemen bij) het realiseren van de afgesproken productie in onevenredige mate op hen wordt afgewenteld. Met de invoering van de DBC's zal nadrukkelijk verband worden gelegd tussen productie en bekostiging, zeg maar 'stukloon'. De medisch specialisten in dienstverband zullen ervoor moeten waken de rekening gepresenteerd te krijgen.

Academisch ziekenhuis
De academische ziekenhuizen hebben bij de invoering van DBC's een bijzondere positie, vooral vanwege hun specifieke plaats in de zorgketen. Daarbij ligt de nadruk op minder eenduidige, meer zorgintensieve en complexe zorgvragen. In de academische ziekenhuizen worden de DBC's alleen ingevoerd voor de reguliere zorg. De topreferente en topklinische zorg blijven er (vooralsnog) buiten; hiervoor is een apart zorgbudget overeengekomen. Om deze redenen zijn de academische ziekenhuizen ook later gestart met de DBC-participatie.

In ons verdere betoog gaan wij ervan uit dat de positie van de medisch specialist in het academisch ziekenhuis vergelijkbaar is met die van de medisch specialist in het algemeen ziekenhuis.

Loon naar werken
De medisch specialist wil erkenning van zijn werkinspanningen in de DBC's. Het adagium 'loon naar werken' geldt ook hier. Belangrijk is of er voldoende draagvlak blijft als de inkomensharmonisatie die door de invoering van de DBC's kan optreden, niet plaatsvindt en de inkomens te ver gaan uiteenlopen.
Lang is onderhandeld over specifieke arbeidsvoorwaardenregelingen voor de medisch specialist in dienstverband. In 1999 bereikte de LAD met de NVZ vereniging van ziekenhuizen overeenstemming over de AMS; na invoering van de HAMS in 1999 werd onlangs een aangepaste honoreringsregeling met de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) overeengekomen. De inkomensniveaus in beide regelingen zijn afgestemd op de gemiddelde inkomens van de vrijgevestigd medisch specialisten. Vanuit deze situatie is er geen enkele noodzaak voor een beschrijving van activiteiten overeenkomstig de DBC-systematiek. In deze arbeidsvoorwaardenregelingen wordt recht gedaan aan het principe 'loon naar werken' en, via een toeslagensysteem, aan de verschillen in (dienst)belasting van medisch specialisten. De financiering van beide regelingen is nog niet volledig geregeld. Voor de academische ziekenhuizen is nog onduidelijk wanneer de financiering rondkomt. Partijen doen hun uiterste best om de overheid te overtuigen de noodzakelijke financiële middelen beschikbaar te stellen.

Onzeker
Ten aanzien van de positie van de dienstverbander bestaat daarnaast nog veel onzekerheid over de uitwerking van de DBC's. De LAD signaleert reële risico's voor de dienstverbander, zowel bij de invoering als bij de verdere ontwikkeling van de DBC's. Volstrekt onduidelijk is of - en zo ja op welke manier - de arbeidsvoorwaardenkosten van AMS en HAMS worden verdisconteerd in de DBC's, én welke gevolgen de DBC's hebben voor de productieafspraken voor de dienstverbander. Er ligt immers een duidelijke relatie tussen deze afspraken en de prijs voor de geleverde zorg:
* Wordt voor de dienstverbander dan uitgegaan van de geldende arbeidsvoorwaardenkosten op basis van de AMS en HAMS, of wordt het tarief gehanteerd dat op lokaal niveau wordt overeengekomen voor de verschillende (vrijgevestigd) medisch specialisten?
* Maken ziekenhuisdirecties en dienstverbanders afspraken alvorens de onderhandelingen worden gevoerd met de zorgverzekeraars, of worden de dienstverbanders geconfronteerd met de productieafspraken die ziekenhuisdirecties en zorgverzekeraars hebben gemaakt?

* En wat gebeurt er nu - in het kader van de DBC's - de bandbreedte voor de verschillen in inkomens van de vrijgevestigd medisch specialisten expliciet is losgelaten en er weer grote verschillen in inkomen ontstaan tussen de verschillende specialismen? Is er dan bereidheid van zorgverzekeraars/overheid om de inkomens van de dienstverbanders dan weer op gelijk niveau te brengen?

De belangen hoeven niet identiek te zijn. Ziekenhuisdirecties worden wellicht gedwongen tot hogere productieafspraken vanwege de bestaande arbeidsvoorwaardenkosten voor medisch specialisten als gevolg van toenemende concurrentie met andere ziekenhuizen in de regio. Dit vooral omdat zorgverzekeraars belang hebben bij een zo laag mogelijke prijs tegen een zo hoog mogelijk productieniveau.

Arbeidsvoorwaardenkosten
Ook is onduidelijk wat er gebeurt als de inkomsten die op basis van het resultaat van onderhandelingen met de zorgverzekeraars worden ontvangen, onvoldoende zijn om de arbeidsvoorwaardenkosten van de medisch specialisten in dienstverband te financieren:
* Heeft dat dan gevolgen voor het aantal formatieplaatsen, of worden de dienstverbanders 'gedwongen' meer productie te leveren?
* Wat gebeurt er als de dienstverbanders meer productie leveren dan met de zorgverzekeraars is overeengekomen? Worden de 'meeropbrengsten', zoals bij de vrijgevestigd specialisten, dan uitbetaald aan de dienstverbander? AMS en HAMS voorzien hier op dit moment niet in.

* Ontstaat door invoering van de DBC's een onevenwichtige risicoverdeling tussen ziekenhuis en dienstverbander?

Vaststaat dat gemakkelijk een spanningsveld ontstaat tussen productie en arbeidsvoorwaardenkosten. Zou het dan niet voor de hand liggen om deze kosten voor de dienstverbander uit de DBC te halen en afzonderlijk te financieren op basis van AMS en HAMS? CAO-onderhandelingen over de inkomens van de dienstverbanders blijven dan zuiver en worden niet oneigenlijk beïnvloed door de bekostiging via DBC's.

* Een ander risico is dat meer arts-assistenten (agio's en agnio's) worden ingezet omdat de arbeidsvoorwaardenkosten van deze groep lager zijn - wat ten koste kan gaan van de opleiding van agio's, of zouden zorgverzekeraars dan behoefte krijgen een aparte (lagere) prijs af te spreken voor de (productieve) werkinspanning van de agio/agnio?

Anders dan bij vrijgevestigd specialisten ligt het productierisico primair bij de ziekenhuizen. En dat moet ook zo blijven! Zij zijn immers ook verantwoordelijk voor randvoorwaarden, zoals voldoende OK-capaciteit, personele voorzieningen, ondersteuning en dergelijke. In dit licht bezien zou het ook goed zijn dat de factor 'agio' ook buiten het DBC-traject wordt gehouden. Agio's worden opgeleid tot medisch specialist en zouden geen rol mogen spelen bij de productieafspraken en de DBC-prijs die het ziekenhuis met de verzekeraars is overeengekomen.

Bureaucratie
Een van de doelstellingen van een nieuw bekostigingssysteem is minder regeldichtheid en bureaucratie. Veelgehoorde kritiek bij toepassing van de DBC's betreft niet alleen de (onduidelijke) regels, maar tevens de toenemende administratieve rompslomp. Ook daar zitten verschillen tussen de vrijgevestigd medisch specialist en de dienstverbander. De vrijgevestigde collega heeft direct, persoonlijk belang bij juiste en volledige registratie omdat zijn inkomen erdoor wordt bepaald. De dienstverbander heeft dit belang níet. Naarmate regels ingewikkelder zijn en administratieve rompslomp groter, zal - zo leert de praktijk - de bereidheid minder zijn hieraan correct uitvoering te geven, zéker als de medisch specialist door de toch al hoge werkdruk moet kiezen tussen directe patiëntenzorg en administratie.
Kan een oplossing een systeem zijn waarbij de dienstverbander niet verantwoordelijk is voor de DBC-registratie, maar alleen voor de diagnoseregistratie? De ziekenhuisorganisatie is dan verantwoordelijk voor de overige administratieve handelingen rond de DBC. De medisch specialist blijft verschoond van veel rompslomp en kan zich meer toeleggen op de patiëntenzorg.

Garanties
Als de arbeidsvoorwaardenkosten van de dienstverbander niet afzonderlijk worden gefinancierd, moeten er garanties komen voor transparante financiële vertaling van de arbeidsvoorwaardenkosten in de DBC's. Voor de academische ziekenhuizen dient te worden gegarandeerd dat de taken van de medisch specialisten en met name de topklinische en topreferente zorg op adequaat niveau kunnen blijven uitgevoerd, zo nodig via afzonderlijke financiering. Een ander probleem specifiek voor academische ziekenhuizen, en in de toekomst ook op onderdelen voor teaching hospitals, is dat de medisch specialisten naast patiëntenzorg ook onderzoek- en onderwijstaken hebben. Deze zijn niet ondergebracht in de DBC. Ontstaat dan wederom een spanningsveld tussen de medisch specialisten omdat de een meer patiëntenzorg doet en de ander meer onderzoek en onderwijs? Dit latente spanningsveld is bij de HAMS juist bewust weggenomen door deze taken ongedeeld in de arbeidsvoorwaardenregeling te beschrijven en daarmee los te maken van de financiering.

Juridische relatie
Het verschil in juridische relatie tussen vrije vestiging en dienstverband mag niet leiden tot verschil in invloed in en op de organisatie waarvan deel wordt uitgemaakt. In de algemene ziekenhuizen participeren medisch specialisten, vrijgevestigd of in dienstverband, op voet van gelijkheid in de medische staf. Het is dan ook van belang dat de staf in iedere instelling tot duidelijke stellingname komt inzake het maken en bewaken van productieafspraken met zorgverzekeraars, en de wijze waarop de dienstverbanders participeren in de onderhandelingen daarover.
In de academische ziekenhuizen is de situatie complexer. Zo bestaat er geen medische staf waarin alle specialisten participeren en die namens de dienstverbander zou kunnen optreden in de onderhandelingen tussen Raden van Bestuur en zorgverzekeraars.
Een ander aspect is de functie van de medisch specialist in een academisch ziekenhuis die naast patiëntenzorg een onderzoek- en onderwijstaak heeft. Daarenboven worden de productieafspraken gemaakt tussen de Raden van Bestuur en de afdelingshoofden die naast hun professionele functie vooral een managementfunctie vervullen. In die zin (moeten) zij optreden als werkgever. Dientengevolge lopen de belangen van afdelingshoofden en medisch specialisten lang niet altijd parallel.

Reserves
Alles bijeen genomen hebben wij de nodige reserves bij de diagnose-behandeling-combinaties. Die lijken vooralsnog de (rechts)positie van de medisch specialisten in dienstverband slechts te schaden. De LAD heeft geen formele positie om 'DBC-zaken' af te dwingen. Wel neemt zij verantwoordelijkheid voor haar leden en wil draagvlak creëren voor het elimineren van risico's voor (aanstaande) medisch specialisten in dienstverband.

mr. A.W.J.M. van Bolderen, directeur LAD
R.A. Holl, kinderarts, ondervoorzitter LAD

Samenvatting:

* De LAD signaleert risico's voor de medisch specialist in dienstverband; niet alleen bij de invoering van de diagnose- behandeling-combinaties, maar ook bij de verdere ontwikkeling.
* Bij de DBC-contractering en het maken van productieafspraken in samenhang met de arbeidskosten van AMS en HAMS, dient de positie van de dienstverbander te worden gegarandeerd.
* De factor 'agio' moet buiten het DBC-traject worden gehouden.
* De medisch specialisten in dienstverband dienen een eigen positie te claimen bij de DBC's, waarbij wordt rekening gehouden met hun (afwijkende) belangen ten opzichte van de vrijgevestigd medisch specialisten.