Gemeente Barendrecht

Verslag van de openbare vergadering van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften, gehouden op 10 april 2003 in het gemeentehuis te Barendrecht.

Aanwezig: de heer mr. M.J.J.M. Boelen (voorzitter), mevrouw mr. I.C.G. Klein-Hendriks (agendapunt 4,6,7,8), de heer mr. R. Kurvink, de heer mr. B.J.W. Walraven (leden), mevrouw mr. H.J Zwalve-Erades (leden)
de heer mr. M. van Putten (secretaris)
mevrouw L. van Zuijdam
mevrouw H.E.G. de Beij (notulist).

4. Behandeling van het bezwaarschrift gericht tegen de aanvraag om bouwvergunning inzake uitbreiding van het restaurant "Barend Beer"

Nadat de commissie in beslotenheid heeft beraadslaagd, brengt zij het volgende advies uit:

"Aangezien de behandeling van het bezwaarschrift op verzoek van de bezwaarmaker is uitgesteld adviseert de commissie het bezwaarschrift te betrekken bij de nieuwe aanvraag bouwvergunning van het restaurant "Barend Beer". "
5. Behandeling van het bezwaarschrift gericht tegen het vrijstellingsverzoek ex artikel 19, lid 1 WRO voor de vestiging van een kinderdagverblijf met buitenschoolse opvang op het perceel Voordijk 237

Bij de behandeling van dit agendapunt zijn aanwezig:

Reclamant: de heer M.M. Flier
Namens reclamant: de heer mr. J. Boer
Namens de gemeente: mevrouw I. Kranendonk
Namens K.O.V. Eiland Marlyne: mevrouw M. Scholten, mevrouw Van der Wiel

De voorzitter
opent de hoorzitting, geeft een toelichting op de procedure

en geeft het woord aan de heer Boer.

De heer Boer
geeft een toelichting op het bezwaarschrift. Spreker constateert dat opvallend in de procedure is, dat de gemeente veel belang. hecht aan kinderopvang. Er is veel nieuwbouw in Barendrecht; daar had de gemeente ruimte voor kinderopvang kunnen reserveren. Dat is onvoldoende gedaan. Nu komt op de plaats van een eengezinswoning een kinderdagverblijf voor 76 kinderen. Dit betekent een aantasting van de privacy van de heer Flier. Het is voor niemand prettig zo dicht naast een kinderdagverblijf te wonen. Een vraagpunt blijft de plaats van de speelplaats. In de toelichting staat op pagina 5 dat de speelplaats aan de andere kant komt. Op pagina 1 wordt aangegeven dat de speelruimte aan de zijkanten zou komen. In eerdere correspondentie is aangegeven dat dat niet kon in verband met het water en met de wens om de speelplaats aan de zonkant te hebben. De heer Boer laat foto's zien van de situatie.

De voorzitter
vraagt of de speelplaats komt tussen het gebouw van het kinderdagverblijf en de woning van de heer Flier.

Mevrouw Scholten
antwoordt dat de speelplaats aan de zijkant komt.

De voorzitter
vraagt of dit te vergelijken is (qua geluid) met een schoolplein.

Mevrouw Scholten
antwoordt dat het gaat om hele dagopvang voor 36 kinderen van 0-4 jaar. De allerkleinsten spelen niet buiten. De overige kinderen gaan naar buiten in groepjes van 8-10 kinderen per keer. De BSO kinderen komen na ongeveer drie uur - half vier en spelen in groepjes van 6-8 kinderen.

De voorzitter
vraagt of de BSO kinderen als het heel warm is buiten spelen.

Mevrouw Scholten
antwoordt dat de BSO kinderen in groepjes ook zullen spelen op de schoolpleinen van Het Kompas en de Dr. Schaepmanschool.

De heer Flier
zegt bang te zijn dat er hangplekken komen. Hem is bekend dat de kerk van plan is een hek om het plein te zetten. De heer Flier heeft eerder aangegeven dat het gevaarlijk is als kinderen op de dijk spelen. Toen is gezegd dat de kinderen worden opgevangen op het plein.

De voorzitter
zegt dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen kinderopvang van 0-4 jarigen en BSO kinderen, die aanwezig zijn van 15.30 - 19.00 uur.

Mevrouw Scholten
geeft aan dat de kinderen worden gehaald tussen 16.30 en 19.00 uur.

De heer Flier
herhaalt dat hem is verteld dat de kinderen alleen op het plein opgevangen zouden worden. Dat staat op papier. Bij mooi weer zal er overlast zijn.

De voorzitter
vraagt of de heer Flier ook last heeft van de school

De heer Flier
zegt dat hij daar geen last van heeft. De school is verder weg, ongeveer 200 meter.

De heer Boer
verwijst naar de brief van 15 november 2001 van de gemeente Barendrecht. Er wordt aangegeven dat op het plein een slechte bezonning zou zijn en het plein aan het water ligt. Over de procedure merkt de heer Boer op dat in fase 1 door deze commissie is aangegeven dat de procedure niet de schoonheidsprijs verdient. Daar heeft de heer Boer niets van teruggezien. Nu is fase 2 aan de orde.

De voorzitter
merkt op dat vanavond uitsluitend fase 2 aan de orde is.

De heer Boer
zegt dat zowel in fase 1 als in fase 2 de procedure aan de orde moet komen.

Mevrouw Scholten
vindt dat is geprobeerd afspraken te maken met de heer Flier. Er is voorgesteld het hele gebouw meer naar rechts te verplaatsen. Dat kon niet volgens de stedenbouwkundige; dan zat er geen lucht tussen de gebouwen. Dat overleg heeft plaatsgevonden voordat het gebouw er stond.

De heer Flier
zegt dat eerder is aangegeven dat een speelplaats aan de slootkant te gevaarlijk zou zijn.

Mevrouw Scholten
merkt op dat is geprobeerd de speelplaatsen te spreiden.

De ingang is nu niet meer aan de kant van het huis van de heer Flier. Spreker vindt dat zij zich goedwillend heeft opgesteld. Er is geprobeerd veranderingen aan te brengen.

Mevrouw Kranendonk
geeft aan dat het beleid van de gemeente is om de capaciteit van kinderopvang te ontwikkelen. In Molenvliet en Nieuweland wonen veel jonge kinderen. Het is een algemeen belang tegenover het privé belang van de heer Flier. Dit is weloverwogen gedaan. Dit is de beste plek. Door de situering op de hoek is er zo min mogelijk overlast. Over de aantasting van de privacy van de heer Flier zegt spreker dat er zoveel mogelijk is gedaan om de overlast te beperken. Mevrouw Kranendonk heeft

verkennend onderzoek gedaan. Er is eigenlijk geen sprake van overlast.

Spreker constateert dat de heer Flier geen voorlopige voorziening met schorsende werking heeft aangevraagd.

De voorzitter
vraagt waarom dat niet is gedaan. Nu staat het gebouw er.

Mevrouw Scholten
geeft aan dat het gebouw sinds 16 december in gebruik is.

De heer Flier
zegt dat hij vorige keer bij de Commissie Beroep en Bezwaar is geweest. Zijn bezwaar is toen gegrond verklaard. De heer Flier heeft vervolgens met wethouder Silvis gesproken. 13 weken na het voltooien van het gebouw mochten er kinderen in. Het dak zat er nog niet op, en er waren al kinderen.

De voorzitter
vraagt waarom geen voorlopige voorziening is gevraagd.

De heer Boer
antwoordt dat de gemeente dit toch zou doorzetten.

Mevrouw Kranendonk
verwijst over het aantal kinderen dat er daadwerkelijk is naar pagina 6 van de notitie. Het gaat om 28 autobewegingen. Het argument van overlast wordt niet onderschreven. Er is alles aan gedaan om zo min mogelijk overlast voor de heer Flier te veroorzaken. Mevrouw Kranendonk heeft de situatie zelf aanschouwd. De kinderen spelen een uur `morgens en een uur `s middags buiten. De speelplaatsen zijn aan de zijkanten. De 40 BSO kinderen blijven niet op terrein. Ze worden in groepen meegenomen naar diverse speelplekken in de buurt. Alle belangen zijn goed gewogen.

De heer Walraven
vraagt in verband met het aantal verkeersbewegingen of er werkelijk twee of drie kinderen uit één gezin naar de kinderopvang komen.

Mevrouw Scholten
antwoordt bevestigend.

De heer Walraven
vraagt aan de gemeente of er mogelijkheden zijn om in te grijpen als er te veel kinderen zouden komen. Kan de overlast op een andere manier worden benaderd dan via de ruimtelijke ordening?

Mevrouw Kranendonk
merkt op de GGD eisen stelt aan het aantal kinderen dat maximaal kan worden opgevangen.

Mevrouw Scholten
voegt eraan toe dat de vergunning voor het kinderdagverblijf is verleend volgens een verordening van de gemeente en op grond van de GGD normen van Rotterdam. Daarnaast stelt de kinderopvang eigen normen. Ook het aantal vierkante meters is vastgesteld.

De heer Walraven
herhaalt zijn vraag over overlast van kinderen die buiten spelen. Als het kinderdagverblijf in werking is en de heer Flier ondervindt overlast, zijn er dan regels voor beperking van de overlast? Is het mogelijk de gemeente aan te spreken?

Mevrouw Kranendonk
antwoordt dat de vergunning is afgegeven voor 76 kindplaatsen. Dat worden er niet meer.

De voorzitter
zegt dat als op deze plek een basisschool met speelplaats zou komen, de gemeente in zo'n geval met een klacht van de heer Flier zou doen.

Mevrouw Kranendonk
antwoordt dat dan handhavend zal worden opgetreden.

De voorzitter
vraagt hoe de gemeente wil handhaven. Als de heer Flier hier zou komen wonen nadat de kinderopvang opvang hier was gevestigd, dan had de heer Flier hier rekening mee kunnen houden. Nu is het andersom; er wordt naast zijn huis een voorziening gecreëerd. Is daar echt over nagedacht? Kinderen maken nu eenmaal lawaai.

Mevrouw Scholten
antwoordt dat er over is nagedacht. Er zijn meer kinderdagverblijven in woonwijken in Barendrecht, ook BSO. Een voorbeeld is Villa Kakelbont. Die gegevens zijn bekend. Al die aspecten zijn overwogen.

De heer Walraven
vraagt wat er gebeurt als het kinderdagverblijf groeit en de overlast toeneemt.

Mevrouw Scholten
zegt dat uitbreiding niet mogelijk is.

Mevrouw Zwalve
informeert naar de speelplaats en de parkeerplaatsen.

Mevrouw Scholten
antwoordt dat deze elkaar niet in de weg zitten.

De voorzitter
zegt over de procedure dat het een bestaande woning betreft. Fase 1 was de functieverandering. Deze is gerealiseerd op basis van artikel 19 lid 3. Fase 2 is vanavond aan de orde. Spreker verdenkt de gemeente niet van een salamitactiek. Het staat procedureel los van elkaar.

De heer Boer
herhaalt de uitspraak van de commissie de vorige keer.

De voorzitter
zegt dat deze de commissie van mening is dat de procedure zuiver is verlopen. De voorzitter vraagt of voor een verdagingsbesluit is gezorgd en verzoekt dit ook intern door te geven.

De heer Boer
zegt dat er sprake is van een kinderdagverblijf naast een woonhuis. De afstand hier is nul meter. Dat is nogal een verschil met de andere situaties. Spreker citeert uit een krantenartikel dat bij de BSO op

woensdagmiddag activiteiten zullen worden georganiseerd. Afgelopen zomer (fase 1) heeft de heer Flier geconstateerd dat de kinderen de hele dag buiten waren.

Mevrouw Scholten
zegt dat de buitenschoolse activiteiten plaatsvinden bij Jack & Mary.

Mevrouw Kranendonk
merkt op dat zij er afgelopen zomer is geweest. De kinderen waren niet de hele dag buiten.

De voorzitter
bedankt voor de bijdragen en sluit de hoorzitting.

Nadat de commissie in beslotenheid heeft beraadslaagd, brengt zij het volgende advies uit:

"De commissie adviseert het bezwaarschrift ontvankelijk te verklaren.

Ten aanzien van de inhoud van de bezwaren overweegt de commissie als volgt.

De bezwaren richten zich vooral op geluidsoverlast van het kinderdagverblijf gedurende de periode dat de kinderen buiten spelen. Uit de stukken blijkt niet dat is beoordeeld of het kinderdagverblijf op het punt van geluidsoverlast kan voldoen aan de daaraan in het kader van de Wet milieubeheer te stellen eisen of dat in dit kader wellicht voorzieningen moeten worden getroffen of voorschriften ten aanzien van de bedrijfsvoering om deze geluidsoverlast te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. De commissie zou zich in dit verband kunnen voorstellen dat op het kinderdagverblijf het Besluit woon. en verblijfsgebouwen milieubeheer van toepassing is.

Nu sprake is van het verlenen van vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan, waarbij een belangenafweging dient te worden gemaakt, dient dat aspect naar het oordeel van de commissie ook in die belangenafweging te worden betrokken. In dit verband wijst de commissie ook op de coördinatiebepaling van artikel 52 van de Woningwet.

De commissie is op grond van het voorgaande van oordeel dat het college bij de beslissing op bezwaar alsnog dient te betrekken of het kinderdagverblijf op het punt van geluidsoverlast voldoet aan de daaraan te stellen eisen in het kader van de Wet milieubeheer en of er, ter voorkoming of beperking van geluidsoverlast in dit kader alsnog maatregelen dienen te worden verlangd.

Indien blijkt dat wordt voldaan of, eventueel met aanvullende maatregelen, alsnog kan worden voldaan aan eisen op het punt van geluidsoverlast, meent de commissie dat de overige bezwaren niet zodanig zwaarwegend zijn dat de vrijstelling op grond daarvan niet had mogen worden verleend."
6. Mededelingen

De heer Van Putten
laat weten dat de naambordjes nog even op zich laten wachten. Er wordt gevraagd om zolang kartonnen bordjes te gebruiken.

De heer Walraven
vraagt aandacht voor de taakopvatting van de commissie. De bezwaarschriften procedure is gericht op volledige heroverweging. De praktijk is dat de commissie marginaal toetst en heroverweging niet ten volle plaatsvindt. B&W kunnen zich verschuilen achter de uitspraak van de commissie.

De voorzitter
zegt dat hij waar nodig de portefeuillehouder uitnodigt aanwezig te zijn op de hoorzitting. 7. Rondvraag

Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.

8. Sluiting

De voorzitter sluit de openbare vergadering.