Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
24

Directie:
voorlichting

14-04-2003

Status:
informatie

Van der Hoeven in nota van wijziging op wetsvoorstel Beroepen in het Onderwijs:

Meer ruimte voor zij-instromers om onderwijsbevoegdheid te halen.

De Wet BIO creëert de ruimte om mensen langs verschillende wegen op te leiden tot een onderwijsberoep en vormt zo het kader van een nieuw kwaliteitsstelsel voor onderwijspersoneel. Voordeel daarvan is dat er meer en flexibeler mogelijkheden komen voor mensen om in te stromen in een onderwijsberoep en door te stromen naar andere beroepen in het onderwijs. Dat sluit ook beter aan bij het personeels- en opleidingsbeleid van de school. De wet biedt dus meer ruimte voor personeel, scholen en opleidingen, maar geeft ook een nieuwe vorm aan de grondwettelijke verantwoordelijkheid van de overheid voor de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De minister heeft nu een tweede nota van wijzing op het wetsvoorstel Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO) aan de Tweede Kamer gestuurd, die zich vooral concentreert op de zij-instroom.
Leraren die als zij-instromer in het onderwijs aan de slag gaan krijgen straks meer tijd om hun onderwijsbevoegdheid te halen. Op dit moment hebben zij-instromers twee jaar de tijd om hun volledige bevoegdheid te verwerven, nadat uit een assessment is gebleken dat ze geschikt zijn voor het leraarsberoep. In de praktijk levert dit soms knelpunten op. De combinatie van werken en leren is zwaar en sommigen haken tussentijds af omdat het opleidingstraject niet goed aansluit op het feitelijke werk dat de zij-instromer op dat moment in de klas doet. Minister Van der Hoeven introduceert daarom de mogelijkheid van deelbekwaamheid. Zij-instromers kunnen binnen twee jaar een certificaat van deelbekwaamheid halen voor dat deel van het onderwijs waarin ze werken. Daarna hebben ze nog maximaal drie jaar de tijd om hun volledige, brede bevoegdheid te behalen. Zij-instromers moeten dus uiteindelijk ook aan de algemene eisen van bekwaamheid voldoen, maar krijgen meer tijd om dat niveau te bereiken.
Voor het primair onderwijs kan een certificaat van deelbekwaamheid worden behaald om les te geven in de eerste vier schooljaren, in de laatste vier schooljaren of als vakleraar (bijvoorbeeld gymnastiek). Voor het voortgezet onderwijs kan gedacht worden aan certificaten van deelbekwaamheid voor leraar in de basisvorming en leraar in het derde en vierde leerjaar vmbo. In de bovenbouw van havo/vwo mogen zij-instromers niet met een deelcertificaat voor de klas staan. De mogelijkheid om met een certificaat van deelbekwaamheid les te geven geldt alleen voor mensen met een diploma Hoger Onderwijs die via de weg van de zij-instroom aan een (tweede) loopbaan in het onderwijs beginnen. De mogelijkheid geldt uitdrukkelijk niet voor studenten aan de lerarenopleidingen of voor anderen die nog geen diploma hoger onderwijs bezitten.

Gekwalificeerde assessments en schoolleiders zonder onderwijsbevoegdheid
In de nota van wijziging stelt de minister ook voor dat alleen gekwalificeerde instellingen het assessment mogen uitvoeren. In het assessment wordt beoordeeld of een potentiële zij-instromer voor het onderwijs geschikt is. Ook lerarenopleidingen die assessments willen uitvoeren zullen zich hiervoor nu dus via een erkenningsprocedure moeten kwalificeren. Kwaliteit en onafhankelijkheid zijn zo beter gewaarborgd.
Verder stelt de minister voor dat schoolleiders in het primair onderwijs tenminste over een Hoger Onderwijs-getuigschift moeten beschikken. Ook moeten ze voldoen aan bekwaamheidseisen, o.a. op het terrein van onderwijskundig leiderschap, die de beroepsgroep aan de minister zal voorstellen. Schoolleiders die niet zelf voor de klas staan hoeven geen onderwijsbevoegdheid te hebben.

Wet BIO
In november 2001 is het wetsvoorstel Beroepen in het Onderwijs (wet BIO) bij het parlement ingediend. De Wet BIO formuleert bekwaamheidseisen als kwaliteitsnorm voor het onderwijspersoneel. De wet richt zich daarmee op drie partijen: het onderwijspersoneel (de leraren en ander onderwijspersoneel zoals schoolleiders, onderwijsassistenten en leraarondersteuners), de school en de opleidingen. Wie bijvoorbeeld als leraar benoemd wil worden, moet voldoen aan bekwaamheidseisen. Het is de taak van de school er samen met die leraren voor te zorgen dat alle leraren ook na hun benoeming bekwaam blijven en om de bekwaamheidseisen te vertalen in personeels- en opleidingsplannen. De opleidingen voor de onderwijsberoepen moeten hun onderwijsprogramma's op de bekwaamheidseisen afstemmen.


Zie ook:
Brief Tweede Kamer

Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl