Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Europese afstemming rondom SARS
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
POG/ZP-2375066
18 april 2003
Tijdens het Algemeen Overleg over de Severe Acute Respiratory Syndrome
(SARS) op 10 april jl., heb ik u toegezegd u nader te informeren over
de Europese afstemming op dit terrein.
Woensdag 9 en donderdag 10 april is het Netwerkcomité voor
besmettelijke ziekten bij elkaar geweest. De vertegenwoordigers van de
lidstaten hebben tijdens deze vergadering twee verklaringen opgesteld.
In de eerste is aangegeven welke maatregelen alle lidstaten tenminste
moeten nemen om de risicos van SARS terug te dringen. Deze verklaring
is als bijlage bij deze brief gevoegd. De tweede verklaring beschrijft
onderwerpen waar de lidstaten en de Europese Commissie op langere
termijn over zouden moeten praten. Het gaat hierbij om meer algemene
problemen, zoals de traceerbaarheid van vliegtuigpassagiers, de rol
van de EC bij voorraadvorming van schaarse middelen en toekomstige
ondersteuning van Europese lidstaten bij epidemieën buiten Europa. Dit
zijn belangrijke onderwerpen maar niet direct relevant voor de huidige
situatie. Ik ga hier dan ook nu niet verder op in.
Uit bijgaande verklaring kunt u opmaken dat we in Nederland voldoen
aan de Europese norm. Zoals u uit de kop van de verklaring kunt
opmaken, staat het lidstaten echter vrij aanvullende maatregelen te
nemen.
Tijdens de vergadering in Luxemburg hebben een aantal lidstaten,
waaronder Spanje en Frankrijk, aangegeven verder te gaan in hun
maatregelen dan door het comité noodzakelijk werd geacht. Sommige
landen geven striktere reisadviezen of overwegen zelfs (niet
effectieve) importbeperkingen. De overwegingen die hierbij een rol
hebben gespeeld, liggen meestal niet op het terrein van de
volksgezondheid maar meer op het terrein van internationale handel of
diplomatieke betrekkingen.
Nederland is uiteraard niet in de gelegenheid het beleid in andere
lidstaten te beïnvloeden.
Ik ben van mening dat ik, als Staatssecretaris van VWS, mij vooral
moet richten op de volksgezondheidsaspecten van SARS. In deze rol kan
en moet ik niet anders dan mij aansluiten bij de huidige beschikbare
kennis over SARS en de verspreiding er van. De
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is voor alle Europese lidstaten,
dus ook voor Nederland, de belangrijkste en meest betrouwbare
informant op dit terrein. Ik zal dan ook alleen andere maatregelen
inzetten, als de WHO hiertoe adviseert of als hierover Europese
consensus bestaat.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Actions on surveillance and control of SARS in Europe
1.
Actions on surveillance and control of SARS in Europe
Kamerstuk, 18-4-2003
Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=19590 .