Ingezonden persbericht


Utrecht, 18 april 2003

Biologische boeren en Greenpeace in beroep bij Raad van State

Vergunning GGO-koolzaad in strijd met beleidsdoelstellingen overheid

Twee maanden geleden dienden Biologica, Greenpeace en een aantal biologische boeren een schorsingsverzoek in voor proeven met genetisch gemanipuleerde aardappelen. Dinsdag 22 april om 13.30 staan partijen weer bij dit college nu om een vergunning voor proeven met genetisch gemanipuleerd koolzaad aan te vechten.

Ook meer dan 4000 burgers hebben de advocaat van Greenpeace gemachtigd om namens hen te pleiten tegen deze vergunning aan het bedrijf ADVANTA Seeds B.V.

Naast de milieurisico's waartegen vooral Greenpeace procedeert, zijn de economische risico's voor met name biologische boeren nog groter dan bij de aardappelzaak.

Dit wordt nog versterkt door verklaringen van 22 supermarkten en groothandelaren die van leveranciers eisen dat ze zich op minstens 10 kilometer van een proefveld bevinden.

Inmiddels is het schorsingsverzoek van de aardappelzaak (vergunningen aan AVEBE en PRI) door de Raad van State afgewezen. Dat betekent dat appellanten nog wel door gaan met een bodemprocedure, maar dat de aardappels nu wel mogen worden gepoot.

Biologica wijst vanuit de systeembenadering van de biologische landbouw het sleutelen aan planten op DNA-niveau voor landbouwgewassen principieel af, maar is met name tegen dit soort vergunningen in het geweer gekomen omdat het niet strookt met de brede maatschappelijke wens ( zowel door het Europees parlement als de Tweede Kamer uitgesproken) dat er keuzevrijheid moet zijn voor consumenten om te kunnen kiezen voor voedsel zonder genetisch gemanipuleerde ingrediënten. Ook is het tegenstrijdig met de beleidsdoelstelling dat de biologische landbouw vanwege haar duurzame productiemethode moet groeien naar 10% van het landbouwareaal in 2010. (Beleidsnota LNV: 'Een biologische markt te winnen')

Deze beide beleidsdoelen kunnen alleen worden behaald als de zgn. co-existentie (voorwaarden waaronder GGO-gewassen en niet GGO-gewassen naast elkaar kunnen bestaan) en de aansprakelijkheid bij contaminatie helder is geregeld (als het garanderen van de keuzevrijheid uitsluitend bij de biologische sector komt te liggen, dreigen dramatische prijsstijgingen om GGO-vrij te blijven) en dat is geenszins het geval. Bovendien hebben GGO-proefvelden al direct een remmende werking op telers die naar biologische productie zouden willen omschakelen en zich binnen 10 kilometer van een proefveld bevinden.

Groot verschil met de aardappelzaken is dat koolzaad veel gemakkelijker uitkruist en over veel grotere afstanden (er zijn al gevallen gemeld van koolzaadpollen die door de wind tot 3 kilometer zijn verspreid en door insecten tot 4 kilometer). De aan de vergunning verbonden voorschriften om uitkruising te voorkomen, zijn volgens klagers dan ook volstrekt onvoldoende. Bovendien bevindt het proefveld van 0,1 hectare in de gemeente Rilland zich ook nabij een uniek natuurmonument 'Schor van Waarde', terwijl uitkruising met het vrij in de natuur voorkomende koolzaad en raapzaad voor de hand ligt. Daarna is verdere verspreiding nauwelijks meer te beheersen. Hiermee komt de toekomst van de biologische landbouw, waarin in Europese regelgeving is vastgelegd dat we moeten produceren zonder chemie, kunstmest en gentechnologie in acuut gevaar.

Partijen laten zich in deze zaak bijstaan door advocaat Phon van den Biesen.

Biologica is de beleids- en promotieorganisatie voor biologische landbouw en voeding.

Meer informatie: Biologica: Bert van Ruitenbeek of Maaike Raaijmakers, tel: 030- 2339970 of voorzitter Vakgroep biologische landbouw LTO/ Biologica Huib Bor: 06-11365626