Johannes Wier Stichting
Rapport Human Rights Watch: asielzoekers in Nederland
Datum: 19 april 2003
Onderwerp: Recht op
gezondheidszorg
In april verscheen een rapport van de gerenommeerde
mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, waarin het Nederlandse
asielbeleid onder de loep is genomen. Het rapport 'Fleeting Refuge:
The Triumph of Efficiency Over Protection in Dutch Asylum Policy'
concludeert dat het beleid op een aanzienlijk aantal punten
tekortschiet en dat zelfs gesproken kan worden van een schending van
het internationaal vluchtelingenrecht.
Op het gebied van toegang tot gezondheidszorg klaagt het rapport
vooral de nieuwe Vreemdelingenwet aan, die het mogelijk heeft gemaakt
om afgewezen asielzoekers uit de asielzoekerscentra te zetten, en hun
recht op huisvesting, voedsel en gezondheidszorg in te nemen: "The
Aliens Act 2000 has also resulted in the automatic termination of all
reception benefits for asylum seekers rejected in the full asylum
procedure, in some cases even where there are serious health or
psychological issues or families with young children involved."
Een belangrijke aanbeveling is dan ook: "The government of the
Netherlands should immediately make provisions for all asylum seekers
who have not received a final negative decision on their applications
to receive basic reception assistance, including housing, food, and
access to health care. This should include asylum seekers awaiting an
appeal after a negative decision in the accelerated procedure as well
as asylum seekers who have been accepted for consideration in a full
asylum procedure on the basis of a new (second) asylum application."
Ook stelt het rapport dat zaken waar ernstige trauma of
gezondheidsproblemen een rol spelen niet in de versnelde procedure
terecht mogen komen, maar toegelaten moeten worden tot de normale
procedure.
De tekst van de Nederlandstalige samenvattting vindt u hierna; het
volledige rapport (in Engels) is te vinden op de website van Human
Rights Watch.
Vluchtige steun: hoe efficiëntie het in het Nederlandse asielbeleid wint van
bescherming
SAMENVATTING
De afgelopen jaren heeft Nederland zijn asielbeleid en de uitvoering
daarvan afgestemd op efficiëntie in asielprocedures en op het
ontmoedigen van kennelijk ongegronde asielaanvragen. Dit heeft
geresulteerd in een forse daling van het aantal asielaanvragen,
terwijl het percentage van de aanvragen dat door middel van een
versnelde procedure afgehandeld wordt, belangrijk is toegenomen. Dit
rapport maakt echter duidelijk dat de Nederlandse regering het nieuwe
asielbeleid heeft doorgevoerd ten koste van de fundamentele rechten
van asielzoekers en vluchtelingen. Drie maanden onderzoek naar het
Nederlandse asielbeleid vormen aanleiding voor Human Rights Watch om
over de volgende drie aandachtsgebieden in het bijzonder haar
bezorgdheid uit te spreken: de inbreuk op rechten van vluchtelingen en
asielzoekers in de versnelde procedure; de ongepaste behandeling van
minderjarige migranten; en de beperking van de rechten van
asielzoekers op basisvoorzieningen als voedsel en onderdak. In dit
rapport worden deze punten uitvoerig belicht en wordt tevens
aangegeven welke maatregelen de Nederlandse regering zou moeten
treffen om de gesignaleerde problemen op te lossen.
Nederland heeft zijn traditioneel beschermingsgerichte benadering van asielzoekers losgelaten en voert een restrictief beleid, waarmee het zich onderscheidt in West-Europa. Nog niet zo lang geleden, in december 2002, constateerde het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) in Genève een toename van de negatieve sentimenten ten aanzien van immigranten in Europa. In zijn overzicht over 2002 schrijft de organisatie: Het verhitte klimaat jegens vreemdelingen in Europa heeft een nieuwe mijlpaal bereikt, met name in landen als Denemarken en Nederland, van oudsher toch belangrijke donateurs en voorvechters van de UNHCR. Deze verschuiving is terug te vinden in het politieke beleid dat Nederland de laatste jaren heeft gevoerd. Daarin werd een belangrijke plaats toegekend aan het efficiënter afhandelen van asielaanvragen, het drastisch terugdringen van de budgettaire kosten die samenhangen met de afhandeling van asielaanvragen, het strakker in de hand houden van het immigratieproces door strengere voorwaarden te stellen aan gezinshereniging en door een actiever uitzetbeleid, en ten slotte het aanscherpen van de integratie-eisen voor vluchtelingen en immigranten. De regeringscoalitie heeft in juli 2002 een nieuwe ministerspost gecreëerd, de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Daarmee werd het beheersen van de immigratiestromen en het reguleren en evalueren van de integratie-inspanningen van vluchtelingen en immigranten tot topprioriteit verheven. Deze themas speelden ook bij de onlangs gehouden algemene verkiezingen weer een prominente rol. De in de komende weken nieuw te vormen regering zal de gevolgen van het asielbeleid, zoals dat zich in de afgelopen vijf jaar heeft ontwikkeld, mede in het licht van de mensenrechten dienen te beoordelen en zich afvragen welke hervormingen nodig zijn om het asielbeleid weer in overeenstemming te brengen met de beschermingsverplichtingen die Nederland internationaal is aangegaan.
De Vreemdelingenwet 2000, de jongste asiel- en immigratiewet in
Nederland die in april 2001 van kracht werd, is in veel opzichten
gelijk aan de vorige asiel- en immigratiewet, die uit 1994 dateert.
Toch hebben die enkele veranderingen die zijn aangebracht een
duidelijke impact gehad op de uitvoering van asielwetgeving- en
beleid. De belangrijkste verschuiving ligt misschien wel in het feit
dat de Raad van State, het hoogste administratieve rechtsorgaan in
Nederland, nu de eindbevoegdheid heeft bij beroepsprocedures van
asiel- en immigratiezaken. Deze verschuiving heeft de Nederlandse
asielwetgeving een opvallend restrictief karakter gegeven. De nieuwe
wet, met name zoals deze geïnterpreteerd wordt door de Raad van State,
heeft geresulteerd in het routinematig schenden van de meest basale
rechten van asielzoekers: het recht om op een zorgvuldige manier
gehoord te worden en asiel en opvang te zoeken buiten de eigen
landsgrenzen. Het is dan ook van cruciaal belang dat in een
evaluatieproces van asielaanvragen deze principes geen geweld wordt
aangedaan uit snelheids- of efficiëntieoverwegingen. Op dit punt maakt
Human Rights Watch zich in het bijzonder zorgen om de versnelde
procedure in de aanmeldcentra, ook wel de AC-procedure genoemd. De
zorg van Human Rights Watch richt zich op het feit dat deze procedure,
die in het leven geroepen is om het proces van asielaanvragen te
versnellen, oneigenlijk toegepast wordt, met slechts geringe
mogelijkheden om fouten te herstellen door middel van een zorgvuldige
juridische herziening.
De AC-procedure wordt regelmatig gebruikt om zon 60 procent van de
asielaanvragen te behandelen en af te wijzen. Hieronder bevinden zich
ook aanvragen van mensen die hun land ontvluchten vanwege oorlog,
etnische strijd of grove schendingen van de mensenrechten. Ook wordt
de procedure toegepast bij de beoordeling van aanvragen waarbij het om
complexe juridische of praktische problemen gaat, of waarbij sprake is
van ernstig trauma. Binnen de versnelde AC-procedure kan hieraan
slechts op een oppervlakkige manier aandacht besteed worden. De
procedure, die slechts achtenveertig werkuren in beslag neemt, geeft
asielaanvragers nauwelijks gelegenheid om de behoefte aan bescherming
met bewijsstukken te staven of adequaat advies in te winnen bij een
advocaat. De Raad van State, ten slotte, heeft de aard en omvang van
de rechterlijke toetsing in asielzaken dusdanig beperkt dat
asielzoekers van wie het verzoek in de AC-procedure ten onrechte is
afgewezen, weinig hoop mogen koesteren dat de beslissing alsnog door
een rechtbank teruggedraaid zal worden.
Ook het Nederlandse beleid en de uitvoering daarvan inzake de zorg
voor en bescherming van minderjarige migranten en kinderen die asiel
zoeken binnen de Nederlandse grenzen, is ontoereikend. In Nederland
wordt meer dan dertig procent van de asielaanvragen die door
minderjarigen worden ingediend, afgehandeld via de versnelde
procedure. Jonge asielzoekers, sommigen niet ouder dan vier jaar,
worden regelmatig ondervraagd zonder dat er een advocaat of voogd bij
het gesprek aanwezig is. Ook heeft Human Rights Watch meerdere
verslagen van interviews ontvangen waaruit bleek dat kinderen
uitvoerig ondervraagd werden over onderwerpen die, gezien hun leeftijd
en mate van volwassenheid, totaal ongepast waren. Ons onderzoek bracht
verder aan het licht dat met het huidige beleid en de uitvoering
daarvan de regionale en internationale richtlijnen, die zijn opgesteld
om te kunnen bepalen of kinderen alleenstaand zijn en daardoor recht
hebben op verzorging en bescherming, worden overtreden. Hieronder valt
ook de inspanningsverplichting die de overheid heeft tot het traceren
van familieleden en het repatriëren van de kinderen. In veel gevallen
legt de overheid de verantwoordelijkheid voor alleenstaande kinderen
in handen van verre familieleden die in Nederland verblijven, zelfs
als deze familieleden niet bereid of niet in staat zijn deze
verantwoordelijkheid op zich te nemen. Gezien de behandeling van
minderjarige asielzoekers in Nederland, kunnen er dan ook serieuze
vraagtekens gezet worden bij de bereidheid van de Nederlandse regering
om een asielbeleid na te streven dat de belangen van deze kinderen
vooropstelt, zoals vastgelegd in het VN Verdrag inzake de Rechten van
het Kind.
Een ander punt dat tot ongerustheid stemt, is het Nederlandse beleid
ten aanzien van de rechten van asielzoekers op basisvoorzieningen als
onderdak en voedsel. Noch aan asielzoekers die via de versnelde
procedure afgewezen zijn, noch aan asielzoekers die een tweede of
derde aanvraag ingediend hebben, wordt enige vorm van opvang geboden
gedurende hun beroep of gedurende enige andere gerechtelijke actie die
samenhangt met hun aanvraag. De Vreemdelingenwet 2000 heeft er
eveneens toe geleid dat ook asielzoekers die via de normale
asielprocedure afgewezen worden, automatisch het recht op elke vorm
van opvang verliezen, in sommige gevallen zelfs wanneer er ernstige
gezondheids- of psychologische problemen spelen of wanneer het
gezinnen met jonge kinderen betreft.
Human Rights Watch heeft begrip voor de behoefte van de Nederlandse
regering om het immigratieproces beheersbaar te houden en
asielaanvragen op efficiënte wijze te willen afhandelen. Onze
bevindingen geven echter aan dat Nederland met de huidige benadering
zijn verplichtingen inzake vluchtelingen- en mensenrechten schendt.
In de afzonderlijke hoofdstukken van dit rapport gaan wij nader in op de punten van bezorgdheid en op onze aanbevelingen ten aanzien van de versnelde procedure, de behandeling van minderjarige asielzoekers en de toereikendheid van het huidige beleid met betrekking tot het ter beschikking stellen van opvangfaciliteiten aan asielzoekers. Op basis van de analyse van de effecten die voortkomen uit recente beleidswijzigingen, wil Human Rights Watch de Nederlandse regering zeer dringend verzoeken op korte termijn maatregelen te nemen om haar asiel- en immigratiebeleid en de uitvoering daarvan volledig in overeenstemming te brengen met internationale en regionale normen.
AANBEVELINGEN
Met betrekking tot de versnelde asielbeoordelingsprocedure
* Herzie het huidige beleid en de uitvoeringspraktijk zodanig dat
erkend wordt dat er beduidend meer landen zijn die, ook al staan
ze momenteel niet geregistreerd als categorisch onveilig,
billijken dat asielzoekers uit deze landen toegang krijgen tot de
normale, niet-versnelde asielprocedure om vast te kunnen stellen
of deze personen internationale bescherming behoeven.
* Zorg ervoor dat zaken waarbij ernstige fysieke of psychologische
problemen spelen op het moment dat de interviews plaatsvinden,
zaken waarbij personen betrokken zijn, die mogelijk slachtoffer
zijn van martelingen of seksueel geweld, en zaken van andere
personen die tekenen van trauma vertonen, niet de versnelde
procedure doorlopen, maar tot de normale procedure worden
toegelaten.
* Instrueer de medewerkers van de Immigratie en Naturalisatiedienst
(IND) die belast zijn met asielaanvragen, om complexe zaken
waarvoor aanvullend onderzoek nodig is, door te verwijzen naar de
normale asielprocedure. Zaken waarbij de termijn van zes maanden
in het kader van het traumatabeleid een rol speelt, zaken met
onderwerpen als binnenlandse vluchtalternatieven, of andere
complexe zaken betreffende de interpretatie van het
Vluchtelingenverdrag, zoals of er al dan niet sprake is van
vervolging wegens het deel uitmaken van een sociale groep, moeten
altijd worden doorverwezen naar de normale procedure.
* Onderzoek hoe de rechtsbijstand - gezien de snelheid van de
AC-procedure bij voorkeur door één en dezelfde advocaat te
verlenen - beter en flexibeler kan worden ingevuld, zodat er
voldoende tijd overblijft voor een adequate voorbereiding van de
aanvraag en een eventueel beroep.
* Instrueer de in de AC-procedure werkzame ambtenaren om bij het
toetsen van de geloofwaardigheid van de aanvraag rekening te
houden met het feit dat er binnen de AC-procedure voor de
asielzoeker slechts beperkte mogelijkheden zijn om schriftelijk
bewijs of andere relevante informatie aan te leveren.
* Neem op zeer korte termijn maatregelen die garanderen dat iedere
asielzoeker voldoende gelegenheid heeft om zijn asielaanvraag te
presenteren en dat bij de rechterlijke beoordeling de merites van
de zaak grondig worden onderzocht.
Met betrekking tot de behandeling van minderjarige migranten in asiel-
en immigratieprocedures
* Zorg dat alle ambtenaren doordrongen zijn van het feit dat het
Verdrag inzake de Rechten van het Kind en andere relevante
internationale en regionale normen die minimumeisen voorschrijven
voor de behandeling van kinderen, ook van toepassing zijn op
minderjarige migranten, ongeacht hun wettelijke status.
* Pas de asielwetgeving en het beleid zo aan dat asielverzoeken van
alleenstaande minderjarigen altijd in de normale asielprocedure
behandeld worden.
* Indien kinderen die Nederland binnengekomen zijn deel uitmaken van
een 'kindgezin' en de IND vervolgens bepaalt dat het oudste kind
meerderjarig is, moeten de aanvragen van de jongere kinderen
beschouwd worden als onderdeel van de aanvraag van het
meerderjarige gezinslid. Dit moet gebeuren als de IND constateert
dat de kinderen begeleid worden en dat het volwassen gezinslid
bereid en in staat is namens hen te spreken, zoals ook het geval
zou zijn bij aanvragen van ouders die met hun kinderen arriveren.
* Stel een nieuw beleid voor het horen van kinderen vast, zodat
kinderen gedurende de gehele asielprocedure bijgestaan worden door
één persoon, ofwel iemand van VluchtelingenWerk Nederland, of een
voogd of advocaat. De persoon die aangewezen wordt voor de zaak
van het kind, moet vanaf het begin bij de zaak betrokken en
beschikbaar zijn om het kind tijdens alle stadia van zijn of haar
asielaanvraag bij te staan. Interviews door de IND zouden niet
plaats mogen vinden zonder aanwezigheid van deze persoon.
* Ontwerp richtlijnen voor het horen van kinderen in het kader van
een asielaanvraag, die waarborgen dat de medewerker van de IND de
aanvragen beoordeelt in het licht van de leeftijd en volwassenheid
van het kind.
* Stop het onnodig horen van jonge kinderen, vooral als er bij de
interviews geen advocaat of voogd aanwezig is die vertrouwd is met
de asielwetgeving. Afzonderlijke interviews met jonge kinderen
zouden alleen moeten plaatsvinden wanneer het kind zelf een
duidelijke vrees voor vervolging heeft en daardoor zijn of haar
eigen aanvraag moet indienen. Indien meerdere kinderen van een
gezin worden gehoord, mogen de ambtenaren niet onnodig de nadruk
leggen op kleine inconsistenties bij het beoordelen van de
geloofwaardigheid.
* Wijzig de huidige wetgeving en het beleid inzake asiel en
immigratie dusdanig dat de definitie van een alleenstaand kind
overeenkomt met internationaal en regionaal geaccepteerde normen.
* Herzie de huidige asiel- en immigratieprocedure voor
minderjarigen, zodat elk kind kan profiteren van een afzonderlijk
gehoor over de beste langetermijnoplossing, uitgaande van de
bijzondere omstandigheden van het kind.
* Neem verantwoordelijkheid voor het opsporen van de families van de
kinderen in de landen van herkomst en tref de nodige regelingen
voor repatriëring, ook voor die kinderen die tijdelijk in
Nederland verblijven bij verre familieleden. Zorg ervoor dat
repatriëring alleen plaatsvindt wanneer een geschikte zorgverlener
wordt gevonden.
* Voorzie alle kinderen die, hangende hun repatriëring, toestemming
hebben om in Nederland te blijven van tijdelijke papieren. Reken
hieronder ook de kinderen die deel uitmaken van een kindgezin.
Kinderen die in Nederland mogen blijven bij verre familieleden of
bij een meerderjarige broer of zus en die niet gerepatrieerd
kunnen worden binnen de periode van drie jaar, zoals opgenomen in
het beleid voor alleenstaande kinderen, moeten de optie krijgen om
een permanente verblijfsvergunning voor Nederland aan te vragen.
Met betrekking tot de opvangfaciliteiten voor asielzoekers
* Tref onmiddellijk voorzieningen voor alle asielzoekers die nog
geen definitieve afwijzing op hun aanvraag hebben gekregen, zodat
deze toegang krijgen tot basisvoorzieningen als onderdak, voedsel
en gezondheidszorg. Dit zou niet alleen moeten gelden voor
asielzoekers die in beroep zijn gegaan tegen een negatieve
beslissing in de AC-procedure, maar ook voor asielzoekers die zijn
toegelaten tot de normale asielprocedure op basis van een nieuwe
(tweede) asielaanvraag.
* Zorg ervoor dat personen die tekenen vertonen van een ernstig
trauma, de noodzakelijke behandeling en steun ontvangen gedurende
hun verblijf in Nederland, ook wanneer deze personen zijn
afgewezen in een AC-procedure en uiteindelijk eventueel niet aan
de criteria voor de status van vluchteling voldoen.
* Maak onderscheid tussen de uitkomst van de asielaanvraag en de
beslissing om geen opvangfaciliteiten meer te verlenen, zodat
afgewezen asielzoekers die humanitaire hulp behoeven de
mogelijkheid hebben om deze hulp op elk moment aan te vragen
hangende hun repatriëring naar hun land van herkomst.
* Breid de toepasselijkheid van humanitaire gronden op basis waarvan
het recht op onderdak niet automatisch 28 dagen na de definitieve
beslissing vervalt, uit tot kwetsbare groepen zoals gezinnen met
kinderen, ouderen en personen die fysiek of psychisch ziek of
getraumatiseerd zijn.
Dit artikel komt van Johannes Wier Stichting
http://www.johannes-wier.nl