Gemeente Zoetermeer
'De Gave Stad, bedrijventerreinen in beeld', vanaf 22 april in het
Stadhuis.
De expositie staat opgesteld in de hal van het Stadhuis vanaf dinsdag
22 april a.s. en duurt tot 2 juni.
De foto's zijn van Ton van Zeijl die nu als allerlaatste 'wijk' van
Zoetermeer ook de bedrijventerreinen in beeld heeft gebracht. Hiermee
is het beeld van Zoetermeer compleet. Het is op zich bijzonder dat ook
de bedrijventerreinen in het project 'De Gave Stad' worden meegenomen
omdat zij vaak 'als lelijke gebieden' worden aangemerkt.
Er verschijnt ook een cultuurhistorische verkenning die voor één euro
te verkrijgen is in het stadsmuseum Zoetermeer, Dorpsstraat 7.
Overigens zijn hier ook alle cultuurhistorische verkenningen van alle
wijken verkrijgbaar.
Bedrijventerreinen in beeld
Zoetermeer kende voor de aanwijzing tot groeikern al veel
bedrijvigheid. Van oudsher stond het bekend als boterdorp. Deze
bijnaam was te danken aan de levendige handel in boter, kaas en
eieren, er waren zo'n zestig éénmansbedrijven. Grote namen als Van der
Spek, Noordam en Brinkers waren aan deze tak van handel verbonden. En
wie kent Nutricia en De Spar niet, beide wereldconcerns die hun
wortels in Zoetermeer hebben.
Thans telt Zoetermeer zes bedrijventerreinen: Rokkehage, Hoornerhage,
Zoeterhage, Dwarstocht, Brinkhage en Lansinghage. Zij zijn
voornamelijk ingericht voor dienstverlening en opslag, gecombineerd
met kantoorfuncties.
Bedrijventerreinen worden van oudsher aan de rand van de stedelijke
bebouwing gesitueerd, soms slokt stadsuitbreiding zo'n terrein op en
komen de bedrijven temidden van woonwaijken te liggen. In Zoetermeer
is dat (nog) niet het geval.
De terreinen zijn aan de oostelijke rand van de stad in een
langgerekte strook geconcentreerd. De scheidslijn wordt aan de
westkant gevormd door de oude polderdijken Rokkeveenseweg en
Zegwaartseweg. Aan de oostkant grenzen zij, samen met het van Tuyll
Sportpark aan het open polderlandschap. Dat laatste verandert wanneer
Oosterheem, de nieuwste wijk van Zoetermeer, zal zijn gerealiseerd.
Bedrijventerreinen kunnen over het algemeen niet rekenen op veel waardering en worden bij cultuurhistorische analyses meestal vergeten of overgeslagen. Misschien komt dat omdat de inrichting en aankleding gedicteerd worden door eisen van functionaliteit. Het gaat om een zo goed mogelijke ontsluiting en om voldoende ruimte voor laden, lossen en parkeren. De gebouwen dienen in de eerste plaats een utilitair doel en zijn met weinig toeters en bellen uitgerust. In Zoetermeer zijn ze bovendien vooral bedoeld voor kantoren, dienstverlening en opslag. Toch bezitten zij louter door hun pure functionaliteit hun eigen verborgen schoonheid en vormen zij een onlosmakelijk onderdeel van de zorgvuldig geplande opzet van de voormalige groeikern Zoetermeer.
Laatste wijziging: 22-04-2003