Universiteit van Utrecht
Persbericht van de Universiteit Utrecht
Faculteit der Diergeneeskunde
22 april 2003
Bestrijding varkenspest met vaccinatie mogelijk
Recent beschikbaar gekomen markervaccins tegen klassieke varkenspest kunnen
in theorie de verspreiding van het varkenspestvirus in die mate verminderen
dat bestrijding van toekomstige epidemieën met vaccinatie mogelijk is. Dat
toont Don Klinkenberg aan op basis van zijn onderzoek naar de verspreiding
van varkenspest met wiskundige modellen. Of noodvaccinatie zonder
vernietiging van dieren op grote schaal politiek haalbaar is, blijft echter
de vraag. Klinkenberg promoveert op 24 april 2003 bij de faculteit
Diergeneeskunde.
Markervaccins
Markervaccins zijn ontwikkeld om tijdens een epidemie een noodenting uit te
voeren om later het gebied infectievrij te kunnen verklaren, zonder eerst
alle dieren te hoeven
vernietigen. Klinkenberg heeft twee bijna identieke markervaccins
onderzocht. Deze zijn ontwikkeld in combinatie met een speciale
antilichaamtest waarmee het mogelijk is gevaccineerde dieren te testen op
infectie. Met klassieke vaccins was dit niet mogelijk, omdat vaccin en virus
een vrijwel identieke reactie opwekten. In markervaccins ontbreken eiwitten
die wel in het virus zitten. Een infectie met het virus kan worden
gediagnosticeerd door het aantonen van een immuunreactie tegen deze
eiwitten.
Vaccinatie
Omdat vaccinatie alleen zin heeft als de epidemie ermee tot stilstand wordt
gebracht, zijn dierenexperimenten gebruikt om te testen of de vaccins de
virusverspreiding tussen dieren reduceren. Kwantificering van
virustransmissie gebeurt met het reproductiegetal R dat aangeeft hoeveel
dieren gemiddeld door één geïnfecteerd dier worden besmet in een vatbare
populatie. Als R groter is dan 1, is een epidemie mogelijk. Is R kleiner dan
1 dan zal een infectie altijd doodlopen. Klinkenberg beschrijft een methode
om R uit experimenten te halen en vervolgens toe te passen op experimenten
met markervaccins. Deze experimenten tonen aan dat de vaccins R ver onder de
1 kunnen brengen.
Haalbaarheid
Volgens Klinkenberg is het dan ook mogelijk strategieën te bedenken waarmee
vaccins effectief kunnen worden ingezet. Een eerste praktisch probleem is
dat de diagnostische tests niet volledig betrouwbaar zijn. Door voldoende
bloedmonsters te nemen op varkensbedrijven kan dat echter worden
ondervangen. Klinkenberg stelt daarnaast ook een bestrijdingsstrategie voor
voor een ander probleem: de virusoverdracht van drachtige zeugen op
ongeboren biggen. De vraag blijft echter over of noodvaccinatie zonder
vernietiging van dieren op grote schaal wel politiek haalbaar is. Het nemen
van veel monsters om de kwaliteit van de diagnostische test te verbeteren
houdt bijvoorbeeld in dat bij een beperkt aantal positieve monsters een
bedrijf negatief moet worden verklaard; dit stuit zeker op veel weerstand.
Donderdag 24 april 2003 om 16.15 uur
Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht
Drs. D. Klinkenberg, faculteit Diergeneeskunde
Promotie: 'Mathematical epidemiology and the control of classical swine
fever virus.'
Voorlichter Roy meijer (030) 253 3705, r.meijer@csc.uu.nl
(Zie ook het persbericht op de site van NWO (Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek): www.nwo.nl/nieuws)