Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk SV/A&L/03/14617

Onderwerp Datum Evaluatie Wet beslistermijnen 25 april 2003 sociale verzekeringen

De Wet beslistermijnen sociale verzekeringen (hierna te noemen: de Wet beslistermijnen) is met ingang van 1 januari 2001 in werking getreden.1 In deze wet is een evaluatiebepaling opgenomen, waarin is neergelegd dat na twee jaar een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de in deze wet geregelde beslistermijnen in de praktijk aan uw Kamer wordt aangeboden. Deze brief strekt hiertoe.

In deze brief wordt ingegaan op de tijdigheid van de ­ op grond van de werknemersverzekeringen ­ genomen beslissingen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), respectievelijk van de ­ op grond van de volksverzekeringen ­ genomen beslissingen door de Sociale Verzekeringsbank (SVb). Voorafgaand dient nog opgemerkt te worden dat de gegevens over het jaar 2002 nog niet volledig beschikbaar zijn. Om die reden heeft het onderzoek bij de UWV zich beperkt tot gegevens tot en met het tweede kwartaal 2002 en bij de SVb tot en met het derde kwartaal van 2002.

Beslistermijnen werknemersverzekeringen

Inleiding

In het kader van de onderhavige evaluatie is door het UWV bijgaande rapportage "Tijdigheid beslissingen op aanvraag, ontwikkelingen 2000-2002" uitgebracht. Omdat de rapportage begin 2003 gereed is gekomen, kon de evaluatie aan de Staten-Generaal niet voor 1 januari 2003 uitgebracht worden.

In de rapportage wordt inzicht gegeven in de mate waarin het UWV en zijn rechtsvoorgangers in de jaren 2001 en 2002 hebben voldaan aan de, op de Wet beslistermijnen gebaseerde, tijdigheidseisen van de beslissingen op aanvraag. Hoewel de Wet beslistermijnen toen nog

1 Stb. 2000, 627.




---

niet in werking was getreden, heeft het UWV in zijn rapportage ook het jaar 2000 betrokken. Deze gegevens zijn vanuit het oogpunt van deze evaluatie te beschouwen als een nulmeting. Alvorens nader in te gaan op de inhoud van het rapport, wordt in het navolgende kort ingegaan op de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet beslistermijnen.

Bij de totstandkoming van de Wet beslistermijnen is het streven geweest om te komen tot zo kort mogelijke beslistermijnen. Enerzijds is uitgegaan van het belang dat cliënten hebben bij een snelle en goede besluitvorming. Anderzijds moeten de termijnen ook realistisch zijn en daadwerkelijk gehaald kunnen worden door de uitvoerende instanties. Immers, niemand is er bij gebaat dat weliswaar zeer korte wettelijke termijnen gelden, maar dat op voorhand al duidelijk is dat deze in de uitvoeringspraktijk niet haalbaar zijn. De Wet beslistermijnen is daarom voorbereid in nauw overleg met de (toenmalige) uitvoerende instanties: de Sociale verzekeringsbank (SVb), het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) en de uitvoeringsinstellingen (uvi's). De in de wet geregelde termijnen zijn een resultante van de destijds (eind 1999/ begin 2000) vastgestelde, en door de uitvoering als realistisch en haalbaar ingeschatte termijnen.

Rapportage "Tijdigheid beslissingen op aanvraag, ontwikkelingen 2000-2002"

De in de rapportage onderzochte beslissingen betreffen de uitvoering van de door het UWV uitgevoerde arbeidsongeschiktheidsregelingen (de WAJONG, de WAO en de WAZ), de Werkloosheidswet (WW), de Toeslagenwet (TW) en de Ziektewet (ZW). Het betreft twaalf verschillende soorten beslissingen op aanvraag op grond van deze wetten, waarop de Wet beslistermijnen van toepassing is.2

Uit de rapportage blijkt dat de tijdigheid verschilt per onderwerp. Op hoofdlijnen zijn de belangrijkste bevindingen:

1. Claimbeoordeling WAO per einde wachttijd: de streefnormen worden niet gehaald. De tijdigheid van deze beslissingen is echter wel verbeterd in 2001 en het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000. De tijdigheid bij deze claimbeoordelingen is toegenomen door het succesvol wegwerken van achterstanden. Hierop wordt in het navolgende nader ingegaan.
2. Claimbeoordeling WAJONG en WAZ per einde wachttijd: hoewel de streefnormen niet worden gehaald, is de tijdigheid van deze beslissingen in de loop der jaren wel verbeterd.
3. Claimbeoordeling TW en de WW (ontslagwerkloosheid): hier lijkt een tegenovergestelde trend waarneembaar. Ten aanzien van de TW en de WW werden in 2000 en 2001 de streefnormen namelijk gehaald, respectievelijk bijna gehaald, terwijl de tijdigheid in 2002 is gedaald en de streefnormen niet meer worden gehaald. De tijdigheid van de beslissingen is in deze periode onder druk komen te staan door de overdracht in 2002 van WW-dossiers van het CWI naar het UWV. 4. Claimbeoordeling ZW: in 2000, 2001 en het eerste halfjaar van 2002 wordt de tijdigheidsnorm ruimschoots gehaald. De tijdigheid van de beslissingen

2 De Wet beslistermijnen sociale verzekeringen regelt de termijnen waarbinnen het UWV een beslissing dient te nemen op de door betrokkene ingediende uitkeringsaanvraag. Naast beslissingen op aanvraag neemt het UWV ook beslissingen waarbij geen sprake is van een aanvraag, zoals bijvoorbeeld de beslissing waarbij het UWV uitkeringsfraude vaststelt. Deze beslissingen zijn niet onderzocht omdat hierop de Wet beslistermijnen sociale verzekeringen niet van toepassing is.



3

claimbeoordeling bij de ZW daalt licht in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001.

Grosso modo zijn de beslistermijnen niet gehaald; de aanvankelijke positieve verwachtingen ­ die tijdens de voorbereiding van de wet werden geuit ­ behoeven neerwaartse bijstelling. Hierbij kunnen de volgende kanttekeningen worden geplaatst

A. Het UWV heeft in zijn rapportage een scenario geschetst waarin is uitgegaan van het meest ongunstige resultaat; naar alle waarschijnlijkheid wordt in werkelijkheid in een groter aantal gevallen tijdig een beslissing genomen. Dat het UWV vermoedelijk uitgaat van een te laag aantal tijdig genomen beslissingen, heeft te maken met het feit dat het UWV tot dusverre niet registreert dat er gebruik gemaakt is van de wettelijke mogelijkheid om de beslistermijn op te schorten of te verlengen. Indien de termijn niet wordt gehaald, biedt de Wet beslistermijnen immers veelal de mogelijkheid om de termijn te verlengen. Als na deze verlenging de beslissing vervolgens binnen de verlengde termijn wordt afgegeven, is de beslissing binnen de beslistermijn, en dus tijdig, genomen. Nu het UWV deze verlengingen niet registreert, komen deze beslissingen echter automatisch te boek te staan als `ontijdig'. Hetzelfde geldt voor situaties waarin het UWV gebruik heeft gemaakt van de in de Algemene wet bestuursrecht neergelegde mogelijkheid om de beslistermijn op te schorten. Er kan dan ook van uitgegaan worden dat in werkelijkheid in een groter aantal gevallen de beslissing binnen de daarvoor geldende termijn is genomen.

Om hoeveel gevallen het bij het UWV daadwerkelijk gaat, valt op dit moment niet te zeggen. Ter vergelijking: uit het hierna te bespreken overzicht van de SVb ­ die de wettelijke verlengingsmogelijkheid wél registreert ­ blijkt onder meer dat het percentage van het totaal aantal tijdige beslissingen op Anw-aanvragen met 8 tot 10% verhoogd kan worden, indien wel rekening gehouden wordt met de mate waarin verlengd wordt. Het is mogelijk om de gegevens over deze verlengingen alsnog op te nemen in de administratie. Dit vergt echter vrij ingrijpende en kostbare systeemaanpassingen, die eerst op termijn te realiseren zal zijn. Bij het onderdeel "Maatregelen ter verbetering" wordt hier nog afzonderlijk op ingegaan.

B. De omstandigheden waaronder de aanvankelijk positieve inschatting door de uitvoering werd gemaakt zijn niet dezelfde als de thans geldende. Juist in de periode waarin de wet werd voorbereid en vervolgens in werking is getreden, hebben er voor de uitvoering drastische wijzigingen plaats gevonden. In dit kader is vooral van belang de samenvoeging van de uvi's en het Lisv tot één UWV. De UWV-vorming is een majeure operatie. Door deze omvangrijke en complexe reorganisatie is de aandacht vooral uitgegaan naar de fusie en reorganisatie en de samenwerking in de keten. Dat de destijds door de uitvoering gemaakte inschatting ­ dat de beslistermijnen haalbaar zouden zijn ­ niet bewaarheid is, moet dan ook gezien worden in het licht van deze veranderde feiten en omstandigheden. Omdat het in de gegeven omstandigheden niet realistisch was om te verwachten dat in alle gevallen de beslistermijnen gehaald konden worden, zijn er prioriteiten gesteld. Er is voor gekozen om eerst de grootste knelpunten op te lossen en prioriteit te geven aan de uitvoering van de Wet verbetering poortwachter en het wegwerken van de achterstanden in de claim- en herbeoordelingen WAO. Deze methode heeft zijn vruchten afgeworpen. Zoals ook al is gebleken uit het vorenstaande, is het UWV er namelijk in geslaagd om de tijdigheid van de einde wachttijdbeoordelingen in de periode van 1999 ­ 2001 aanzienlijk te vergroten. In deze




---

periode is sprake van een stijging van de realisatie met 28%. In deze periode is bovendien ook de realisatie van de herbeoordelingen aanzienlijk gestegen.3

Maatregelen ter verbetering

Gezien de huidige omstandigheden is mijn streven erop gericht om de tijdigheid van de beslissingen te verbeteren door middel van duidelijke en realistische afspraken met het UWV. Deze afspraken vinden hun weerslag in de streefnormen in de jaarplannen. Aangezien het UWV in de kwartaalrapportages verslag doet van de realisatie van de afgesproken streefnormen, is het mogelijk de tijdigheid van de besluitvorming nauwlettend te monitoren.

Naast eerdergenoemde afspraken met het UWV acht ik het van belang dat door middel van deregulering de complexiteit van wetgeving wordt verminderd en de uitvoerbaarheid inclusief de tijdigheid wordt vergroot. De voorstellen zoals gedaan in het wetsvoorstel administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten (Kamerstukken 28 219) zijn hiervan naar mijn mening een goed voorbeeld. Ook op andere terreinen van de sociale zekerheid acht ik vergelijkbare voorstellen mogelijk en ben ik voornemens hierover wetgeving voor te bereiden.
Met bovenstaande afspraken en voorstellen verwacht ik dat de tijdigheid van de beslissingen in de toekomst zal verbeteren. Gelet op het feit dat de thans geldende wettelijke termijnen nu al niet in alle gevallen gehaald worden, acht ik het niet realistisch om op dit moment de termijnen door middel van wetgeving te verkorten.

Als gevolg van het amendement-Wilders zal op grond van de Wet beslistermijnen, ten aanzien van de claimbeoordelingen arbeidsongeschiktheidsregelingen, per 1 januari 2004 een beslistermijn van 8 ­ in plaats van de thans geldende 13 ­ weken gaan gelden. Om dezelfde redenen als hierboven vermeld, acht ik het evenmin opportuun om deze verkorting van de beslistermijn per 1 januari 2004 doorgang te laten vinden. Het amendement-Wilders is destijds aangenomen vóór de inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachter. Sinds de inwerkingtreding van laatstgenoemde wet per 1 april 2002 dient het UWV voor WAO- aanvragen niet alleen binnen de beslistermijn een claimbeoordeling uit te voeren, maar moet het binnen dezelfde termijn ook een beoordeling van het reïntegratieverslag geven. Het is niet reëel om te verwachten dat het UWV in staat zal zijn binnen 8 weken een claimbeoordeling uit te voeren, als daarvóór een beoordeling van het reïntegratieverslag moet hebben plaatsvonden.
Om die reden ben ik voornemens wetgeving voor te bereiden om de huidige beslistermijn bij de claimbeoordeling te handhaven. In het kader van de vormgeving van het nieuwe WAO- complex kan dan nader worden bezien welke beslistermijn wenselijk maar ook haalbaar is. De rapportage van het UWV biedt geen inzicht in de mate waarin gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen en geeft derhalve geen volledig beeld. Met het UWV is daarom afgesproken dat in 2003 een evaluatie door middel van dossieronderzoek wordt gedaan, zodat een duidelijker beeld ontstaat van de beslistermijnen inclusief het gebruik van de mogelijkheid van verlenging.
Het registreren van gegevens ten behoeve van het meten van het al of niet voldoen aan de wettelijke beslistermijnen inclusief de verlengingstermijn is niet eerder mogelijk dan na integratie van de werkprocessen en keuze voor (nieuwe) registratiesystemen in het kader van

3 Zie onder meer de brieven aan de Tweede Kamer van 28 juni 2002 en 8 juli 2002 (Kamerstukken 2001- 2002, 26448, nr. 47).



5

de fusie. De nieuwe registratiesystemen zullen naar verwachting in 2006 gereed zijn. Ik zal hierover in het jaarplan 2004 afspraken vastleggen.

Beslistermijnen volksverzekeringen

Inleiding

./. In de notitie `Tijdigheidscijfers Sociale Verzekeringsbank' wordt een overzicht gegeven van de mate waarin de SVb in de jaren 2001 en 2002 heeft voldaan aan de wettelijke termijn voor beslissingen op aanvraag. De onderzochte beslissingen betreffen toekenning van een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (Anw) en de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Het gaat hierbij om beslissingen op aanvraag tot toekenning van ouderdomspensioen, nabestaanden-, halfwezen- en wezenuitkering en kinderbijslag. Eind 2001 heeft de SVb voor de AOW en Anw een kwaliteitssysteem geïmplementeerd, dat steekproefsgewijze rechtmatigheids- en kwaliteitscontroles ondersteunt (CONDOR). Naar verwachting wordt in het tweede kwartaal van 2003 een vergelijkbaar systeem voor de uitvoering van de AKW ingevoerd. Op grond van het kwaliteitssysteem kan worden vastgesteld hoe vaak beslistermijnen worden verlengd, in hoeverre dit correct gebeurt en in welke mate beslistermijnen worden overschreden. Omdat dit systeem nog maar kort operationeel is, bevat het geen gegevens over 2001. Wel zijn steekproefresultaten over 2002 voor de AOW en de Anw beschikbaar. Deze resultaten zijn eveneens in de notitie verwerkt. De gegevens kunnen slechts als indicatief worden beschouwd vanwege de omvang van de steekproef, met name waar het gaat om internationale aanvragen.

Rapportage Sociale Verzekeringsbank

De gegevens van de SVb geven een gunstig beeld van de tijdigheid van beslissen over nationale aanvragen. Aanvragen tot toekenning van AOW en AKW door in Nederland wonende uitkeringsgerechtigden worden in het merendeel van de gevallen (ruim 90%) binnen de wettelijk voorgeschreven redelijke termijn (8 weken) afgehandeld. Blijkt het niet mogelijk om binnen de redelijke termijn een definitieve beschikking af te geven, dan wordt een voorschot toegekend en wordt de definitieve beslissing binnen de verlengde beslistermijn genomen.
Hierbij zij erop gewezen dat met name AOW-aanvragen niet in alle gevallen binnen de redelijke termijn worden afgehandeld, daar waar het vroegtijdige aanvragen betreft. De SVb bevordert het indienen van de aanvraag in een vroeg stadium, door het toezenden van het aanvraagformulier een half jaar voordat de desbetreffende persoon 65 wordt. In het overgrote deel van deze zaken wordt in ieder geval een beschikking afgegeven voor de eerste dag van de maand waarin de aanvrager 65 jaar wordt en derhalve voldoet aan alle uitkeringsvoorwaarden. Ondanks het feit dat op de aanvraag niet altijd binnen de redelijke termijn wordt beslist, is dit een alleszins aanvaardbare werkwijze. De cliënt weet op tijd waar hij aan toe is en de SVb heeft voldoende tijd om gegevens te verzamelen en te controleren. Op grond daarvan kan een actuele beslissing genomen worden.

Het percentage tijdige beslissingen op Anw-aanvragen lijkt op het eerste gezicht op een lager niveau te liggen dan AOW- en AKW-beslissingen (namelijk rond de 80%). Uit de steekproefresultaten kan echter, met enige voorzichtigheid, worden afgeleid dat een deel van de te late beslissingen tijdig is verlengd en vervolgens binnen de verlengde termijn is



6

afgehandeld. Hiermee komt het percentage tijdige beslissingen voor het tweede en derde kwartaal van 2002 uiteindelijk op ongeveer 90% respectievelijk 85% in plaats van 80% te liggen.
Is voor het beslissen op een aanvraag informatie uit het buitenland noodzakelijk, dan is bijna altijd een langere beslistermijn dan 8 weken noodzakelijk. Uit de gegevens van de SVb blijkt dat slechts in 17% van de internationale AOW- en 13% van de internationale Anw-gevallen binnen de redelijke termijn een beslissing kan worden afgegeven. De wet biedt de mogelijkheid om de termijn met ten hoogste zes maanden te verlengen, indien informatie gevraagd moet worden aan een persoon of instantie buiten Nederland. Uit het kwaliteitssysteem kan worden afgeleid dat van die mogelijkheid vaak gebruik wordt gemaakt. Zowel voor de AOW als Anw vindt dit in een stijgend aantal gevallen plaats (AOW: van 49 naar 69%; Anw: van 48 naar 52 %). Dit gebeurt in ruim tweederde van de gevallen tijdig. Wordt rekening gehouden met de verlengde beslistermijn, dan blijkt uiteindelijk dat veel meer beslissingen tijdig worden genomen dan de eerder genoemde percentages van 17 en 13%. In het derde kwartaal van 2003 ligt dit percentage voor de AOW op 46% en voor de Anw op 65%. Deze lage percentages hebben de aandacht van de SVb. Door een adequate bewaking van de beslistermijnen wil de SVb de tijdigheid van beslissingen op internationale aanvragen verbeteren. Wat betreft de AKW zijn nadere gegevens over een mogelijke verklaring van het niet-tijdig beslissen niet bekend. Wel blijkt dat, nu sinds het derde kwartaal van 2002 hersteltermijnen worden geregistreerd, het percentage tijdige beslissingen op internationale aanvragen aanzienlijk is gestegen (van 36 naar 91%).

Maatregelen ter verbetering

De resultaten van de SVb stemmen derhalve gunstig, zeker als rekening wordt gehouden met de steekproefresultaten van het kwaliteitssysteem. Het kwaliteitssysteem zal steeds meer gegevens gaan opleveren over verlengingen. Vanaf 2003 kan hierin meer inzicht worden geboden, niet alleen voor de AOW en Anw, maar ook voor de AKW. Intern is bij de SVb de aandacht en prioriteit voor de tijdigheid sterk toegenomen. Er is een groot aantal centrale, maar ook decentrale activiteiten in werking gezet, gericht op het verhogen van de tijdigheid. De wettelijke beslistermijnen worden in de geautomatiseerde systemen geïncorporeerd en herstel- en verlengde termijnen worden geregistreerd. Voorts biedt het systeem meer ondersteuning door het aanpassen en uitbreiden van standaardbrieven, zoals vertragingsberichten. Door het opnemen van de wettelijke normen voor tijdigheid in de systemen wordt het ook beter mogelijk om op dit punt te sturen. Er kan meer, frequentere en betere managementinformatie geleverd worden. Hierdoor kan onder meer een betere sturing op de voorraad plaatsvinden, omdat inzicht bestaat in de samenstelling en de ouderdom daarvan.
In het jaarplan 2003 zijn duidelijke prestatie-indicatoren en bijbehorende normen door de SVb vastgelegd. Beslissingen op aanvragen AOW zijn tijdig genomen wanneer zij binnen 8 weken zijn verstrekt, dan wel voor de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt. Voor nationale aanvragen is de norm 90%, voor internationale aanvragen 30%. Wat de Anw betreft is aan de norm voldaan, wanneer tenminste 70% van de nationale aanvragen respectievelijk 10% van de internationale aanvragen binnen 8 weken is afgehandeld. Voor de AKW is de norm vastgesteld op 85% respectievelijk 30%.
Ook bij de SVb zal ik de realisatie van deze streefnormen nauwlettend blijven volgen.

De Minister van Sociale Zaken



7

en Werkgelegenheid,

(mr. A. J. de Geus)



Tijdigheid beslissingen op aanvraag
Ontwikkeling 2000-2002
Januari 2003



Colofon

Uitgave
Uitvoering Werknemersverzekeringen
Afdeling Beleidsinformatievoorziening

Postadres
Postbus 8300
1005 CA Amsterdam

Inlichtingen
Tel.: (020) 687 29 72
Fax: (020) 687 29 61

Internet
www.uwv.nl

Uitvoering Werknemersverzekeringen
Amsterdam, januari 2003

Bronvermelding is verplicht.
Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.

Uitvoering Werknemersverzekeringen





Inhoud

pagina Inhoud 11
1 Inleiding 13 2 Samenvatting 14 3 Ontwikkeling tijdigheid beslissingen op aanvraag 17 3.1 Claimbeoordeling Wajong 19 3.1.1 Dienstverlening 19 3.1.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 19 3.1.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 19 3.2 Aanvraag herbeoordeling Wajong 21 3.2.1 Dienstverlening 21 3.2.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 21 3.2.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 21 3.3 Claimbeoordeling WAO 22 3.3.1 Dienstverlening 22 3.3.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 23 3.3.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 23 3.4 Aanvraag herbeoordeling WAO 25 3.4.1 Dienstverlening 25 3.4.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 25 3.4.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 25 3.5 Claimbeoordeling WAZ 26 3.5.1 Dienstverlening 26 3.5.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 27 3.5.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 27 3.6 Aanvraag herbeoordeling WAZ 29 3.6.1 Dienstverlening 29 3.6.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 29 3.6.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 29 3.7 Claimbeoordeling Toeslagenwet 30 3.7.1 Dienstverlening 30 3.7.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 31 3.7.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 31 3.8 Claimbeoordeling WW (ontslagwerkloosheid) 32 3.8.1 Dienstverlening 32 3.8.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 33 3.8.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 33 3.9 Beslissing aanvraag voorschot WW 34 3.9.1 Dienstverlening 34 3.9.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 35 3.9.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 35 3.10 Claimbeoordeling WW (hoofdstuk IV) 36


3.10.1 Dienstverlening 36 3.10.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 37 3.10.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 37 3.11 Claimbeoordeling WW (werktijdverkorting) 38 3.11.1 Dienstverlening 38 3.11.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 39 3.11.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 39 3.12 Claimbeoordeling ZW 40 3.12.1 Dienstverlening en dienst 40 3.12.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid 41 3.12.3 Ontwikkeling van de tijdigheid 41

Bijlagen

Bijlage 1 Tijdigheidscores in de Bouwnijverheid ten opzichte van de overige bedrijfsonderdelen

Bijlage 2 Relatie met de tijdigheidscore in andere verantwoordingsrapportages t.b.v. het ministerie van SZW

Bijlage 3 Diensten die bij de rapportage betrokken zijn

Bijlage 4 Begrippenlijst



1 Inleiding

Ten behoeve van de evaluatie Wet Beslistermijnen sociale verzekeringen heeft het ministerie van SZW informatie nodig over de mate waarin UWV in de jaren 2000, 2001 en 2002 voldoet aan de tijdigheideisen van beslissingen op aanvraag.
In de wet is opgenomen dat het ministerie voor 1 januari 2003 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk aan de Staten-Generaal gezonden moet hebben. De evaluatie beperkt zich tot de termijnen die zijn genoemd in de wet.

De voorliggende rapportage van UWV geeft inzicht in de mate waarin UWV in de jaren 2000, 2001 en 2002 voldoet aan de tijdigheideisen en -normen van beslissingen op aanvraag. (in 2000 en 2001 de rechtsvoorgangers van UWV: de uitvoeringsinstellingen Cadans, Gak, GUO, SFB en USZO). In de rapportage is de ontwikkeling gepresenteerd van de tijdigheidscores in de periode van 2000 tot en met het eerste halfjaar van 2002 en is waarmogelijk een verklaring van deze ontwikkeling gegeven.

De rapportage is in opdracht van het ministerie gemaakt.



2 Samenvatting
In dit rapport wordt nagegaan wat de ontwikkeling is van de tijdigheid van beslissingen op aanvraag. Hierbij is voornamelijk onderzocht in hoeverre het UWV in de jaren 2000, 2001 en 2002 voldoet aan de eigen normen voor de tijdigheid van beslissingen op aanvraag.4
Voor deze rapportage is de ontwikkeling van de tijdigheid bij 12 soorten beslissingen op aanvraag onderzocht. De onderzochte beslissingen, betreffen de uitvoering van de arbeidsongeschiktheidswetten Wajong, WAO en WAZ, de Werkloosheidswet, de Toeslagenwet en de Ziektewet. Deze diensten omvatten ongeveer 65% van de reguliere bedrijfsvoering5 en 80% van de beslissingen op aanvraag6.

Algemene ontwikkeling van de tijdigheid 2000-2002
Vastgesteld is, dat bij een beperkt deel van de onderzochte diensten de tijdigheidsnormen gehaald worden. In 2000 en 2001 is bij 2 van de 12 onderzochte soorten beslissingen de tijdigheidsnorm7 gehaald (claimbeoordeling Toeslagenwet en ZW). In het eerste halfjaar 2002 is nog bij 1 van de 12 onderzochte soorten beslissingen de tijdigheidsnorm gehaald (claimbeoordeling ZW). De normen zijn zo vastgesteld dat bij realiseren van de norm vrijwel zeker bij alle beslissingen aan de wettelijke beslistermijn voldaan is. Bij 2 van de 12 onderzochte soorten beslissingen, claimbeoordeling WW hoofdstuk IV en claimbeoordeling WW werktijdverkorting, is geen norm voor de tijdigheid vastgesteld. Bij de claimbeoordeling WW hoofdstuk IV is, gezien de hoge score tijdige beslissingen, het aannemelijk dat aan de wettelijke beslistermijn voldaan wordt. Bij de claimbeoordeling WW werktijdverkorting is zeker niet aan de wettelijke beslistermijn voldaan.

Op basis van het voldoen aan de norm en hoge score tijdige beslissingen is in 2000 en 2001 bij 3 van de 12 onderzochte soorten beslissingen vrijwel zeker aan de wettelijke beslistermijn voldaan (claimbeoordeling Toeslagenwet, WW hoofdstuk IV en ZW). In het eerste halfjaar 2002 is bij 2 van de 12 onderzochte soorten beslissingen de beslissingen vrijwel zeker aan de wettelijke beslistermijn voldaan (claimbeoordeling WW hoofdstuk IV en ZW).
Bij de WW en Toeslagenwet neemt de tijdigheid van beslissingen in de periode 2000-2002 af. Bij de arbeidsongeschiktheidswetten verbeteren de tijdigheidscores en bij de ZW blijft de tijdigheidscore vrijwel constant.

Relatie met de tijdigheidscores in andere publicaties t.b.v. het ministerie van SZW In deze publicatie, `Tijdigheid beslissingen op aanvraag, ontwikkeling 2000-2002', is getracht om aansluiting te vinden bij het cijfermateriaal in de bestaande verantwoordingsinformatie van UWV aan SZW. In het bijzonder gaat het hierbij om de aansluiting met de `Kwartaalrapportage t.b.v. SZW 2e kwartaal 2002'. Deze aansluiting is voor een deel mogelijk. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de verschillen en de verklaring hiervoor.
Over het algemeen sluit het cijfermateriaal van `Tijdigheid beslissingen op aanvraag, ontwikkeling 2000- 2002' goed aan op het cijfermateriaal in de Uitvoeringsrapportages die de voormalige opdrachtgever Lisv aan het ministerie leverde.

4 Over de jaren 2000, 2001 en 2002 is een gewogen gemiddelde van de tijdigheidscores van de voormalige uitvoeringsinstellingen Cadans, Gak, GUO en USZO (UWV-bedrijfsonderdelen in 2002) berekend (op basis van aandeel in de betreffende diensten). UWV-bouwnijverheid (uitvoeringsinstelling SFB tot 2002) heeft door problemen bij de ontwikkeling van systemen geen gegevensbestanden geleverd, wel zijn voor een beperkt aantal diensten tijdigheidscores in rapportages geleverd. De tijdigheidscores van de bouwnijverheid zijn niet meegewogen in de presentatie van de tijdigheidscores in hoofdstuk 3. In bijlage 1 is een overzicht gegeven de tijdigheidscores van de bouwnijverheid zoals die eerder in de Uitvoeringsrapportages van het Lisv gepubliceerd zijn, aangegeven is in hoeverre het beeld in de bouwnijverheid afwijkt van het beeld bij de overige bedrijfstakken en wat de invloed op de gemiddelde tijdigheidscore is. 5 Berekend aandeel van de claimafhandeling in de totale reguliere bedrijfsvoering; bron: Uitvoeringskosten werknemersverzekeringen 1996-2002, Lisv september 2000 6 Berekend aandeel van (deels geraamde) de beslissingen op aanvraag over 2000; bronnen: Kroniek 2001, Lisv december 2001; Kwantitatieve aspecten en tijdigheidsaspecten van referentiediensten, gegevensleveringen 2000-2002.
7 Indien aanwezig, de tijdigheidsnorm uit het Jaarplan 2002, anders de tijdigheidsnormen van de voormalige opdrachtgever het Lisv (standaard streefnormen van de referentiediensten 2000, 2001 en 2002). Voor twee van de 12 onderzochte beslissingen zijn wel tijdigheideisen, maar geen normen vastgesteld.


Ontwikkeling per soort beslissing
In tabel 2-1 is de ontwikkeling van de tijdigheid per soort beslissing op aanvraag weergegeven. De vet gedrukte tijdigheidscores vallen binnen de norm.

Tabel 2-1 Diensten, tijdigheidscores 2000-2002, normen van UWV en de wettelijke termijnen van tijdige beslissingen
Percentage Norm 2002 Wettelijke beslissingen1 binnen termijn van termijn van de norm tijdige (2002) beslissing (2002) 2000 2001 20022 Beslissing
Claimbeoordeling Wajong 58 66 66 80% beslissing binnen 13 weken3 13 weken Beslissing aanvraag herbeoordeling Wajong 39 30 34 90% beslissing binnen 4 weken4 4 weken Claimbeoordeling WAO 60 68 70 80% beslissing binnen 13 weken3 13 weken Beslissing aanvraag herbeoordeling WAO 25 17 22 90% beslissing binnen 4 weken4 4 weken Claimbeoordeling WAZ 24 40 47 80% beslissing binnen 13 weken3 13 weken Beslissing aanvraag herbeoordeling WAZ 21 19 22 90% beslissing binnen 4 weken4 4 weken Claimbeoordeling TW (exclusief bij ZW) 95 95 89 90% beslissing binnen 13 weken4 8-13 weken Claimbeoordeling WW (ontslagwerkloosheid) 86 82 72 90% beslissing binnen 8 weken4 8 weken Beslissing aanvraag voorschot WW 78 75 57 85% betaling binnen 4 weken3 4 weken Claimbeoordeling WW, hoofdstuk IV 96 95 92 n.v.t. 6 maanden Claimbeoordeling WW, werktijdverkorting 25 40 27 n.v.t. 8 weken Claimbeoordeling ZW 86 86 85 80% betaling binnen 4 weken3 4 weken 1 Bij 'Beslissing aanvraag voorschot WW' en 'Claimbeoordeling ZW' wordt de termijn tussen indienen aanvraag en datum van betaling gemeten; alle metingen zijn exclusief UWV-Bouwnijverheid (Sfb over 2000 en 2001) 2 Eerste halfjaar
3 Jaarplan 2002
4 Standaard streefnorm Lisv-Uitvoeringsinstellingen 2001

De bijzonderheden bij de ontwikkeling per soort beslissing zijn:

¨ Claimbeoordeling Wajong, WAO en WAZ
De tijdigheid van de beslissingen `claimbeoordeling' (einde wachttijd) bij de arbeidsongeschiktheidswetten Wajong, WAO en WAZ verbetert in 2001 en het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000. De tijdigheid bij deze claimbeoordelingen neemt toe door het succesvol wegwerken van achterstanden. Bij het wegwerken van de achterstanden in de uitvoering van de arbeidsongeschiktheidswetten heeft het wegwerken van de achterstanden bij de claimbeoordeling de hoogste prioriteit gekregen.8
De tijdigheidsnormen worden in het 1e halfjaar 2002 nog niet gehaald.

¨ Aanvraag herbeoordeling Wajong, WAO en WAZ
De tijdigheid bij de `herbeoordelingen'9 Wajong en WAO verbetert alleen in het 1ste halfjaar 2002 ten opzichte van 2001, maar ligt nog onder het niveau van 2000. De tijdigheid bij de `herbeoordeling'6 WAZ verbetert in het 1ste halfjaar 2002 ten opzichte van 2000 en 2001. De tijdigheid bij de aanvragen voor herbeoordeling neemt toe door het succesvol wegwerken van achterstanden.7 De tijdigheidsnormen worden in het 1e halfjaar 2002 nog niet gehaald.

8 Bron: Kwartaalverslag t.b.v. SZW 2e kwartaal 2002, UWV september 2002 9 Alleen de tijdigheid van de door de cliënt aangevraagde herbeoordelingen is gewogen. De tijdigheidscores van de 1ste jaars, de 5de jaars en de eenmalige herbeoordelingen zijn buiten beschouwing gelaten.



¨ Claimbeoordeling Toeslagenwet
De tijdigheid van de beslissingen `claimbeoordeling' bij de Toeslagenwet daalt in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001. De tijdigheid van deze beslissingen staan onder druk door problemen bij de tijdige en volledige aanlevering van gegevens door CWI aan UWV. 5 In 2000 en 2001 wordt de tijdigheidsnorm ruimschoots gehaald (circa 5 procentpunt boven de norm). In het eerste halfjaar van 2002 wordt de tijdigheidsnorm net niet meer gehaald (circa 1 procentpunt onder de norm).

¨ Claimbeoordeling WW (ontslagwerkloosheid)
De tijdigheid van de beslissingen `claimbeoordeling' bij de WW daalt in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001. De tijdigheid van deze beslissingen staan onder druk door problemen bij de tijdige en volledige aanlevering van gegevens door CWI aan UWV. 5 In 2000, 2001 en het eerste halfjaar van 2002 wordt de tijdigheidsnorm niet gehaald (circa 7 tot 28 procentpunt onder de norm).

¨ Beslissing aanvraag voorschot WW
De tijdigheid van de beslissingen aanvraag voorschot WW daalt in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001. De tijdigheid van deze beslissingen staan onder druk door problemen bij de tijdige en volledige aanlevering van gegevens door CWI aan UWV. 5 In 2000, 2001 en het eerste halfjaar van 2002 wordt de tijdigheidsnorm niet gehaald.

¨ Claimbeoordeling WW, hoofdstuk IV
De tijdigheid van de beslissingen claimbeoordeling WW, hoofdstuk IV (overnemen van de betalingsverplichting van de werkgever bij faillissementen, surseance van betalingen e.d.) daalt in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001. De tijdigheid van deze beslissingen staan mogelijk ook onder druk door problemen bij de tijdige en volledige aanlevering van gegevens door CWI aan UWV10 Er is geen norm voor deze dienst vastgesteld. Vastgesteld kan worden dat na 6 maanden het overgrote deel van de aanvragen afgehandeld is. Van de na 6 maanden afgehandelde aanvragen (circa 5%) kunnen we aannemen dat nog een deel valt onder de mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen.

¨ Claimbeoordeling WW, werktijdverkorting
De tijdigheid van de beslissingen claimbeoordeling WW, werktijdverkorting(uitkeringen aan werknemers wiens werkloosheid het gevolg is van verkorting van de werktijd). De tijdigheid van beslissingen staat onder druk door het massaal aanvragen van uitkeringen. De claims betreffen vaak een groot aantal bedrijven in een beperkt aantal bedrijfstakken die in een crisissituatie verkeren (mond- en klauwzeer epidemie, varkenspest, terreuraanslagen, oorlogen in landen waarnaar geëxporteerd wordt e.d.).
Er is geen norm voor deze dienst vastgesteld.

¨ Claimbeoordeling ZW
De tijdigheid van de beslissingen claimbeoordeling bij de ZW daalt licht in het 1e halfjaar van 2002 ten opzichte van 2000 en 2001 (1 procentpunt). In 2000, 2001 en het eerste halfjaar van 2002 wordt de tijdigheidsnorm ruimschoots gehaald (5 á 6 procentpunt boven de norm).

Ontwikkeling van de tijdigheidscore bij UWV-Bouwnijverheid UWV-bouwnijverheid (uitvoeringsinstelling SFB tot 2002) heeft door problemen bij de ontwikkeling van systemen geen gegevensbestanden met tijdigheidscores over de periode 2000-2002 geleverd. Wel zijn voor een beperkt aantal diensten tijdigheidscores in rapportages aan het ministerie geleverd. Uit deze rapportages (de Uitvoeringsrapportages van het Lisv) blijkt dat bij één van de 12 soorten beslissingen steeds de tijdigheidsnorm gehaald wordt (aanvraag voorschot WW). Bij de overige beslissingen is dat niet het geval, of er zijn geen gegevens beschikbaar, of de beslissing komt niet voor (Wajong).

10 Bron: Kwartaalverslag t.b.v. SZW 2e kwartaal 2002, UWV september 2002



3 Ontwikkeling tijdigheid beslissingen op aanvraag Beslissing op aanvraag
De kernactiviteiten van UWV zijn grofweg onder te verdelen in activiteiten rond het vaststellen en innen van premiegelden (de collecterende functie genoemd) en activiteiten rond de uitkeringsverzorging en reïntegratie (de distribuerende functie genoemd).
De meeste mensen kennen UWV (of haar rechtsvoorgangers de uitvoeringsinstellingen Cadans, Gak, GUO, SFB en USZO) als de instantie waarbij je als werknemer een uitkering kunt aanvragen als je werkloos wordt of door ziekte (tijdelijk) niet meer kunt werken. Het overgrote deel van de kernactiviteiten van UWV omvat dan ook het verwerken van uitkeringsaanvragen.11 Wanneer een werknemer een uitkering aanvraagt, dan is het de taak van UWV hierop een beslissing te nemen. UWV beslist of er recht op uitkering is en zo ja wat de hoogte en de duur van de uitkering is. Naast beslissingen op aanvraag neemt UWV ook beslissingen waarbij er geen sprake is van beslissing `op een aanvraag'. Een voorbeeld hiervan is de beslissing waarbij UWV vaststelt dat er sprake is van uitkeringsfraude (een fraudeonderzoek is uiteraard wel het gevolg van een ooit ingediende aanvraag voor een uitkering en eventuele fraudesignalen). De beslissingen dienen aan een aantal kwaliteitsaspecten te voldoen. Zo dient de beslissing onder meer juist (rechtmatig) en tijdig te zijn en veelal schriftelijk aan de cliënt bekend gemaakt te worden. In deze rapportage beperken we ons tot het kwaliteitsaspect `tijdigheid van beslissingen op aanvraag'.12

Kwaliteitsaspect tijdigheid
Voor de tijdigheid van beslissingen op aanvraag in de sociale verzekeringen zijn regels opgesteld. Een deel van deze regels betreffen de werknemersverzekeringen. In deze wettelijke regels wordt aangegeven dat (alle) beschikkingen gegeven dienen te worden binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of, bij ontbreken van deze termijn, een redelijke termijn na indienen van de aanvraag. 13 Door UWV is een normering voor de tijdigheid van beslissingen opgesteld die gebaseerd is op de wettelijke regels en afspraken met het ministerie. Tussen het ministerie van SZW en het UWV worden in de jaarovereenkomsten afspraken vastgelegd over normen voor de tijdigheid van beslissingen.14 Tot 2002 werden normen voor de tijdigheid van beslissingen afgesproken in de contractonderhandelingen tussen het Lisv en de uitvoeringsinstellingen, de zogenoemde streefnormen. Deze streefnormen konden per uitvoeringsinstelling verschillen. De normen zijn zo vastgesteld dat bij realiseren van de norm vrijwel zeker bij alle beslissingen aan de wettelijke beslistermijn voldaan is.

Ontwikkeling tijdigheid van diensten
Om de ontwikkeling van de tijdigheid van beslissingen van 2000-2002 na te gaan, zijn gegevens over de tijdigheid van diensten15 gebruikt. Deze gegevens zijn voor een groot deel vanaf 1999 in de vorm van databestanden door de uitvoeringsinstellingen aan het Lisv geleverd.16

11 Andere kernactiviteiten zijn: basisregistratie, premieverzorging, opsporing, arbeidstoeleiding, gegevensverstrekking en bovenwettelijke dienstverlening. 12 Kwaliteitsaspecten rechtmatigheid (juistheid) en tijdigheid worden in overige rapportages van UWV meestal niet los van elkaar gepresenteerd.
13 Eisen aan de tijdigheid beslissingen sociale verzekeringen zijn voor de WAO, WAZ, Wajong, WW, ZW en Toeslagenwet wettelijk geregeld in het Wet Beslistermijnen sociale verzekeringen, besluit beslistermijnen sociale verzekeringen. Als deze wet niet van toepassing is gelden de termijnen die genoemd zijn in de Algemene wet bestuursrecht.
14 Zie Jaarplan 2002. Het jaarplan 2003 is (15 november 2002) nog niet door het ministerie goedgekeurd. 15 In de Uitvoeringsrapportages uitvoeringsinstellingen (tot en met 3e kwartaal 2001) wordt de term `referentiedienst' gebruikt. In de voorliggende rapportage wordt verder de term `dienst' gebruikt, de betekenis hiervan is gelijk aan die van de term `referentiedienst'. De diensten en de daarbij behorende (normering van) tijdigheidaspecten zijn in de dienstenportfolio van het UWV beschreven. De diensten die in deze rapportage betrokken zijn, zijn beschreven in bijlage 3. 16 Over 1999 zijn de gegevens slechts voor een deel geleverd, gezien de beperkte informatie is de ontwikkeling van de tijdigheid in 1999 buiten beschouwing gelaten. UWV-bouwnijverheid (uitvoeringsinstelling SFB tot 2002) heeft door problemen bij de ontwikkeling van systemen geen gegevensbestanden aangeleverd, wel zijn voor een beperkt aantal diensten tijdigheidscores in rapportages geleverd. De tijdigheidscores van de bouwnijverheid zijn niet meegewogen in de presentatie van de tijdigheidscores. In bijlage 1 is een overzicht gegeven de tijdigheidscores van de bouwnijverheid zoals die eerder in de `Uitvoeringsrapportages' van het Lisv gepubliceerd zijn, aangegeven is in hoeverre het beeld in


Bij het onderzoek is de ontwikkeling van 14 tijdigheidsaspecten van 11 diensten betrokken. Deze 11 diensten omvatten 12 beslissingen op aanvraag.17 De 11 onderzochte diensten betreffen de uitvoering van de WAO, WAZ, Wajong, WW, ZW en Toeslagenwet.18

Overzicht van de ontwikkeling per dienst
In de volgende paragrafen is per dienst weergegeven wat de ontwikkeling van de tijdigheid is van 2000 tot en met het eerste halfjaar van 2002. De databestanden met tijdigheidsaspecten bevatten frequentieverdelingen van het aantal diensten dat per week na de indienen van de aanvraag geleverd is. Deze frequentieverdelingen zijn per dienst telkens in twee grafieken gezet. De eerste grafiek toont het `aantal beslissingen per week' en geeft onder meer inzicht in pieken in het bedrijfsproces van de betrokken dienstverlening. De tweede grafiek toont het `aantal beslissingen tot en met week' en geeft zo onder meer inzicht in het percentage beslissingen dat binnen de voorgeschreven beslistermijn afgerond is. Met deze laatste grafiek wordt zichtbaar gemaakt of aan de norm voor de tijdigheid voldaan wordt.
Per dienst is in tabel de tijdigheidscore van 2000 tot en met het eerste halfjaar van 2002 weergegeven (bijvoorbeeld het percentage beslissingen `Claimbeoordeling Wajong' binnen 13 weken na indienen van de aanvraag). In deze tabel is ook de gemiddelde beslistermijn per jaar weergegeven. Over het algemeen is de procentuele ontwikkeling (het mutatiepercentage) van de gemiddelde beslistermijn tegengesteld aan de ontwikkeling van de tijdigheidscore (bijvoorbeeld, een daling van gemiddelde beslistermijn gaat meestal samen met een stijging van de tijdigheidscore).

de bouwnijverheid afwijkt van het beeld bij de overige bedrijfstakken. Vanaf 2002 worden de gegevensleveringen `tijdigheidsaspecten' gecontinueerd als interne gegevenslevering. 17 De dienst `nieuw/herleven WW (ontslagwerkloosheid), is onderscheid gemaakt naar de beslissing `Claimbeoordeling WW' en de `Aanvraag voorschot WW'. 18 Over de gehele periode 2000-2002 is voor dit onderzoek geen voldoende betrouwbare gegevensset met tijdigheidsaspecten beschikbaar voor aanvragen Rea-uitkering en Wazo-uitkering (2002).


3.1 Claimbeoordeling Wajong

3.1.1 Dienstverlening
De dienstverlening rond de claimbeoordeling Wajong, Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten, is gespecificeerd in de dienst `Beslissing einde wachttijd Wajong-verzekerde' (aj05). Het doel van de dienstverlening is het vaststellen van het recht van een Wajong-verzekerde op, en de hoogte en duur van een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid: · Na het einde van de wachttijd van 52 weken;
· Binnen 5 jaar na intrekken / niet toekennen van de arbeidsongeschiktheid wegens dezelfde ziekteoorzaak.

3.1.2 Kwaliteitsaspect tijdigheid
De beschikkingen dienen gegeven te worden binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn. Deze termijn is voor de claimbeoordeling Wajong 13 weken na ontvangst van de aanvraag. De normering van de tijdigheid van de dienst is gebaseerd op deze termijn. De norm is dat 80% van de beslissingen binnen 13 weken genomen wordt.

3.1.3 Ontwikkeling van de tijdigheid
De tijdigheidscores bij de claimbeoordeling Wajong zijn in 2001 verbeterd ten opzichte van 2000. In de eerste helft van 2002 is de tijdigheidscore `66% van de beslissingen is binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag', gelijk aan de tijdigheidscore in 2001 en een verbetering ten opzichte van 2000. De norm wordt niet gehaald. De gemiddelde beslistermijn in de eerste helft van 2002 is 14,3 weken. Van 2000 naar 2001 is de ontwikkeling van de gemiddelde beslistermijn in lijn met de ontwikkeling van de tijdigheidscore (een daling van gemiddelde beslistermijn gaat meestal samen met een stijging van de tijdigheidscore). De groei van de gemiddelde beslistermijn van 2001 naar 2002, bij een gelijkblijvende tijdigheidscore, is mogelijk het gevolg van het wegwerken van achterstanden. Zie ook tabel 3-1. In grafiek 3-1 is te zien dat relatief veel beslissingen genomen worden in de 1ste week, in de 6de tot en met de 13de week en na de 26ste week. De piek in de 1ste week ontstaat doordat veel aanvragen (ruim) voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar ingediend worden, de beschikkingen die hierbij voor de leeftijd van 18 jaar afgegeven worden, worden in de eerste week geteld (zijn per definitie tijdig). De piek na de 26ste week ontstaat waarschijnlijk voor een belangrijk deel door het wegwerken van achterstanden. In grafiek 3-2 is de het verloop van het aandeel afgeronde beslissingen te zien. Het is goed zichtbaar dat de tijdigheid (percentage bij 13 weken) in de eerste helft van 2002 nauwelijks verschilt met de tijdigheid in 2001. De tijdigheidscore is in de eerste helft van 2002 wel beter dan in 2000.

Tabel 3-1 Ontwikkeling tijdigheid claimbeoordeling Wajong, 2000-2002 mutatie-% mutatie-% 2000 2001 2002* 2000-2001 2001-2002 Gemidddelde beslistermijn (weken) 16,0 13,8 14,3 -14% 4% Percentage beslissingen binnen 13 weken 58 66 66 15% 0%
*) 1e halfjaar



Grafiek 3-1 Claimbeoordeling Wajong, percentage beslissingen per week, 2000-2002 16

14

12

10


---


---
Percentage beslissingen

---


---


---
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 >

aj0501 In week Grafiek 3-2 Claimbeoordeling Wajong, percentage beslissingen t/m week, 2000-2002