4 mei speech van Haci Karacaer
Partij van de Arbeid
06-05-2003
Dames en heren
Vier mei heeft me nooit iets gezegd. Ik bedoel, het kwam niet vanzelf.
Het was niet iets van mij, ik werd er buiten gehouden. Vier mei was
van de Hollanders en op vijf mei werd ik gedoogd omdat multiculti de
erfenis was van vier mei, van de Tweede Wereld Oorlog. Nooit meer
Oorlog, nooit meer rassenhaat, dat soort dingen.
Vier mei heeft me nooit iets gezegd. Ik bedoel, ik heb nooit gesnapt hoe je de ontelbare slachtoffers van een misdadige overvaller op één lijn kunt herdenken met de soldaten die je zelf de dood hebt ingestuurd in de nadagen van je kolonialisme.
Vier mei heeft me nooit iets gezegd. Ik bedoel, tot het moment dat ik
sprak met de buurvrouw van driehoog die bij het piepkleine monumentje
voor de Riva-garage een bosje tulpen neerlegde. t Was voor haar broer
en voor haar buurmeisje die allebei niet waren teruggekomen. Toen zei
vier mei me wat.
Wat zou vier mei me moeten zeggen? Ons onderwijs loopt achter. Zestig
procent van onze schooljeugd heeft geen grootouders die de Tweede
Wereld Oorlog hebben meegemaakt. Of op een andere manier. In de bagage
van Turkse jongeren is de slag om Gallipoli uit 1915 diep in het
geheugen ingegrift. Honderdduizenden Turkse burgers en soldaten werden
afgeslacht in een veldslag die de Engelsen en Duitsers op Turkse bodem
wilden uitvechten. Wie heeft toen een poot voor ons uitgestoken? En
toen in de wordingsgeschiedenis van het moderne Turkije er voor de
Armeniërs geen plaats was: wie heeft toen een poot voor hen
uitgestoken.
Ons onderwijs loopt achter. Wat leren we op school over de Marokkanen
die hebben meegevochten in de Tweede Wereld Oorlog en hun leven hebben
gegeven voor de bevrijding van Europa? Bijna niemand weet dat er in
Zeeland een militair kerkhof is waar deze Marokkaanse helden liggen
begraven.
Ons onderwijs loopt achter. Wat leren we over Anton de Kom, de
Surinaamse verzetsheld, die in een concentratiekamp is omgebracht?
We missen een gedeeld collectief geheugen en wat we ons collectief herinneren, herinneren we ons vanuit verschillende invalshoeken. Denk aan slavernij en kolonialisme. Wist u dat de grootvader van de huidige Marokkaanse koning, Mohammed V, in de Tweede Wereld Oorlog zijn rug heel wat rechterheeft gehouden dan veel van de Europese leiders? Op straffe van een burgeroorlog weigerde hij de joodse burgers uit te leveren aan het collaborerende Franse Vichi-bewind.
Ja, vier mei zegt me wat. Ja, vier mei gaat over mensen die niet zijn teruggekomen. Over dromen die zijn verwoest. Over angsten die zijn gebleven. Over hooggeplaatsten die laffaards of meelopers bleken. Over gewone burgers die helden waren en dat met hun leven hebben moeten bekopen. Vier mei gaat over onze joodse medeburgers, die zijn weggevoerd en een lege plek in onze stad en in ons hart achterlieten. Vier mei gaat over de kleine Ali die zijn familie en zijn armen verloor in een oorlog die niet de zijne was. Vier mei gaat over kwetsbaar, over weerloos, over een weergaloze uitdaging.
Hebben we geleerd van het verleden? Hebben we anti-stoffen in onze
hersenen die ons onmiddellijk alert maken als er tendensen de kop op
steken die weer onderscheid willen maken naar ras, religie of seksuele
voorkeur? Zijn we zover dat we kritisch durven nadenken over ons eigen
verleden? Onze eigen oorlog in Indië, ons koloniale verleden en de
slavernij? Niet vanwege de schuldvraag, maar vanwege de eerlijkheid
ten opzichte van de komende generaties. Dat we met de hand op ons hart
kunnen zeggen: we hebben er alles aan gedaan om de waarheid onder ogen
te zien.
Ja, vier mei zegt me wat. De stilte van vier mei is een stilte waarin
we de verhalen van ons verleden moeten delen. In de woorden van Leo
Vroman:
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.
Haci Karacaer