Ingezonden persbericht

Overbevissing oorzaak historisch dieptepunt aantal mosselen

Dramatisch jaar dreigt voor mosselsector

GRONINGEN, 20030505 -- Het aantal jonge mosselen in de Waddenzee heeft een historisch dieptepunt bereikt. Op dit moment is er nog maar 5 miljoen kg opvisbaar mosselzaad aanwezig. In 2001 was dit nog 70 miljoen kg. De mosselkwekers hebben ongeveer 10 miljoen kg nodig om uit de onkosten te komen.

Volgens de Stichting Wilde Kokkels heeft de schelpdiersector het huidige tekort aan mosselzaad geheel aan zichzelf te danken. In de Waddenzee worden jaren met veel zaad afgewisseld door meerdere jaren met weinig zaad. Door vrijwel alle jonge mosselen uit het goede jaar 2001 in een keer op te vissen heeft de mosselsector geen rekening gehouden met slechte jaren. Bodemberoering als gevolg van mechanische kokkelvisserij voorkomt bovendien de vestiging van nieuw zaad. De verklaring van de vissers zelf, slechte groei als gevolg van een zachte winter, gaat niet op. De afgelopen winter was volgens het KNMI juist de strengste winter in zes jaar.

In 2001 was er nog 70 miljoen kg bevisbaar mosselzaad in de Waddenzee aanwezig. De sector heeft hiervan echter binnen een jaar 67,5 miljoen kg opgevist. Daardoor is de sector afhankelijk geworden van massale nieuwe zaadval, iets wat gemiddeld een keer per drie jaar voorkomt.

Volgens Martijn de Jong, voorzitter van de Stichting Wilde Kokkels, is hier dan ook sprake van ernstige overexploitatie. "De kwekers weten dat mosselen zich slechts een keer in de paar jaar massaal voortplanten. Het is dan ook onverantwoord om alles in een keer op te vissen, en niets voor latere jaren te bewaren De 80 mosselschepen gaan nu in vier groepen het schaarse zaad bevissen. Deze maatregel heeft echter niets te maken met duurzaam vissen, zoals de sector claimt. Het is slechts een vorm van verkeersregulatie, nodig omdat de vissers anders elkaar zouden bevechten om het laatste mosselzaad. Als de kwekers echt duurzaam willen werken zouden ze om te beginnen niet alles in een keer moeten opvissen".

Nu de voorraad mosselzaad bijna op is vragen de vissers in een persbericht om toegang tot de wadplaten. Deze wadplaten zijn echter gesloten voor mosselvisserij om het herstel van mosselbanken mogelijk te maken. De laatste wilde mosselbanken zijn eind jaren tachtig weggevist. Na de kokkelvissers, die afgelopen winter toegang kregen tot gesloten gebieden, willen nu dus ook de mosselkwekers hun door overbevissing veroorzaakte tekorten goedmaken door te gaan vissen in natuurreservaten.

Mosselkwekers verplaatsen ieder jaar het zaad uit diepere delen van de Waddenzee naar de zogenaamde kweekpercelen, waar het zaad tot volwassen mosselen opgroeit. De huidige 5 miljoen kg zaad levert ongeveer 7.5 miljoen kg consumptiemosselen op. In 1998 was dit nog 60 miljoen kg. Om het kweken lonend te maken dient de opbrengst minimaal 15 miljoen kg te zijn. Het komend jaar dreigt dan ook een uitgesproken slecht jaar te worden voor de kweeksector.

De afnemende oogsten uit de Waddenzee worden gecompenseerd door een toenemende invoer uit andere landen. Mosselen uit Duitsland, Denemarken en Ierland worden naar Yerseke vervoerd, verpakt en vervolgens als "zeeuwse mosselen" verkocht. Door de hoge prijzen wordt het kweken aan touwen bovendien steeds aantrekkelijker. Zo is de uitvoer van gekweekte mosselen uit Noorwegen in 2002 met 300% gestegen. De Stichting Wilde Kokkels roept de sector op om zijn verantwoordelijkheid te nemen en het kweken van mosselen op de Noordzee te stimuleren. De huidige manier van kweken in de Waddenzee is immers zowel ecologisch als economisch niet duurzaam.



Ingezonden persbericht