Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Deelverslag van de 2503e zitting van de Raad van de Europese Unie (Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur, deel Jeugdzaken) d.d. 5 mei 2003

Voorzitter van de Raad: mevrouw Eleni Kourkoula, onderminister voor onderwijs en religieuze zaken

Voor Nederland werd de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Clémence Ross-van Dorp, vertegenwoordigd door de plv. ambassadeur van Nederland bij de EU, de heer Henne Schuwer.

1. Goedkeuring van de agenda

De Raad keurde de agenda goed.

2. Gemeenschappelijke doelstellingen voor participatie en informatie

Gedachtewisseling

De Jeugdraad heeft vorig jaar mei ingestemd met nadere uitwerking van de open coördinatieme- thode voor jeugdzaken. In dit verband hebben de lidstaten in juli 2002 vragenlijsten over partici- patie en informatie ontvangen van de Commissie en in oktober 2002 ingevuld geretourneerd. De Commissie heeft thans een syntheserapport van de antwoorden opgesteld en op basis daarvan voorstellen voor gemeenschappelijke doelstellingen voor participatie en informatie gedaan. Daar- naast doet de Commissie een voorstel voor mechanismen voor de uitvoering en de follow-up hiervan. Zij neemt nadrukkelijk het subsidiariteitsbeginsel in acht.

De hoofddoelstelling voor participatie houdt in dat maatregelen worden genomen om jongeren te stimuleren om actieve burgers te worden. Hiermee wordt deelname aan het democratisch leven van jongeren bevorderd. De hoofddoelstelling voor informatie houdt in dat de toegang tot kwali- tatief hoogwaardige informatie voor jongeren wordt verbeterd om zo hun deelname aan het openbare leven te bevorderen, alsmede hun ontwikkeling tot actieve en verantwoordelijke bur- gers te stimuleren.

Besluitvorming over het voorstel van de Commissie zal naar verwachting plaatsvinden tijdens de Raad van november 2003.

Bespreking in de Raad

De Raad heeft als follow-up van het Witboek Jeugd van gedachten gewisseld over het voorstel van de Commissie. Alle delegaties (met uitzondering van Denemarken) hebben zich positief uit- gelaten over het voorstel. Wel werd benadrukt dat de hoofddoelstellingen en de uitwerkingen ervan te algemeen en teveel waren. Op die manier zou het moeilijk worden om te rapporteren over de door de lidstaten ondernomen stappen en zouden de ervaringen niet of nauwelijks kun- nen worden vergeleken. Verschillende landen (waaronder Nederland) hebben aangegeven niet te kunnen instemmen met een rol voor de DG's, ondersteund door nieuwe werkgroepen, bij de uit- voering van het voorstel. Hier is een rol weggelegd voor de reeds bestaande instituten van de Raadswerkgroep Jeugd en de Raad.


2

Commissaris, mevrouw Reding, heeft aangegeven dat de gemeenschappelijke doelstellingen voor participatie en informatie een nadere uitwerking zijn in het kader van de open coördinatie- methode voor jeugdzaken. Zij benadrukte dat dit een zeer lichte vorm van de open coördinatie- methode is, dat deze flexibel is en niet zoals bij sociaal beleid werkt met nationale actieplannen en indicatoren. De decentralisatie van het jeugdbeleid in sommige landen staat volgens haar niet aan de implementatie van de gemeenschappelijke doelstellingen in de weg. Zij hoopte dat de doelstellingen mede door de inzet en voorbereidingen van het Italiaanse voorzitterschap tijdens de Raad van november 2003 zullen worden aangenomen.

3. Toekomst jeugdactiviteiten in het kader van de nieuwe generatie programma's

Gedachtewisseling

De Raad heeft ontwerpconclusies aangenomen over de toekomst van jeugdactiviteiten in de EU. De ontwerpconclusies benadrukken dat jongeren niet alleen via school moeten worden bereikt, maar ook en vooral via buitenschoolse activiteiten. Deze zijn namelijk kleinschaliger en vinden dichtbij de jongeren zelf plaats. Op deze wijze worden niet-georganiseerde en kansarme jongeren beter bereikt dan via het onderwijs en wordt bijgedragen aan hun actief burgerschap.

De Commissie heeft aangegeven dat zij eind 2003 met voorstellen voor een nieuwe generatie jeugd-, onderwijs- en scholingsprogramma's vanaf 2007 wil komen. Het betreft de programma's Jeugd, Leonardo en Socrates. Waarschijnlijk zal de Commissie met een voorstel voor één pro- gramma komen. Jeugdagentschappen, het European Youth Forum, Euroforum, de Nationale Jeugdraad en het veld zelf hebben gewezen op het belang van het behoud van een apart jeugd- programma naast de onderwijsprogramma's. Onverlet haar recht van initiatief heeft de Commis- sie aangegeven ook graag van de Europese jeugdministers te vernemen wat zij hierover denken.

Bespreking in de Raad

Bijna alle delegaties hebben tijdens de Raad een pleidooi gehouden voor een apart Jeugdpro- gramma. Voor Nederland moet het onderdeel jeugd herkenbaar zijn en blijven, of dit nu in een kaderprogramma is of in een apart programma. Denemarken staat sceptisch tegenover een apart Jeugdprogramma.

Commissaris, mevrouw Reding, heeft aangegeven met interesse kennis te hebben genomen van de nagenoeg unanieme wens voor een apart Jeugdprogramma in de nieuwe generatie program- ma's. Deze wens zal - evenals alle andere inbreng - worden meegenomen bij het opstellen van de nieuwe voorstellen. De verwachting is dat de Commissie de voorstellen in december 2003 zal presenteren.

4. Maatschappelijke waarde van sport voor jongeren

Aanneming

Het belang van sport staat op dit moment zeer in de belangstelling, mede door het feit dat ener- zijds 2004 is uitgeroepen tot het Europees jaar voor opvoeding door sport en anderzijds het ge- geven dat de Olympische Spelen in datzelfde jaar zullen plaatsvinden in Griekenland.

In de verklaring over de maatschappelijke waarde van sport voor jongeren staat onder andere dat sport van belang is voor jongeren voor de bevordering van hun lichamelijke en geestelijke gezondheid en voor de verbetering van hun levenskwaliteit. Tevens wordt benadrukt dat sport


3

een rol kan spelen voor de sociale cohesie, met name bij kansarme jongeren. Onderwijssystemen kunnen een rol spelen door sport te gebruiken als opvoedkundig middel om de betrokkenheid van jongeren bij binnen- en buitenschoolse activiteiten te vergroten. Daarnaast dienen vrijwilli- gersactiviteiten op het terrein van sport te worden gestimuleerd.

Bespreking in de Raad

De Raad heeft de verklaring over de maatschappelijke waarde van sport voor jongeren aange- nomen.

5. Diversen

Geen.




---- --