CDA

CDA
06-05-03
Balkenende: Bij strijden voor vrijheid hoort strijden tegen gebrek

Wanneer we het hebben over vrijheid, hebben we het vaak over onstoffelijke zaken. De vrijheid om te zeggen wat je denkt en voelt. De vrijheid om je geloof te belijden. Beide zijn cruciaal om je als mens te ontplooien. Maar ze zijn niet compleet zonder () twee andere zaken. Gevrijwaard te zijn van onveiligheid, terreur en angst. En te kunnen leven zonder gebrek aan het noodzakelijke. Want vrijheid gedijt niet op een lege maag. Dit zei demissionair minister-president Jan Peter Balkenende bij de nationale start van de viering van de bevrijding, op 5 mei 2003, in de Grote Kerk te Haarlem.

"Bij het strijden voor vrijheid hoort dus het strijden tegen gebrek", aldus Balkenende. "Het laatste is een onlosmakelijk onderdeel van het eerste. In onze Grondwet is verankerd dat de bestaanszekerheid van de bevolking en de spreiding van welvaart voorwerp van zorg zijn van de overheid. Die bepaling geldt in economisch goede en in economisch slechte tijden. Het is een opdracht aan elke regering. Het betekent dat ook wanneer drastische keuzes noodzakelijk zijn - de zwaksten in onze samenleving waar mogelijk ontzien moeten worden. In Nederland mag niemand gebrek lijden."

"De regering rekent het ook tot haar taak eraan mee te helpen dat mensen elders in de wereld niet lijden onder gebrek. Nederland behoort tot de vijf landen in de wereld die voldoen aan de norm van de Verenigde Naties om 0,7 procent van het Bruto Nationaal Inkomen te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is niet iets om ons over op de borst te kloppen. Het is de simpele erkenning van het feit dat eerst het fundament moet worden gelegd voordat het huis kan worden gebouwd."

"Vrede, veiligheid en democratie al die zaken die ons zo dierbaar zijn staan op drijfzand zolang mensen een dagelijkse strijd moeten voeren om te overleven."

Iraakse bevolking ondersteunen bij wederopbouw

Balkenende verwees in zijn toespraak ook naar de situatie in Irak. "Nu staan we voor de taak de inwoners van Irak te helpen hun eigen krachten aan te wenden bij de wederopbouw van hun land, dat door terreur, strijd en gebrek is getroffen. Dat zal moeten gebeuren in een geest van internationale samenwerking. Met respect voor de mensen om wie het gaat; de inwoners van Irak. Het is hun wederopbouw en hun vrijheid. Onze rol is die te ondersteunen."