Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op Kamervragen van de kamerleden Van der Vlies (SGP) en Rouvoet (Christen Unie) over de omzeiling van de euthanasieprocedure door toediening van medicijnen voor pijnbestrijding (2020308130).

1.
Hebt u kennisgenomen van berichtgeving als zouden artsen in toenemende mate slaapmid- delen en morfine aan ernstig zieke patiënten toedienen met als vooropgezet doel niet alleen pijnbestrijding, maar ook bekorten van het leven, op een wijze die het mogelijk zou maken de euthanasieprocedure te omzeilen?

1.
Ja.

2.
Kunt u bevestigen dat deze trend, die door uitspraken van artsen in deze berichtgeving wordt bevestigd, zich voordoet, en zo ja, op welke schaal?

3.
Zo neen, bent u dan bereid onderzoek te doen instellen naar de voorgegeven feiten of trends rondom de terminale sedatie?

2 en 3
Momenteel is het derde evaluatieonderzoek gaande naar de aard en wijze waarop medische beslissingen rond het levenseinde tot stand komen en in welke mate diverse soorten beslis- singen worden genomen. In het onderzoek wordt aandacht besteed aan palliatieve zorg en terminale sedatie. Antwoorden op de gestelde vragen zullen naar verwachting uit dit onder- zoek naar voren komen.

4.
Deelt u de mening dat artsen te allen tijde gehouden zijn zich tenminste naar de letter en geest van de euthanasieprocedure te gedragen, waar het gaat om in de procedure voorziene vereisten en de melding achteraf aan een toetsingscommissie? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag betrekken hetgeen in antwoorden op door mij over het sterftecijfer ten ge- volge van pijnbestrijding gestelde vragen d.d. 4 mei 2001 werd geoordeeld en toegezegd?

4.
Artsen worden geacht de euthanasieprocedure en de in de wet vastgelegde zorgvuldigheids- eisen te kennen en in voorkomende gevallen daarnaar te handelen. Het eerder genoemde onderzoek Medische Beslissingen rond het Levenseinde zal ook ten aanzien van deze aspecten, alsmede de houding van artsen over zich conformeren aan de inhoud van de Euthanasiewet, actuele gegevens kunnen leveren, waarbij tevens een verge- lijking met de uitkomsten van vorige onderzoeken gemaakt kan worden.

5.
Is het waar dat het gebruik van het middel dormicum in een paar jaar tijd is verzesvoudigd? Wat kan daarvan de reden zijn?

5.
Dormicum wordt in diverse situaties gebruikt, bijvoorbeeld bij kleinere ingrepen om een pati- ent te sederen. Dormicum wordt ook voor sedatie bij een terminale patiënt toegepast om onrust in de laatste levensfase weg te nemen en het bewustzijnsniveau te verlagen om, in- dien noodzakelijk, een dragelijk sterfbed mogelijk te maken. Er kunnen nog meer voorbeel- den genoemd worden. Een eventuele toename van dormicum kan derhalve heel diverse oor- zaken hebben. Ten aanzien van het gebruik van dit middel bij het sederen van patiënten zal

2

het bovengenoemde onderzoek inzake Medische Beslissingen rond het Levenseinde inzicht kunnen verschaffen.

6.
Welke maatregelen overweegt u om deze trends, verondersteld dat zij moeten worden be- vestigd, het hoofd te bieden en de procedureregels, protocollen en dergelijke op transparan- te wijze te doen naleven?

6.
Primair zal duidelijk moeten zijn of de gesuggereerde trends, dat artsen op enigerlei wijze middelen toedienen met de intentie om niet alleen pijnbestrijding toe te passen maar ook om daarbij het leven van ernstig lijdende patiënten te bekorten, op enige realiteit berusten. Het eerder genoemde evaluatieonderzoek zal hier het nodige inzicht verschaffen. Het is aan de beroepsgroepen zelf om steeds weer duidelijk te maken dat de betrokken indi- viduele beroepsbeoefenaren bij hun handelen gehouden zijn zich te houden aan de wettelijke regels. Protocollen en richtlijnen kunnen daarbij een hulpmiddel zijn. Het is mede een taak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg na te gaan of er voldoende duidelijke afspraken en protocollen zijn en of de vereiste kennis aanwezig is om een trans- parante en controleerbare handelwijze te waarborgen.


---- --