European Commission
IP/03/624
Brussel, 5 mei 2003
Elektronisch merken van de gehele Europese veestapel
De Europese Commissie heeft vandaag in een landbouwbedrijf in
Monterotondo, nabij Rome, de resultaten gepresenteerd van het project
IDEA (Electronic IDentification of Animals), een grootschalige zes
landen omvattende proef waarmee de haalbaarheid van het elektronisch
merken van rundvee, schapen en geiten wordt bevestigd. Op oormerken,
tatoeages en het aanbrengen van merktekens gebaseerde conventionele
systemen laten wijzigingen toe en zijn niet altijd even betrouwbaar,
waardoor deze potentieel ineffectief worden. Manuele
registratiemethoden zijn zowel traag als aan vergissingen onderhevig.
De Commissie heeft reeds een verordening inzake de identificatie en
registratie van schapen en geiten voorgesteld^(1)
.
"Individuele identificatie van dieren in de EU is van essentieel
belang om fraude met landbouwsubsidies te voorkomen en de controle op
gezondheid en veiligheid te versterken," stelt het Commissielid voor
onderzoek, de heer Philippe Busquin. "Dit is cruciaal voor het
opsporen van dieren gedurende ernstige uitbraken van veeziekten, zoals
mond- en klauwzeer."
IDEA was een grootschalig experiment dat van maart 1998 tot december
2001 heeft plaatsgevonden. In zes landen (Frankrijk, Duitsland,
Italië, Nederland, Portugal en Spanje) zijn een miljoen
boerderijdieren elektronisch gemerkt. Men is nagegaan in hoeverre
verschillende systemen het elektronisch merken van herkauwers
(rundvee, bizons, schapen en geiten) mogelijk maken en wat voor
structuur nodig is om deze te implementeren.
Rekening houdend met de bevindingen van het IDEA-project, heeft de
Commissie een ontwerp-voorstel voor een verordening van de Raad tot
vaststelling van een systeem voor identificatie en registratie van
rund- en geitachtigen opgesteld en aan de Raad voorgelegd.
Met dit voorstel voor een verordening zullen de huidige maatregelen
worden versterkt, in het bijzonder door de geleidelijke invoering van
een identificatiesysteem voor het merken van elk dier in alle
lidstaten, waardoor het mogelijk zou worden de individuele bewegingen
van schapen en geiten te volgen.
Een meer betrouwbare methode
Aan de gangbare identificatiemethodes, zoals oormerken, tatoeëren en
het aanbrengen van merktekens kleven een aantal nadelen waaronder het
verloren gaan of breken van merktekens, of het gemak waarmee
veranderingen kunnen worden aangebracht.
Het optekenen van gegevens is een traag proces, dat, doordat alles met
de hand gebeurt, met veel fouten gepaard gaat, waardoor verdere
problemen ontstaan. Sleutelcriterium voor de invoering van
elektronische circuits was dat de dieren deze hun leven lang zouden
dragen en dat deze dan bij de slacht zouden worden gerecupereerd. De
chips zouden bestendig moeten zijn tegen veldomstandigheden en altijd
uitleesbaar moeten zijn, of een dier nu stilstaat of in beweging is.
Bovendien zou het gebruik van deze schakelingen zo kosteneffectief
moeten zijn dat deze in alle dieren waaruit de Europese veestapel
bestaat kunnen worden ingeplant.
Ter vergelijking van de meest belovende opties werden zo'n 390.000
runderen, 500.000 schapen en 29.000 geiten voorzien van een selectie
beproefde en gecertificeerde elektronische oormerken, maagbolussen
(keramische capsules die in de netmaag tweede maag van het dier worden
ingebracht) of injecteerbare transponders. Of de schakelingen na
inplantering correct functioneerden werd geverifieerd door deze na één
dag, na één maand en vervolgens jaarlijks uit te lezen en ook door de
resultaten te controleren bij verplaatsingen, bij de slacht en na
recuperatie van de chip.
Het Commissieteam bestudeerde bij haar beoordeling van de haalbaarheid
van de methode een aantal sleutelfactoren, variërend van de
beproevings- en certificatieprocedures waarmee de betrouwbaarheid van
de elektronische ID-chips en uitleesapparatuur moest worden bevestigd,
tot de organisatie en logistieke ondersteuningsstructuur, en het
volgen in het veld.
Grote verbeteringen zijn mogelijk
IDEA toonde duidelijk aan dat de opspoorbaarheid van het vee
aanzienlijk kan worden verbeterd door gebruikmaking van elektronische
identificatiemethodes, en dat er geen technische problemen zijn die de
invoering van zo'n systeem voor rundvee, bizons, schapen en geiten in
de weg staan. De resultaten liggen ten grondslag aan aanbevelingen
betreffende doelsoorten en -rassen en een brede waaier van
omstandigheden: intensieve en extensieve fok, vervoer binnen en buiten
Europa, verschillende slachttechnieken, en extreem verschillende
milieuomstandigheden in het noorden en het zuiden van de EU.
Doel van de voorgestelde verordening inzake het merken van schapen en geiten is de gezondheid van de dieren te verbeteren, verplaatsingen beter te kunnen volgen, en bij subsidiëring over betere verificatiemethoden te beschikken en alle consumenten in de EU aldus een betere bescherming te kunnen bieden. Met de conclusies van het IDEA-project voor ogen zal het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid verdere richtsnoeren en procedures goedkeuren voor de implementatie van het systeem voor elektronische identificatie. Bij deze maatregelen gaat het om gedetailleerde technische implementatierichtsnoeren en -procedures, testprocedures en acceptatiecriteria voor apparatuur, alsook om steun voor de harmonisatie van databases en communicatieprotocols. Zo nodig zal de Commissie de Raad tegen eind 2005 een rapport voorleggen over de met het systeem voor elektronische identificatie opgedane ervaring.
Verdere informatie is te vinden op:
http://idea.jrc.it/
(1)
Zie HYPERLINK
"http://europa.eu.int/rapid/start/cgi/guesten.ksh?p_action.gettxt=gt&d
oc=IP/02/1915|0|AGED =EN&display=" IP/02/1915^ van 18 december 2002