European Commission

IP/03/619

Brussel, 5 mei 2003

Europeanen en levenslang leren: voornaamste bevindingen van een Eurobarometer-enquête

De Europeanen zijn van mening dat levenslang leren een belangrijk instrument voor hun persoonlijke en professionele ontwikkeling is. Zij zien een kloof tussen wat zij feitelijk weten en de kennis en vaardigheden die nodig zijn om vooruit te komen in een Europa van de kennis. Toch neemt op dit moment gemiddeld meer dan een derde van de Europese burgers niet deel aan enige vorm van onderwijs of opleiding, en een op de tien burgers wil dat ook niet. Tijd en geld worden vaak genoemd als obstakels voor levenslang leren.

Dit zijn enkele van de voornaamste resultaten van de Eurobarometer-enquête over levenslang leren, die is uitgevoerd in opdracht van het Directoraat-generaal Onderwijs en Opleiding, en met de ondersteuning van het CEDEFOP. De enquête is verricht tussen 15 januari en 28 februari 2003, in de 15 lidstaten, Noorwegen en IJsland, en omvatte meer dan 18.000 persoonlijke interviews.

Bij de presentatie van deze Eurobarometer-enquête verklaarde Viviane Reding, de Europese Commissaris voor Onderwijs en Cultuur: "De resultaten van de enquête bevestigen de politieke doelstellingen van de strategie van Lissabon, en onderstrepen het belang van ons werk op het terrein van levenslang leren en e-learning. Ook bevatten de resultaten elementen die van belang zijn voor de toekomstige beleidsontwikkeling op zowel Europees als nationaal niveau. We moeten met name mensen overtuigen van het belang van levenslang leren, zowel voor henzelf als voor de samenleving als geheel, en we moeten hen motiveren om hun vaardigheden te verbeteren en op peil te houden, met name wat ICT en vreemde talen betreft". Zij voegde er aan toe: "Ons doel moet zijn iedereen gelegenheid tot levenslang leren te bieden, en met name diegenen die er de meeste behoefte aan hebben maar er moeilijk toegang toe kunnen krijgen. We moeten meer middelen mobiliseren, en voorbeelden van goede praktijken en succesvol beleid uitwisselen en verspreiden, zoals de Commissie ook benadrukt in haar recente Mededeling over "Efficiënt investeren in onderwijs en beroepsopleiding".

Deze Eurobarometer-enquête is een van de concrete follow-up acties naar aanleiding van de Mededeling van de Commissie over "Een Europese Ruimte voor levenslang leren realiseren" van november 2001. In deze context herinnerde mevr. Reding er ook aan dat de lidstaten verzocht is om voor eind mei 2003 nationale verslagen over de voortgang ten aanzien van levenslang leren in te dienen. Op basis daarvan wil de Commissie in november 2003 een nieuwe Mededeling presenteren.

De voornaamste resultaten van dit onderzoek worden hieronder uiteengezet.

Levenslang leren is belangrijk om zowel sociale als economische redenen

Negen van de tien Europese burgers zijn van mening dat levenslang leren belangrijk is, hoewel de mate van consensus per land verschilt. De Duitsers en de IJslanders stemmen bijna unaniem in met deze stelling, terwijl de burgers van België, Ierland, Nederland en Griekenland sceptischer dan gemiddeld zijn.

De grote meerderheid van de burgers (acht van de tien) acht levenslang leren van belang voor zowel economische als sociale doelen. Het helpt mensen om zich aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen en nieuwe eisen die de arbeidsmarkt stelt. Het helpt ook mensen om hun leven in eigen hand te nemen en een volwaardig en zinvol leven te leiden.

Ook meent een meerderheid van de Europeanen dat leren voor alle leeftijdsgroepen belangrijk is. Met andere woorden, het dient niet beperkt te blijven tot jongeren of ouderen, maar het dient een continuüm van leren gedurende het gehele leven te zijn. Echter, lang niet iedereen is daarvan overtuigd en het idee dat levenslang leren relevant is voor iedereen, en in iedere leeftijdsfase, dient in bepaalde landen en onder bepaalde groepen meer gepropageerd te worden.

Mensen menen dat hun ICT- en talenkennis onvoldoende zijn

Bijna iedereen is het er mee eens dat lezen, schrijven en rekenen de meest nuttige vaardigheden zijn op alle terreinen van het leven. Tegelijkertijd zijn de Europese burgers zich ervan bewust dat zij om effectief te kunnen functioneren in een Europa van de kennis ook andere vaardigheden en kennis nodig hebben, bijvoorbeeld ICT-vaardigheden, vreemde talen en sociale en communicatieve vaardigheden.

Terwijl bijna iedereen in Europa meent te kunnen lezen, schrijven en rekenen, hebben de respondenten minder zelfvertrouwen als het om nieuwe essentiële vaardigheden gaat. Slechts 58% van de respondenten gaf aan met een computer te kunnen omgaan. De helft verklaarde dat zij niet wisten hoe zij internet moesten gebruiken, en 60% dat zij geen vreemde talen kenden. Het gebrek aan ICT-vaardigheden is vooral groot in Griekenland en Portugal, waar twee derde van de respondenten aangaf niet met een computer te kunnen omgaan. Ongeveer 70% van de respondenten in Spanje, Ierland en het Verenigd Koninkrijk zei geen vreemde talen te spreken.

Een meerderheid meent het beste te kunnen leren in een informele context

De Europese burgers menen dat zij vooral nuttige leerervaringen opdoen in een informele context, bijvoorbeeld bij activiteiten thuis, gedurende de vrije tijd, bij informeel leren op het werk of in plaatselijke leercentra/bibliotheken. Formele leeromgevingen (scholen, universiteiten, enz.) werden door slechts 17% of respondenten genoemd als een recente en relevante leercontext. Het is ook opmerkelijk dat TV-zenders voor afstandsonderwijs en leerervaringen in het buitenland (als onderdeel van uitwisselingsprogramma's) enkele van de minst favoriete leercontexten zijn.

Jongeren en beter opgeleiden leren in grote verscheidenheid van contexten. Respondenten in Finland, Zweden en IJsland geven ook veel vaker aan in uiteenlopende contexten iets geleerd te hebben dan die in Griekenland of Portugal. Scholieren en studenten leren in uiteenlopende situaties: op school, thuis, gedurende vrijetijdsactiviteiten en ook door te reizen.

Mensen met betaald werk geven veelal aan dat zij op het werk iets leren, met name mannen. Vrouwen geven daarentegen vaker aan dat zij thuis of in plaatselijke leercentra/bibliotheken iets geleerd hebben.

Enerzijds menen mensen dat zij beter kunnen leren in een informele context. Anderzijds noemen zij formele leermogelijkheden als het gaat om verbetering of actualisering van hun professionele vaardigheden. Dit heeft te maken met gevestigde ideeën over waar men geacht wordt te leren, namelijk in scholen, opleidingscentra, universiteiten, enz. In het dagelijks leven erkennen mensen echter dat zij leren in een grotere verscheidenheid van contexten. Dit is een argument ten gunste van de nadruk die op Europees niveau gelegd worden op het erkenning van niet-formeel en informeel leren.

De voornaamste obstakels voor levenslang leren: tijd en geld

In de Scandinavische landen volgt meer dan de helft van de respondenten een of andere vorm van onderwijs of opleiding, maar in Griekenland en Portugal slechts twee van de tien. Het percentage respondenten dat verklaart niet geïnteresseerd te zijn in leren is met name hoog in Spanje (47%) en in Portugal (50%). De enquête bevestigt ook dat mensen met hogere opleidingen en hoger gekwalificeerd werk meer deelnemen aan onderwijs en opleiding.

Hoewel mensen de persoonlijke en sociale voordelen van leren wel onderkennen, wijzen zij erop dat tijdgebrek door werk en gezinstaken een belangrijk obstakel is. Een geïndividualiseerd en flexibel leeraanbod is echter een effectieve aansporing tot leren gebleken. Over het algemeen is ook geld een belangrijk obstakel: de helft van de respondenten gaf aan dat zij onder geen beding bereid waren iets te betalen. Het is echter interessant mensen wel een financiële bijdrage willen leveren als zij menen dat het om een puur persoonlijk voordeel gaat. Zij menen dat leren in verband met werk niet uitsluitend hun verantwoordelijkheid is.

Meer informatie is te vinden op de volgende websites:

DG EAC :

http://europa.eu.int/comm/dgs/education_culture/index_fr.htm

CEDEFOP :

http://www.cedefop.eu.int/