Ministerie van Defensie
---
Brieven aan de Kamer
---
Vierde jaarrapportage over het project "Vervanging Pantservoertuigen M577 en
YPR
02-05-2003
Het project "Vervanging Pantservoertuigen M577 en YPR" is door de Kamer op 26 juni 1997 als groot project aangewezen. In dat kader ontvangt u jaarlijks een voortgangsrapportage over het totale project dat bestaat uit drie deelprojecten. De laatste jaarrapportage dateert van 23 april 2002 (Kamerstuk 26 396, nr. 12).
Bovendien zegde mijn ambtsvoorganger op 31 januari 2001 toe u voortaan iedere zes maanden over het deelproject "Groot Pantserwielvoertuig" (PWV) te informeren. De laatste halfjaarraportage over dit deelproject dateert van 26 september 2002 (Kamerstuk 26 396, nr. 14).
In de bijlage bied ik u aan de vierde jaarrapportage over het project "Vervanging Pantservoertuigen M577 en YPR". Hierin is tevens opgenomen de vierde halfjaarrapportage over het deelproject "Groot Pantserwielvoertuig (PWV)". De rapportage beschrijft de stand van zaken per 31 december 2002.
Overigens hecht ik eraan u te melden dat ook het project "Vervanging Pantservoertuigen M577 en YPR" deel uit maakt van de algehele beschouwing van plannen die de basis vormt voor het opstellen van het Integraal Defensie Plan (IDP).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
VIERDE JAARRAPPORTAGE OVER HET PROJECT
"VERVANGING PANTSERVOERTUIGEN M577 EN YPR"
naar de stand van 31 december 2002
Inleiding
Het project bestaat uit drie deelprojecten, te weten:
* het klein pantserwielvoertuig, dat een afgeleide versie is van het licht verkennings- en bewakingsvoertuig Fennek en geleverd wordt in de uitvoeringen Fennek-MRAT (Medium Range Anti-Tank) en Fennek-AD (Algemene Dienst); * het infanteriegevechtsvoertuig (IGV); * het groot pantserwielvoertuig (PWV), dat samen met Duitsland en het Verenigd Koninkrijk ontwikkeld wordt. Het voertuig wordt inmiddels internationaal aangeduid met de naam "Boxer".
Met deze vierde jaarrapportage informeer ik u over de stand van
zaken per 31 december 2002. Deze brief sluit aan op de derde
jaarrapportage van 23 april 2002 (Kamerstuk 26 396, nr. 12) en op
de derde halfjaarrapportage PWV van 26 september 2002 (Kamerstuk
26 396, nr. 14).
Behoeftestelling
Klein pantserwielvoertuig
. De kwalitatieve en kwantitatieve behoefte voor dit voertuig is
in 2002 niet gewijzigd ten opzichte van eerdere meldingen.
Infanteriegevechtsvoertuig
. De kwalitatieve en kwantitatieve eisen zijn in 2002 niet
gewijzigd ten opzichte van eerdere rapportages.
Groot pantserwielvoertuig
. De totale behoefte aan PWV´n is gesteld op 384 stuks, inclusief
25 mortiervoertuigen. Zoals verwoord in de novemberbrief over de
uitwerking van het strategisch akkoord, zal de toekomstige
vuurmond, de PHz 2000, de taak van de getrokken mortieren 120 mm
overnemen. Dit impliceert dat er geen behoefte meer is aan
PWV-mortiertrekkers. Hierdoor neemt de kwantitatieve behoefte af
met 25 stuks. Deze reductie laat de initiële serie van 200
voertuigen in principe onaangetast.
Planning
Klein pantserwielvoertuig
. De serielevering van de Fennek-MRAT vindt plaats in de periode
april 2004 tot september 2007. Die van de Fennek-AD vindt plaats
in de periode augustus 2005 tot oktober 2007.
Infanteriegevechtsvoertuig
. De geselecteerde leveranciers van de "commercial off the shelf
(COTS)" producten zijn inmiddels nader geïnformeerd over de
technische eisen. Daarbij is verzocht om een systeemconfiguratie
aan te bieden en te vermelden aan welke eisen mogelijk niet kan
worden voldaan. Intussen hebben zich twee van de vier
kandidaat-leveranciers met hun producten teruggetrokken. Het
betreft de Warrior 2000 van Alvis-Vickers en de Pizarro van Santa
Barbara. U bent hierover geïnformeerd in mijn brief van 6 november
2002 (Kamerstuk 26 396, nr. 15).
De studiefase wordt vervolgd met de twee overgebleven kandidaten,
de Ulan van Ascod, het Spaans-Oostenrijkse samenwerkingsverband
tussen Santa Barbara & Steyr Daimler en de CV-90 van de Alvis
groep, de holdingmaatschappij van Alvis-Vickers & Alvis-Hägglunds
Vehicle.
Naast bovengenoemde twee overgebleven COTS-kandidaten wordt in de
studiefase tevens de Duitse ontwikkeling van een nieuw
infanterie-gevechtsvoertuig, genaamd "Igel", gevolgd. Een deelname
van Nederland aan deze Duitse ontwikkeling is overigens niet aan
de orde. Wel wordt aan het einde van de studiefase bekeken of de
ontwikkeling van de Duitse "Igel" dan zover is gevorderd dat dit
voertuig toch een mogelijke rol in de
verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) van het nationale
IGV-project kan spelen.
Groot pantserwielvoertuig
---
Op 12 december 2002 heeft in het bijzijn van bewindslieden uit de
partnerlanden de ceremoniële "roll out" van het tweede voor
Duitsland bestemde prototype plaatsgevonden. Het eerste voor
Nederland bestemde prototype wordt midden 2003 verwacht. Naar
verwachting wordt de ontwikkeling en kwalificatie van het voertuig
in april 2005 afgerond.
Gerelateerde activiteiten
Klein pantserwielvoertuig
---
Organisatorisch.
De verwerving en invoering van het klein pantserwielvoertuig wordt
behandeld door de projectorganisatie die belast is met het project
Licht Verkennings- en Bewakingsvoertuig.
Industrieel.
De Fennek-MRAT/AD wordt geproduceerd door het binationale
samenwerkingsverband Krauss Maffei Wegmann en SP Aerospace &
Vehicle Systems. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over de
werkverdeling tussen deze bedrijven, waardoor consequenties van
het mogelijk uitvallen van één van de betrokken firmas voor de
overheden wordt beperkt. Zowel in Duitsland als in Nederland is
men in staat een compleet voertuig te bouwen.
Infanteriegevechtsvoertuig
---
Organisatorisch.
Het IGV-project is een nationaal project. De projectorganisatie is
zowel voor dit project als voor het PWV-project actief, waardoor
de opgebouwde kennis en ervaring beschikbaar is voor beide
projecten.
Internationaal.
In september 2002 heeft Duitsland een ontwikkelingscontract voor
het infanteriegevechtsvoertuig Igel gesloten met de Joint Venture
PSM Gmbh (Project System Management), die is opgericht door Krauss
Maffei Wegmann (KMW) en Rheinmetall Land Systeme (RLS).
Industrieel.
De leveranciers van de Pizarro en de Ulan, respectievelijk Santa
Barbara (Spanje) en Steyr Daimler Puch (Oostenrijk), hebben
besloten om onder de bestaande Joint Venture "Ascod AIE" een
gezamenlijk concept aan te bieden dat is gebaseerd op de Ulan.
Daarnaast hebben de leveranciers van de Warrior 2000 en de CV-90,
respectievelijk Alvis-Vickers en Alvis-Hägglunds, eveneens
besloten nog maar één concept aan te bieden, namelijk de CV-90.
Groot pantserwielvoertuig
---
Organisatorisch.
Het management voor de realisatie van het ontwikkelingsproject is
door de deelnemende landen in handen gegeven van Occar. Binnen de
projectorganisatie van Occar hebben zich geen significante
wijzigingen voorgedaan. De landen hebben zich verplicht tot
ondersteuning van Occar op het gebied van techniek, logistiek en
beproevingen. Hiervoor is een nationale projectorganisatie
ingericht.
Internationaal.
De bewindslieden van het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hebben
zich tijdens de ceremoniële "roll out" op 12 december 2002 niet
uitgesproken over de uiteindelijk benodigde aantallen voor de
serie. Mediaberichten over het voornemen van deze landen om minder
of zelfs geen serievoertuigen af te nemen, worden niet bevestigd.
Industrieel.
In de halfjaarrapportage PWV van 26 september 2002 is aangegeven
dat verbeteringen in de structuur van het industriële consortium
Artec lijken bij te dragen aan een verbeterde werkwijze van het
consortium. Dit alles sluit verdere vertragingen in het project
echter niet uit. Zo leidt een weinig actieve opstelling van het
consortium momenteel tot twijfels over de tijdige realisering van
enkele logistieke mijlpalen. De huidige planning lijkt alleen nog
haalbaar als Occar, waarvan de Koninklijke landmacht in
belangrijke mate afhankelijk is, op korte termijn concrete
afspraken kan maken met Artec over de levering van de logistieke
producten en als deze afspraken door de moederbedrijven van Artec
worden geaccepteerd.
Kosten-baten
Klein pantserwielvoertuig
---
Kosten
. Met de ondertekening van het Fennek LVB-contract is tevens 170,3
miljoen (inclusief 19 % BTW, prijspeil 2000) verplicht voor de
levering van de Fennek MRAT/AD voertuigen.
Baten
. De werklast in het kader van de serieproductie zal volgens
afspraak worden verdeeld op basis van 45% voor de Duitse en 55%
voor de Nederlandse industrie. De stand van zaken op dit moment is
46% voor Nederland en 54% voor Duitsland. Verwacht wordt dat dit
nog zal verbeteren, aangezien de hoofdaannemer nog een aantal
contracten moet afsluiten met toeleveranciers.
Infanteriegevechtsvoertuig
---
Kosten
. In de studiefase zullen kostenindicaties worden aangevraagd voor
een mogelijke serieproductie. Tevens zullen gegevens worden
gevraagd voor de berekening van de exploitatiekosten. Op basis van
deze gegevens zullen voor elk productalternatief de
levensduurkosten worden berekend, die kunnen worden betrokken in
de besluitvorming over de studieresultaten.
Baten
. Over de baten voor de Nederlandse industrie zijn momenteel nog
geen gegevens bekend. In de aanvraag voor kosteninformatie over
een mogelijke serieproductie zal ook een voorstel worden gevraagd
voor de inschakeling van de Nederlandse industrie.
Groot pantserwielvoertuig
---
Kosten.
De kosten voor de huidige ontwikkelingsfase worden gedeeld door de
drie partnerlanden. Nederland heeft hiervoor een budget van 113
miljoen (prijspeil 2002, inclusief BTW) gereserveerd waarvan thans
ca. 95 miljoen verplicht is.
Baten.
Voor wat betreft de baten voor de industrie werd bij de
besluitvorming over toetreding tot dit internationale project
reeds onderkend dat de mogelijkheden voor Nederlandse participatie
in de ontwikkeling van het gemeenschappelijke basisvoertuig
beperkt zijn. Inmiddels heeft Occar druk uitgeoefend op Artec om
het contractueel vastgelegde aandeel van minimaal 13,5 procent te
realiseren. Het tekort (33,33%-13,5%) dient in het kader van de
serieproductie te worden gecompenseerd. Het consortium heeft eind
2002 gerapporteerd dat het percentage participatie-opdrachten
inmiddels 11,7 (was 9% bij de 3^e halfjaarrapportage d.d. 26
september 2002) bedraagt.
Financiering
Klein pantserwielvoertuig
---
Het budget voor de seriematige verwerving van de 208
Fennek-MRAT/AD voertuigen bedraagt 176,5 miljoen, inclusief 19%
BTW. Het budget is in de begroting 2003 opgenomen onder de
projectomvang van het licht verkennings- en bewakingsvoertuig
Fennek. Hiervan is zoals eerder in deze brief aangegeven, 170,3
miljoen verplicht. Het restant betreft een post Onvoorzien voor de
opvang van mogelijke wijzigingen, die zich tijdens de
serieproductie van de voertuigen kunnen voordoen.
Infanteriegevechtsvoertuig
. Het totale budget voor de realisatie van dit project bedraagt
828,1 miljoen (prijspeil 2002). Hiervan is een bedrag van 5,5
miljoen gereserveerd voor de huidige fase ten behoeve van de
uitvoering van studies en beproevingen. Het deelbudget is
opgenomen in de begroting 2003.
Groot pantserwielvoertuig
. Het totale taakstellende budget voor de ontwikkeling en de
productie van de gehele behoefte was vastgesteld op 886,5 miljoen
(prijspeil 2002). Aangezien de behoefte thans is gereduceerd tot
359 Boxers vanwege het vervallen van de mortierversie, wordt het
budget gereduceerd tot 841,1 miljoen.
Voorshands is alleen het deelbudget voor de ontwikkeling en de
optionele initiële serie van 200 voertuigen ( 547 miljoen)
opgenomen in de begroting. De financiële inbedding van de overige
159 Boxers is nog onderwerp van studie. In bovengenoemd deelbudget
is 113 miljoen (prijspeil 2002) gereserveerd voor de ontwikkeling.
De ontwikkeling van een mortierversie is thans niet meer nodig.
Het hiervoor gereserveerde budget ( 3,3 miljoen) wordt toegevoegd
aan de post "Onvoorzien", omdat rekening gehouden moet worden met
extra tegenvallers. Hiervoor wordt verwezen naar de volgende
paragraaf.
Voornaamste risicos
Klein pantserwielvoertuig
---
De realisatie van het Fennek-LVB project, inbegrepen de 208
Fennek-MRAT/AD voertuigen, verloopt geheel volgens schema waarbij
geen bijzonder risico wordt onderkend.
Infanteriegevechtsvoertuig
---
In de brief van 18 maart 2002 (Kamerstuk 26 396, nr. 11) is een
technisch en financieel risico onderkend ten aanzien van de
integratie van een 35 mm boordkanon. De grootte van dit risico en
de te nemen maatregelen maken deel uit van de lopende studie en
zijn nog niet inzichtelijk.
Groot pantserwielvoertuig
---
Product gerelateerd.
Er bestaat een middelgrote kans op het optreden van tegenslagen
bij de productie van de prototypen, waardoor de aanvang van de
beproevingen vertraagt. Daarnaast bestaat de kans dat in de
beproevingsfase de onderhoudbaarheid van het voertuig op elementen
moet worden verbeterd. Dit zou leiden tot aanvullende
beproevingen. De mogelijkheden om bovengenoemde risicos binnen de
huidige planning op te vangen zijn inmiddels beperkt.
Leverancier gerelateerd.
De kans dat de informatie voor de logistieke beproevingen niet
compleet dan wel tijdig beschikbaar is, wordt als groot ingeschat.
Het gevolg zou zijn dat een aantal beproevingen vertraagt en
daarmee ook de vervolgfase. Occar onderkent dit risico en tracht
daarover met Artec nadere afspraken te maken.
Internationaal gerelateerd.
Ondanks het feit dat tijdens de "roll-out" geen uitspraken zijn
gedaan over de serie, bestaat er een reële kans dat één van de
partnerlanden na de ontwikkelingsfase besluit om de optie op een
initiële serie niet in te vullen. Het is niet zeker dat de
overblijvende landen dat deel van de optie kunnen overnemen.