STICHTING DE RODE DRAAD
rapport vrouwenhandel in nederland
De Stichting De Rode Draad, belangenorganisatie voor prostituees,
kreeg in mei 2002 het verzoek om tussentijds deel te nemen aan in een
Europees project getiteld 'Research based on case studies of victims
of trafficking in human beings in three EU Member States i.e. Belgium,
Italy and the Netherlands', gefinancierd in het kader van het
Hyppocrates programma van de Europese Commissie.
Dit verzoek kwam van de stichting Payoke uit Antwerpen, die zich inzet
voor de belangen van prostituees en betrokken is bij de hulpverlening
aan slachtoffers van vrouwenhandel.
Doel van het project was om inzicht te krijgen in de achtergrond van
daders en slachtoffers, de wijze van rekrutering, criminele netwerken
en de effectiviteit van de hulpverlening aan slachtoffers. De drie
genoemde landen zijn gekozen omdat alledrie een regeling kennen voor
slachtoffer van mensenhandel. Gehoopt werd dat een vergelijkend
onderzoek aanbevelingen voor andere Europese landen zou opleveren voor
de opvang van slachtoffers van vrouwenhandel.
De Stichting De Rode Draad besloot gezien de urgentie en het belang
aan het project mee te doen, opdat beleid en ervaringen in Nederland
in Europees verband kon worden belicht. Het lukte snel om twee
externe, onafhankelijk onderzoekers voor het project te interesseren:
de internationaal juriste Ruth Hopkins en dr. Jan A. Nijboer van de
Vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Rijksuniversiteit Groningen
Hieronder volgt een samenvatting van het Nederlandse onderzoek.
De onderzoeksresultaten
Het Nederlandse deel van het onderzoek bestaat uit analyses van
tachtig slachtofferdossiers. Daarnaast zijn vijftien vrouwen
geïnterviewd. Het doel van het onderzoek is enerzijds een beeld te
krijgen van de sociaal-economische achtergronden van de slachtoffers.
Anderzijds is getracht de mechanismen en praktijken van transnationale
criminaliteit op het gebied van mensenhandel te belichten.
In het tweede deel van het rapport staat een verslag van interviews
met dertig vertegenwoordigers van politie, justitie, hulpverlening en
beleidsmakers over de knelpunten in het Nederlandse beleid op het
gebied van mensenhandel. Op basis van het onderzoek zijn er
aanbevelingen geformuleerd voor de Nederlandse overheid en de Europese
Commissie.
1. Dossieranalyse
De slachtoffers
De meerderheid van de slachtoffers is vrouw, er komt maar één man voor
in het onderzoek. Drie vierde deel van hen komt uit Oost-Europa en de
Balkan. Twintig procent is minderjarig op het moment dat ze worden
geronseld. Drie vierde deel van de slachtoffers leeft dan naar eigen
zeggen onder een bestaansminimum. Twee derde deel woont in bij de
ouders of familie voordat ze worden geronseld. Het opleidingsniveau
varieert van nauwelijks tot hoogopgeleid. Twintig procent van de
vrouwen heeft het basis- en middelbaar onderwijs afgemaakt. Ten tijde
van het ronselen had zestig procent van de slachtoffers een betaalde
baan. Meer dan de helft van de slachtoffers wordt onderworpen aan een
vorm van ernstig fysiek of psychologisch geweld. Meer dan zestig
procent heeft de wens in Nederland te verblijven. Hierbij spelen
risico's en gevaren bij terugkeer, bijvoorbeeld bedreiging van de
familie, in veel gevallen een belangrijke rol. De Nederlandse wet, met
name de B9-regeling van de Vreemdelingen Circulaire, biedt echter
nauwelijks getuigenbescherming tegen de bedreigingen en biedt geen
toekomstperspectief in Nederland. Een derde van de vrouwen die
meewerken aan een strafrechtelijk onderzoek, verdwijnt dan ook
gedurende het proces met onbekende bestemming.
De daders
Ruim twintig procent van de ronselaars is vrouw. In een meerderheid
van de gevallen kent de handelaar vrienden of familie van het
slachtoffer, in sommige gevallen is de handelaar zelfs familie of
vriend. In twee derde deel van de gevallen vertrekt het slachtoffers
binnen een week nadat ze contact heeft gehad met de ronselaar. Het zou
een bewuste strategie van de handelaren kunnen zijn de vrouw weinig
tijd te geven na te denken over het aanbod. In een meerderheid van de
gevallen regelt de handelaar een (vals) paspoort en visa. Vaak wordt
hier een buitenproportionele schuld aan verbonden. Uit het onderzoek
blijkt niet dat de Nederlandse seksindustrie een groot aandeel heeft
in de werving en exploitatie van de slachtoffers, wel heeft deze een
rol in de meer dienstverlenende sfeer.
Routes
De helft van de vrouwen komt via een ander land Nederland binnen.
Belangrijkste transit landen zijn Duitsland en Italië. Nigeriaanse
netwerken blijken veelal de directe vlucht van Nigeria naar Schiphol
te mijden en komen voornamelijk Nederland binnen via mediterrane
landen. Verder komt sterk naar voren dat er een directe route bestaat
van Bulgarije naar Nederland, zonder tussenstop in andere landen.
België komt niet naar voren als een belangrijk transitland.
2. Interviews met deskundigen
Enkele belangrijke knelpunten in wetgeving, beleid en praktijk
- Volgens de geïnterviewden wordt mensenhandel nog te veel beschouwd
als een kwestie van illegale immigratie. Illegale prostituees worden
door de politie de grens over gezet, zonder dat ze afdoende
mogelijkheid wordt geboden aangifte te doen tegen de daders. Het
gevolg is dat politie en justitie een belangrijke getuigen missen en
dat het slachtoffer geen bescherming krijgt. De B9-regeling is volgens
de deskundigen te veel gericht op de opsporingsbelangen en niet op de
belangen van de vrouw. Deze regeling biedt slachtoffers weinig:
nauwelijks getuigenbescherming en een verbod op betaald werk. Enkele
politie functionarissen vinden dat de B9-regeling de vrouwen niks te
bieden heeft. Zij wijzen daarom veelal niet op het belang van het doen
van aangifte. De respondenten bevestigen dat veel vrouwen met
onbekende bestemming verdwijnen.
- De B9-regeling wordt beschouwd als een twee sporenbeleid, met
terugkeer naar het herkomstland als sluitstuk van het beleid. De
B9-regeling bereidt de vrouw daar enerzijds op voor, maar gelijktijdig
nemen vrouwen ook deel aan inburgeringcursussen en Nederlandse
taallessen.
- De B9-regeling wordt daarnaast beschouwd als een beleid dat te veel
is gericht op belangen van opsporing en vervolging en niet op de
belangen van de vrouwen. Zij dienen beschikbaar te zijn voor het
Openbaar Ministerie en er wordt getracht te voorkomen dat ze
integreren in de Nederlandse samenleving. Als het OM ze niet meer
nodig heeft, dan vallen ze terug in de categorie illegale vreemdeling
en ze worden het land uitgezet. Ook de slachtoffers die als getuige
hebben meegewerkt aan een rechtszaak die leidt tot het oprollen van
een crimineel netwerk, dienen in beginsel terug te keren.
- Het algemene tekort aan opvangplaatsen in de vrouwenopvang
veroorzaakt grote problemen evenals de capaciteitstekorten bij de
politie.
- Er bestaat brede consensus bij politie, justitie en de hulpverlening
dat de centrale registratie en coördinatie van slachtoffers van
mensenhandel nog niet goed verloopt.
Voor vragen: Ruth Hopkins: 020-6655456, 0624481724
ruth.hopkins@wanadoo.nl
Het adres van de projectleider Payoke is
http://home.tiscali.be/bruno.moens1/
Het gehele rapport zal op de website van De Rode Draad worden
geplaatst: www.rodedraad.nl
Standpunt van De Rode Draad
De Rode Draad komt op voor de belangen van vrouwen en mannen die er
voor gekozen hebben om met sekswerk een inkomen te verdienen. Mensen
die tot prostitutie worden gedwongen, Nederlanders of buitenlanders,
dienen geholpen te worden om de schade die hen is toegebracht zo goed
mogelijk te repareren en om een alternatief bestaan op te bouwen. Aan
die ondersteuning schort het nog in heel Europa.
Niet alle mensen uit landen van buiten de Europese Unie kunnen
overigens als slachtoffer van mensenhandel mogen worden betiteld. Deze
categorie wordt gekenmerkt door de wens om in een land van de Europese
Unie meer geld te verdienen dan thuis mogelijk is. Omdat zij doorgaans
geen werkvergunning hebben zijn zij als illegale buitenlander zeer
kwetsbaar voor economische uitbuiting. De Nederlandse overheid heeft
nog geen passend antwoord gevonden voor deze situatie. Op dit moment
is het schier onmogelijk om als niet-EU onderdaan een werkvergunning
voor deze bedrijfstak te krijgen die de kwetsbare illegale status zou
opheffen.
07 mei 03 15:15