Gemeente Rotterdam

7 mei 2003

Rapport Rond of Rood? 2002:

Meer financiële armslag voor minima

De financiële positie van gezinnen met een minimuminkomen is vorig jaar verbeterd in vergelijking met twee jaar geleden. Deze gezinnen konden in 2002 een groter deel van hun inkomen vrij besteden. Ook zegt een groter deel van de gezinnen beter rond te kunnen komen met hun inkomen. Het aantal huishoudens met problematische schulden is vorig jaar afgenomen. De groei van de vrij besteedbare ruimte wordt toegeschreven aan de effecten van het gemeentelijk armoedebeleid, gevoegd bij de gunstige koopkrachtontwikkeling in de afgelopen jaren.

Dit blijkt uit het recent verschenen onderzoek Rond of Rood?-2002 van de Sociaal Wetenschappelijke Afdeling (SWA)van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam. Dit is het vijfde tweejaarlijkse onderzoek van de SWA naar de financiële en sociale positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam. Aan het onderzoek hebben 312 huishoudens meegedaan.

Rotterdams Armoedebeleid
Het aantal huishoudens met een bijstanduitkering dat in 2002 gebruik maakte van de bijzondere bijstand bleef nagenoeg gelijk vergeleken met 2000. Het gemiddelde extra bijstandsbedrag was 504 euro per jaar per huishouden. Het aantal huishoudens met een uitkering dat vorig jaar gebruik maakte van een kwijtscheldingsregeling is gegroeid. In 2002 maakte 87% van de huishoudens gebruik van de kwijtscheldingsregeling voor Onroerend Zaak Belasting. (in 2000 was dat 66%) Van de kwijtscheldingsregeling voor het reinigingsrecht maakte vorig jaar 83% van de huishoudens gebruik, tegen 41% in 2000. Via de kwijtscheldingsregelingen ontvingen de huishoudens op jaarbasis een financiële bijdrage van 315 euro. Dit is gemiddeld 100 euro meer dan in 2000 werd kwijtgescholden. Het aantal huishoudens met schulden daalde vorig jaar met 8% naar 45%.

Niet alle Rotterdammers hebben kunnen profiteren van de gunstige economische ontwikkeling over de afgelopen jaren. Met name eenoudergezinnen zijn er financieel niet op vooruit gegaan. Zij konden niet of moeilijker rondkomen door o.a. hogere uitgaven voor hun kinderen en de relatief hoge schuldaflossingen, die zij voor hun rekening namen.

Sociale aspecten
Alleenstaande ouders met kinderen beoordeelden hun sociale contacten minder positief dan de gezinnen met twee ouders. Ze bleken ook minder sociale contacten te hebben. Ook zijn de alleenstaand ouders negatiever over hun woonomgeving en (vrije) tijdsbesteding. Allochtone gezinnen met kinderen blijken ook negatiever te oordelen over hun financiële en sociale positie.

In het onderzoek valt op dat werkenden met een minimuminkomen weliswaar financieel kwetsbaar zijn, maar sociaal toch sterker staan dan degenen die geen betaald werk verrichten. Zij kampen relatief vaker met hogere schulden. Oorzaak: de kosten voor vervoer naar en van het werk, lidmaatschappen. Deze groep maakt minder gebruik van voorzieningen in het kader van lokaal armoedebeleid (Bijzondere Bijstand en de kwijtscheldingsregeling)

Een slechte financiële situatie op zichzelf is geen reden voor een zwakke sociale positie, zo blijkt uit het onderzoek. De hoogte van het inkomen heeft geen grote invloed op de beleving van de woonomgeving, gezondheid, waardering van het sociale netwerk en vrijetijdsbesteding. Wel van invloed zijn: het opleidingsniveau, het hebben van betaald werk en het land van herkomst.

Het is nog onduidelijk welke invloed de stagnerende economie dit jaar zal hebben op de financiële en sociale positie van Rotterdammers met een minimuminkomen.

Noot voor de redactie/

Gemeente Rotterdam