Helft uitstroom WIW/ID Noorden in uitkering

Er blijkt in het eerste kwartaal 2003 dat bijna de helft van de mensen die uit gesubsidieerd werk stromen weer zonder werk komen te zitten. Het kabinet wil gesubsidieerd werk naar regulier werk laten leiden. De gegevens (monitor) over Noord-Nederland geven vooral een terugkeer in de uitkering te zien. Slechts 25% van de uitstromers uit gesubsidieerd werk verkrijgen regulier werk. De beoogde omzetting van ID banen naar reguliere banen is nog niet zichtbaar. Dit houdt in dat dit jaar in 9 maanden tijd nog een duizendtal banen in Noord Nederland gewit moeten worden. Door de beperkte uitstroom en teruggang in het aantal banen is nieuwe instroom nauwelijks mogelijk. De sluitende aanpak voor jongeren staat op de tocht.

Inleiding

Op 6 mei hebben de Noordelijke WIW-organisaties en FNV de resultaten besproken van de WIW/ID monitor Noord-Nederland. De gepresenteerde cijfers betreffen de uitstroom uit WIW en ID van de eerste drie maanden van 2003 vanuit de Noordelijke drie provincies, samen ook wel het Samenwerkingsverband Noord-Nederland genoemd. De verzamelde gegevens zijn verkregen via de diverse WIW-instellingen in Noord-Nederland. 19 van de 20 instellingen hebben hieraan hun medewerking verleend, zodat vrijwel een totaal beeld over het gehele gebied is verkregen. Alleen van het gebied van Stichting Opmaat (betreft de Oost Groninger gemeenten Winschoten, Bellingwedde, Pekela's en Scheemda) zijn geen gegevens verkregen.

Men moet zich realiseren dat deze cijfers slechts standcijfers zijn. Hoe de uitstroom voor de rest van 2003 zal verlopen zal sterk afhangen van het beleid van de diverse gemeenten. Wel kan dit beschouwd worden als de eerste harde gegevens van de effecten van het kabinetsbeleid op gesubsidieerd werk in een landsdeel. De meeste andere gegevens gaan over plannen of prognoses, dit zijn gegevens over daadwerkelijke realisatie.

Omwille van beperking van het extra werk voor de aanlevering van de gegevens hebben we ons moeten beperken in de soort van gegevens. Zo hebben we bijvoorbeeld geen directe gegevens over de nieuwe instroom noch over de realisatie van het aantal te witten banen (omzetting van ID-baan in reguliere baan) zoals in het Sociaal Akkoord met de sociale partners landelijk is afgesproken.

Resultaten

Algemeen:

In de meetperiode zijn 445 personen uit ID en WIW * gestroomd, waarvan 346 uit WIW en 99 uit ID banen. Het totaal aan WIW en ID banen in Noord Nederland was aan het begin van dit jaar maximaal 13.000 (WIW'ers + aantal beschikbare ID plaatsen), maar waarschijnlijk feitelijk eerder 12.000. Het kabinet wil de ID- en WIW-regeling slechts zien als instrumenten om door te stromen naar een reguliere baan. Dit is in 112 gevallen (25,2%) geschiedt. Met driekwart van de uitstroom gebeurt dus iets anders dan het verkrijgen van een reguliere baan.

* Sommige gemeenten werken met een werkervaringsplaatsenregeling (WEP). Deze regeling voor gesubsidieerd werk is in dit verhaal bij de WIW onder gebracht.

Uitstroom WIW

In de meetperiode zijn 346 personen uit de WIW gestroomd waarvan 71 (20,5%) naar regulier werk. Dit is vooral afkomstig van personen die in de WEP regeling zaten in de stad Groningen. Tevens stroomt ruim een derde deel, 116 personen, door naar een andere gesubsidieerde baan zoals hernieuwd contract WIW, ID baan maar soms ook naar de WSW.

159 personen (46%) is weer zonder baan geraakt. In totaal wordt het bestand aan WIW'ers met 118 teruggebracht waarvan 100 uit de provincie Groningen. Het lijkt dus vooral Groningen te zijn die het volume aan WIW aan het terugbrengen is.

Uitstroom ID:

99 personen zijn uit de ID regeling gestroomd. 39 daarvan (39,4%) hebben regulier werk gevonden terwijl 55 (55,6%) weer zonder werk komen te zitten. 26 van de vacatures worden niet meer opgevuld en 18 plaatsen zijn voorlopig aangehouden. Bij uitstroom is het dus voor bijna de helft van de ID banen onzeker of deze opnieuw zal worden opgevuld. Vooral Friesland lijkt het aantal ID banen te reduceren.

Overige gevolgtrekkingen:

Uit deze gegevens is niet te halen hoeveel van de personen die uitgestroomd zijn naar een reguliere baan nu hebben kunnen profiteren van een gewitte baan (10.000 banen witten zoals verwoord in sociaal akkoord). Wel is aan te nemen dat het om minder dan 39 gaat. Het gaat hier immers om doorstroom van een ID baan in een gewitte reguliere baan en dat moet dus een deelverzameling zijn van uitstroom ID naar regulier werk. Als aangenomen mag worden dat Noord Nederland recht heeft op 10% van de te witten banen is dat een aantal van 1000. Noord Nederland heeft dus nog minimaal 961 te gaan.

Over de nieuwe instroom hebben we ook slechts indirecte gegevens. Veel gemeenten willen het WIW volume eerst reduceren tot het gewenste lagere niveau en dan pas nieuwe instroom toelaten. Op basis van de gegevens van het eerste kwartaal, bij aanname dat het volume aan WIW'ers nergens wordt verhoogd, kunnen er in Noord Nederland maximaal 346 - 118 = 228 nieuwelingen instromen. Bij 67 gemeenten in ons gebied is dit minder dan 4 per gemeente. Deze beperkte instroom kan vooral voor schoolverlaters een probleem gaan geven, die volgens de sluitende aanpak na een half jaar na schoolverlating op een WIW-plaats zouden moeten worden geplaatst Vanaf mei komen er weer grote groepen jongeren op de arbeidsmarkt en de werkgelegenheidssituatie wordt snel slechter.

Voor ID geldt hetzelfde: geen uitbreiding van het volume. Mogelijk kunnen nog wel enkele banen bezet gaan worden die onbenut waren gebleven. Dat is in Groningen de eerste drie maanden waarschijnlijk gebeurd (63 naar ID en WSW). De verwachting is dat het volume de komende tijd zal dalen en weinig nieuwe instroom mogelijk zal zijn. Gemeenten zullen moeten kiezen of ze de doorstroom mogelijkheid van WIW naar ID willen behouden of niet.

Conclusies:

De vergadering heeft de volgende voorzichtige conclusies getrokken. Bij een gelijkblijvende uitstroom zullen aan het eind van het jaar ongeveer 1400 personen zijn uitgestroomd (Dat is ongeveer 12% van het oorspronkelijk aantal plaatsen in Noord Nederland; ongeveer 8000 ID en 5000 WIW banen in 2002). Dat is veel te weinig om de opgelegde reductie van gesubsidieerd werk te realiseren. Waarschijnlijk is dan ook dat de uitstroom de komende maanden zal versnellen. Veel gemeenten hebben voor overgangsfinanciering voor de eerste maanden in 2003 gezorgd maar vanaf april stopt er steeds meer van deze extra gemeentelijke financiering. Potentieel liggen er, indien de uitstroom niet versnelt, grote financiële gevaren voor gemeenten. De kleinere gemeenten lijken zwaardere reductietaakstellingen te hebben dan de grotere, die vaker besluiten de bezuinigingen op gesubsidieerde arbeid (deels) uit eigen middelen te compenseren. Voor de volgende monitor zal dit verschil verder worden onderzocht.

Doorstroom naar regulier werk gaat moeizaam. Ongeveer een kwart van de uitstroom gaat naar een reguliere baan. Een kleine helft van het aantal uitstromers verliest betaald werk. Waarschijnlijk zijn ruim 210 personen weer in de uitkering beland. Dit lijkt het meest demotiverende wat deze groep kan overkomen.

Het witten van banen van ID naar regulier via de tijdelijke stimuleringsregeling is nog niet op gang gekomen. Gemeenten en instellingen zullen er heel hard aan moeten trekken om de toegewezen aantallen ( ongeveer 1000) te realiseren.

Met het verlies aan WIW en ID plaatsen verdwijnen er 162 mogelijkheden tot arbeid in Noord Nederland. Dit getal zal naar alle waarschijnlijkheid snel gaan oplopen en reëel tot werkgelegenheidsverlies leiden.

Tot slot nog een woordje over de instroom. Op de meeste plaatsen wordt instroom WIW en ID afgeknepen. Dat betekent in het algemeen dat het instrument werkervaring voor steeds minder mensen kan worden ingezet en specifiek dat het heel moeilijk zal worden om de sluitende aanpak voor jongeren te blijven organiseren (elke jongere na 6 maanden schoolverlating de mogelijkheid van een WIW baan).

Meer informatie

Harm Brouwer, Regiohoofd FNV Noord

Tel 050-3631700, 050-5268184 (h) of 06-21808573

E-mail harm.brouwer@vc.fnv.nl

07-05-2003