ERNST AND YOUNG
ERNST & YOUNG: Europese biotech studie 2002
Europese biotech studie 2002 van Ernst & Young toont aan:
Voor het eerst sinds tien jaar dalen inkomsten
en aantal banen in Europese biotech industrie
AMSTERDAM, 8 MEI 2003 - Vandaag publiceerde Ernst & Young in Nederland
haar 10de jaarlijkse rapport over de Europese biotechnologie
industrie, getiteld: Endurance. Het rapport laat zien dat in 2002 voor
het eerst sinds tien jaar de groei van de Europese biotech industrie
stagneerde. Er kwam een einde aan de groeipercentages van 30-40
procent per jaar in omzetten en 10-20 procent in aantallen banen
waaraan de industrie gewend was geraakt. De totale omzet van de
Europese biotech industrie daalde in 2002 met twee procent (tot 12,9
miljard Euro) en het aantal medewerkers nam af met zes procent tot
82.100. Nederland neemt in Europa de zevende plaats op de ranglijst in
voor wat betreft het aantal biotech ondernemingen.
Het huidige economische klimaat dwingt de Europese biotech
ondernemingen om hun strategieën drastisch te herzien, aldus het
rapport. Ernst & Young voorziet dat de verschillen tussen de
succesvolle en minder succesvolle bedrijven de komende jaren verder
zullen toenemen. Echter, dit is een golfbeweging waarvan de industrie
er al meerdere gezien heeft en die uiteindelijk zal resulteren in een
sterkere industrie met verdere groei.
Drs. Pieter Lucas, medeauteur van het rapport, verklaart de gevolgen
van de huidige economische teruggang voor de biotech industrie als
volgt: 'het ineenstorten in het afgelopen jaar van de waarderingen van
beursgenoteerde biotech ondernemingen (met zo'n 50 tot 60 procent)
heeft dramatische gevolgen gehad in de gehele sector. Vorig jaar
konden Europese biotech bedrijven middels emissies op de openbare
kapitaalmarkten nog slechts 123 miljoen Euro nieuw aandelenkapitaal
aantrekken tegenover 5,5 miljard Euro in het topjaar 2000', aldus
Lucas. 'Door deze ontwikkelingen werden de verstrekkers van
durfkapitaal op hun beurt gedwongen om langer te blijven investeren in
hun participaties, die ze anders naar de beurs zouden hebben gebracht.
En dit had weer tot gevolg dat er veel minder durfkapitaal beschikbaar
kwam voor startende ondernemingen. Zo konden het afgelopen jaar
biotech starters nog slechts 35 procent van het beschikbare
durfkapitaal aantrekken, tegen 70 procent in 2000.'
Volgens Lucas is er inmiddels sprake van een nieuwe realiteitszin in
de industrie. 'De dagen van langdurig verlieslijdende ondernemingen
zijn voorbij. Om minder afhankelijk te worden van de grillen van de
financiële markten zullen biotech ondernemingen hun strategieën moeten
richten op het zo snel mogelijk realiseren van inkomsten en winst. Nog
maar heel zelden zullen er investeerders gevonden kunnen worden die
bereid zijn om vijf tot tien jaar te wachten voordat er winst wordt
gemaakt.'
Andere kernthema's uit het rapport zijn:
- Biotech ondernemingen hebben de afgelopen periode sterk in de kosten
gesneden om zodoende langer te kunnen werken met de hun beschikbaar
gestelde gelden met als gevolg:
--Het aantal winstgevende biotech ondernemingen stijgt en het verlies
perbeursgenoteerde biotech onderneming is in de afgelopen vier jaar
gehalveerd tot gemiddeld zo'n zeven miljoen Euro;
- Alle top tien Europese biotech ondernemingen hebben nu één of
meerdere producten op de markt en acht van de tien zijn winstgevend.
In 1997 waren deze getallen nog respectievelijk vijf en vier;
- Ondanks het moeilijke klimaat gaat de ontwikkeling van nieuwe
producten door:
-- De beursgenoteerde biotech ondernemingen in Europa hebben nu 53
producten in de fase III klinisch onderzoek (de laatste testfase);
-- Een mogelijke vloedgolf is zich aan het opbouwen, die de Europese
industrie kan transformeren;
- De totaal geïnvesteerde bedragen in de Europese biotech industrie
daalden van 6,7 miljoen Euro in 2000 tot 1,2 miljard Euro in 2002:
-- De investeringen door durfkapitaal verstrekkers bleven aanzienlijk
en stabiel op zo'n 1,1 miljard Euro;
- Biotech ondernemingen blijven populair bij Europese durfkapitalisten
en ontvangen 26 procent van alle investeringen, een gedeelde eerste
plaats met de softwaresector;
- Slechts vier biotech ondernemingen gingen in 2002 naar de beurs
tegen bijna 40 in het jaar 2000.
Nederland
Nederland neemt in Europa de zevende plaats in op de ranglijst van
landen met het meeste aantal biotech ondernemingen. Ernst & Young
kwalificeert in Nederland 85 ondernemingen als biotech ondernemingen,
waarvan er drie beursgenoteerd zijn. Andere wetenswaardigheden zijn:
- In de top tien van grootste Europese biotech ondernemingen staat
Qiagen dat zijn hoofdkantoor in Nederland heeft. Het aan de Nasdaq en
Neuer Markt genoteerde bedrijf had eind 2002 een beurswaarde van 687
miljoen Euro, een daling van 76 procent ten opzichte van eind 2001;
- Het beursgenoteerde Pharming voltooide in 2002 een reorganisatie en
trok middels vervolgfinancieringen zo'n 8 miljoen Euro aan;
- Het Nederlandse bedrijf Avantium, opgericht in 2002, wist in
februari 2002 zo'n 26 miljoen Euro aan durfkapitaal aan te trekken;
- Het Zwitserse Modex nam in december 2002 voor 42 miljoen Euro het
Nederlandse IsoTis over;
- Qiagen kocht in mei het Noorse Gene Vision voor 27 miljoen Euro.
De toekomst is zonnig
De huidige terugval is de diepste in de geschiedenis van de biotech
industrie. Desondanks is Pieter Lucas optimistisch over de toekomst.
'De omvang van de Europese biotech industrie nu is ruwweg
vergelijkbaar met die van de Verenigde Staten in de periode 1994/95,
toen de industrie ook door een diep dal ging. Sindsdien is de biotech
industrie in de VS verdriedubbeld. Dat is een toekomstbeeld dat
beslist tot de mogelijkheden behoort voor de Europese industrie zodra
deze storm eenmaal over is.'
Noot aan de redactie
- Het Endurance rapport heeft 'entrepreneurial' biotechnologie
ondernemingen als uitgangspunt. In het rapport zijn géén producenten
of leveranciers van medische apparaten of grote farmaceutische
ondernemingen meegenomen;
- De data voor dit rapport zijn verzameld uit publieke bronnen en uit
gesprekken met startende ondernemers en het management van
ondernemingen;
- Voor journalisten is het rapport verkrijgbaar via de woordvoerder.
Voor meer informatie
Ernst & Young
Drs. Pieter Lucas
Tel: 020 5497222
Ernst & Young
Toby Ellson, woordvoerder
Tel: 010 406 53 64
08 mei 03 12:00