Actueel

Tilburgse juwelier veroordeeld tot werkstraf wegens zware mishandeling en wapenbezit

Bron: Rechtbank Breda

Datum actualiteit: 8-05-2003

Breda - De rechtbank Breda heeft een Tilburgse juwelier tot een werkstraf van 200 uur en 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld wegens het mishandelen van een van de overvallers op zijn juwelierszaak. De overval vond plaats op 28 februari 2002. De juwelier schopte de overvaller tegen het hoofd terwijl deze al was overgedragen aan de politie en geboeid op de grond lag. Daarnaast is de juwelier veroordeeld voor het bezit van wapens en munitie zonder daarvoor een vergunning te hebben. De juwelier is echter ontslagen van rechtsvervolging voor wat betreft het schieten op de twee overvallers, waarbij een van de overvallers aan zijn verwondingen is overleden. Ook is hij vrijgesproken voor het feit dat hij niet aan de politie heeft gemeld dat een van de overvallers medische hulp nodig had.

De rechtbank staat in het vonnis stil bij de toename van gewelddadige overvallen waarmee de juweliersbranche te maken heeft en waarbij zelfs doden zijn te betreuren. De rechtbank wijst op het gevaar om het recht in eigen hand te nemen. De rechtbank is echter van mening, evenals de Officier van Justitie en de advocaat van de verdachte, dat het schieten door de juwelier op de twee overvallers in dit specifieke geval als zelfverdediging aangemerkt mag worden. De reden hiervoor is dat er op dat moment een levensbedreigende situatie bestond voor de in de zaak aanwezige personen. Toch wijst de rechtbank er met nadruk op, dat de handelwijze van de juwelier geen navolging verdient, omdat de zaak uit de hand had kunnen lopen en er meer slachtoffers hadden kunnen vallen.

Verder is de rechtbank van mening, dat de juwelier moreel een verplichting had om te melden aan de politie dat de overvaller mogelijk gewond was. Voor de rechtbank staat vast dat de schoten en het ontbreken van tijdige medische hulp het overlijden van de overvaller tot gevolg hebben gehad. Een rechtsplicht om dit te melden ontbreekt echter. De juwelier, die wist dat hij een strafbaar feit had gepleegd, zou immers door dit te melden meewerken aan zijn eigen veroordeling. Ten aanzien van dit onderdeel van de beschuldiging wordt de juwelier, hoezeer de rechtbank de handelwijze moreel ook verwerpelijk vindt, vrijgesproken.

De juwelier wordt veroordeeld voor verboden wapenbezit vanwege de gevaren die dit met zich mee kan brengen. De rechtbank is van oordeel dat hier tegen streng opgetreden dient te worden. Daarnaast wordt de juwelier veroordeeld wegens het schoppen tegen het hoofd van de overvaller terwijl deze al was ingerekend. Volgens de rechtbank ging de juwelier hierbij koelbloedig en berekenend te werk. De rechtbank ziet het schoppen als een poging tot zware mishandeling. Dit wordt door de rechtbank ten zeerste afgekeurd.