GroenLinks Tweede-Kamerfractie Nieuwsbrief 8 mei 2003 17:43 GroenLinks


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Uitvoering regeling witte illegalen

( 8 mei 2003)

Kamervraag
Vragen van het lid Vos (GroenLinks) aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de uitvoering van de Tijdelijke Regeling voor Witte Illegalen (TBV 1999/23)


1. Heeft u kennis genomen van de petitie van het comité "Geen mens is illegaal", die op 15 april 2003 aan de vaste commissie van Justitie van de Tweede Kamer is aangeboden ?


2. Heeft u tevens kennis genomen van het artikel 'Stand van zaken Witte illegalen jurisprudentie' van mr A.A. Vermeij ?


3. Wat is uw reactie op de constatering van Vermeij dat verschillende rechtbanken in zaken van witte illegalen een aantal voorwaarden uit de TBV 1999/23 verschillend hebben geïnterpreteerd? Bent u met mij van mening dat, nu op dit punt geen rechtseenheid bestaat, in dat geval door de overheid en de rechter de meest gunstige interpretatie voor de witte illegaal moet worden toegepast? Zo neen, waarom niet?

4. Wat is uw reactie op de relativering van voorwaarde 3 van de TBV 1999/23 (het rechtmatig bezit van een sofi-nummmer) in de rechtspraak ?

5. Wat is uw reactie op de uitspraak van de rechtbank Utrecht waaruit blijkt dat de witte illegaal geen beroep kan doen op de toezegging van de voormalige staatssecretaris Cohen aan de Tweede Kamer dat van valse of vervalste documenten een proces-verbaal moet zijn opgemaakt voordat ze de vreemdeling kunnen worden tegengeworpen? Waarom is deze toezegging niet in het beleid opgenomen en toegepast?

6. Is het waar dat de IND nog steeds het standpunt inneemt dat het aantreffen van een vals of vervalst document in de administratie van een (voormalig) werkgever voor risico van de vreemdeling komt? Wat is uw reactie op de conclusie van Vermeij dat voorwaarde 6 pas aan de witte illegaal mag worden tegengeworpen als deugdelijk en controleerbaar is vastgesteld dat de witte illegaal voor het opmaken van het valse of vervalste document op enigerlei wijze verantwoordelijkheid draagt?

7. Wat is uw reactie op de stelling van het comité dat de IND het standpunt inneemt dat bij toepassing van de TBV 1999/23 geen ruimte meer is voor de zgn. resttoets ex artikel 4:84 Awb? Op welke wijze wordt deze resttoets door de IND in zaken van witte illegalen toegepast?

8. Wat is uw reactie op de conclusie van Vermeij dat uit de jurisprudentie blijkt dat, indien een witte illegaal niet heeft voldaan aan voorwaarde 2 (onafgebroken verblijf) of voorwaarde 8 (criminele antecedenten), de IND tevens dient te beoordelen of in dat geval niet sprake is van overige omstandigheden op grond waarvan eventueel gebruik kan worden gemaakt van de bevoegdheid van artikel 4:84 Awb?

9. Bent u bereid om de genoemde jurisprudentie in het artikel van Vermeij, die de voorwaarden van de TBV 1999/23 nuanceert of relativeert, toe te passen op de beoordeling van aanvragen van witte illegalen waarop nog niet onherroepelijk is beslist dan wel in daarvoor in aanmerking komende gevallen reeds onherroepelijk afgewezen aanvragen desverzocht daarop te beoordelen? Zo neen, waarom niet?

10. Bent u bereid, gelet op de roerige voorgeschiedenis van de regeling en de knelpunten zoals deze onder meer in de jurisprudentie zijn gesignaleerd, om de uitvoering van de tijdelijke regeling voor witte illegalen (TBV 1999/23) door een onafhankelijke instantie (bijv. een universiteit) te laten onderzoeken en evalueren?

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -