Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer                                              Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal                                                                Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a                                                                       Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA  `s-GRAVENHAGE 

Uw brief Ons kenmerk W&I/PCF/2003/36920

Onderwerp Datum Uitvoering vacatureoffensief 9 mei 2003

Ter voorbereiding op het Algemeen overleg dat ik 14 mei met uw commissie voer over onder andere het vacatureoffensief, informeer ik u met deze brief over de stand van zaken van de uitvoering van het vacatureoffensief.

Het offensief begint op 1 juni 2003 met een eerste tranche die een halfjaar zal duren en wordt ondersteund door een communicatiecampagne. Na dit halfjaar zullen de behaalde resultaten in ogenschouw worden genomen en zal worden bezien of op grond hiervan een continuering van het offensief op dezelfde of een aangepaste wijze in de rede ligt. Als vertrekpunt heeft het totale offensief een looptijd van twee jaar.

Het vacatureoffensief is in termen van bemiddelingsactiviteiten en vacaturevervullingen additioneel ten opzichte van de reguliere dienstverlening van CWI. Het jaarplan 2003 van CWI voorziet onder het motto `Focus op Werk' al in een nadrukkelijke intensivering van de vervulling van vacatures. CWI heeft zich voor 2003 ten doel gesteld om hierdoor 66.000 vacatures te vervullen. Een zesde daarvan (11.000 vacatures) moet door etnische minderheden vervuld worden.

Het plan "Focus op Werk" omvat onder meer een snelle reactie naar aanleiding van een vacaturemelding (72-uurs service voor het terugmelden van de eerste inventarisatie en concrete vervullingsmogelijkheden), persoonlijke dienstverlening door CWI-adviseurs (1 op 1) en een pro-actieve bemiddeling via onder meer het op eigen initiatief introduceren van geschikte kandidaten. In totaal worden hiervoor door CWI 400 medewerkers ingezet met een duidelijke resultaatdoelstelling, namelijk het vervullen van vacatures. Deze dienstverlening zal op elke CWI-vestiging als vacaturecentrum herkenbaar zijn.

Focus op Werk vormt de basis voor het vacatureoffensief. De eerste tranche van het vacatureoffensief betekent in de praktijk een intensivering van de vacatureacquisitie en bemiddeling in daarvoor in samenspraak tussen de RWI en CWI geselecteerde sectoren. In eerste instantie betreft het hier de sectoren groothandel, detailhandel, zorg en welzijn, zakelijke dienstverlening, bouwnijverheid en horeca. In de eerste tranche van het



2

vacatureoffensief zullen zo heeft de Raad van Bestuur CWI mij gemeld ­in aanvulling op de bovengenoemde 66.000 vacatures- in deze sectoren 8.000 extra vacatures worden vervuld.

Daarvoor zullen voor de duur van een halfjaar -aanvullend op de vacatureteams die in de CWI-vestigingen in het kader van het reguliere beleid aan de slag zijn gegaan- 100 extra adviseurs worden ingezet, die met kennis van de sectoren waarop het offensief zich richt de door de Raad van Bestuur CWI voorziene 8.000 extra vacaturevervullingen zullen realiseren. Daarbij zoekt CWI nadrukkelijk samenwerking met private bedrijven.

In beginsel worden de extra kosten van het vacatureoffensief gefinancierd uit de reguliere CWI begroting. Daarnaast bekijkt CWI momenteel de mogelijkheden om ESF-subsidie aan te vragen voor de uitvoering van het vacatureoffensief.

Betrokkenheid van de daarvoor geselecteerde sectoren is een kritische succesfactor voor het welslagen van het vacatureoffensief en vanuit die sectoren zullen voldoende vacatures bij CWI aangemeld moeten worden. Cruciaal daarvoor is het daadwerkelijk door CWI maximaal implementeren van de gekozen werkmethodiek (een snelle, actieve en intensieve bemiddeling op aangemelde vacatures) In die zin zijn succesvolle vacaturevervullingen het beste instrument voor het ophalen van voldoende vacatures. Binnen deze kaders heeft de RWI zich bereid verklaard in samenspraak met de betreffende sectoren een maximale bijdrage van deze sectoren aan het vacatureoffensief te bewerkstelligen.

In dat kader heeft de RWI op mijn verzoek een Taskforce opgericht onder leiding van de RWI, bestaande uit ondermeer vertegenwoordigers van CWI, mijn Ministerie, sectoren, branches, de uitzendbranche en reïntegratiebedrijven. Deze Taskforce zal functioneren als een aanjaag- en monitorteam, waarin iedere partij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid deelneemt en waarin signalen over de voortgang snel omgezet worden in acties. Dit aanjaagteam maakt daarbij gebruik van de korte lijnen met de achterban.

Het vacatureoffensief wordt ondersteund door een communicatiecampagne. Die zal zich in het bijzonder richten op de betrokken sectoren. Zij vormen in de campagne de belangrijkste doelgroep. Werkgevers kunnen vacatures melden via het landelijke telefoonnummer. De middelen die ingezet worden zijn onder meer: gerichte mailings, advertenties in (vak)media, radiocommercials, een actief persbeleid en specifieke sectornieuwsbrieven. Ook internet zal een belangrijke rol spelen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)