Kamerstuk, 09-05-2003
Aanbieden rapport afzien van kunstmatige toediening vocht/voedsel
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DVVO-ZA-U-2376809
9 mei 2003
In de zomer van 1997 is er in de media veel aandacht geweest voor
versterven, ofwel het al dan niet afzien van het kunstmatig toedienen
van voeding en/of vocht bij met name psycho-geriatrische
verpleeghuisbewoners.
De aanleiding daarvoor was de klacht van familie van een
patiënt/bewoner in verpleeghuis het Blauwbörgje, omdat men aldaar
zonder medeweten van de familie een patiënt bewust zou hebben laten
uitdrogen. Dit leidde tot een publieke discussie, waarbij onder meer
werd gesuggereerd dat versterven zonder medeweten van familie veel
voor zou komen in verpleeghuizen.
Naar aanleiding van deze discussie is door mijn ambtsvoorganger
besloten tot het instellen van een nader onderzoek om te achterhalen
hoe de uitvoeringspraktijk eruit ziet.
Ik ben blij met de algemene conclusie dat die praktijk uitermate
zorgvuldig is gebleken.
Met deze brief bied ik u het onderzoeksrapport Al dan niet afzien van
kunstmatige toediening van vocht en/of voedsel bij psychogeriatrische
verpleeghuispatiënten - besluitvorming, klinisch beloop en kwaliteit
van sterven aan. Het onderzoek is uitgevoerd door de afdelingen
Sociale Geneeskunde en verpleeghuisgeneeskunde van het instituut voor
Extramuraal Geneeskundig Onderzoek van het Vrije Universiteit medisch
centrum in Amsterdam.
Het standpunt ten aanzien van de aanbevelingen uit dit onderzoek zal u
door de missionaire bewindspersoon van VWS worden toegezonden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp