Ingezonden persbericht


Persbericht

Voorburg, 13 mei 2003

Voorstel hypotheekrenteaftrek doodsteek voor woningmarkt

De VVD heeft in de kabinetsonderhandelingen voorgesteld om bij aankoop van een duurder huis de 'winst' van de verkoop van een vorig huis in mindering te brengen op de hypotheek-renteaftrek. Volgens Carel de Reus, scheidend voorzitter van de NEPROM (de vereniging van grote professionele projectontwikkelaars) is het voorstel van de VVD de doodsteek voor de doorstroming op de woningmarkt en gaat dit de overheid op termijn miljarden kosten.

Volgens het jongste voorstel in de kabinetsonderhandelingen moeten mensen die hun huis met winst verkopen en vervolgens een nieuw en duurder huis kopen, die winst in dat nieuwe huis steken. De aftrek van hypotheekrente geldt dan niet voor de volledige waarde van het nieuwe, duurdere huis. De onderhandelaars van CDA, VVD en D66 hebben aan het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd uit te rekenen wat zo'n maatregel oplevert. Vooralsnog gaat men ervan uit dat de maatregel 500 miljoen euro op de overheidsuitgaven kan besparen.

De Reus noemt het voorstel ondoordacht en de doodsteek voor de woningmarkt. "Op dit moment worden jaarlijks slechts zo'n 60.000 nieuwe woningen gebouwd, terwijl dat er eigenlijk gezien de groeiende bevolking ruim 90.000 zouden moeten zijn. Het jongste voorstel zet de nieuwbouwproductie nog verder onder druk. Nu reeds zijn er voor de sociale huurwoningen onacceptabel lange wachtlijsten en komen starters nauwelijks nog aan de bak op de woningmarkt. Het voorstel maakt dit nog veel erger. Daardoor ontkomt het nieuwe kabinet er op termijn niet aan om op grote schaal nieuwe sociale huurwoningen te bouwen, wat de belastingbetaler tienduizenden euro's per woning extra kost. Daarmee wordt de potentiële besparing teniet gedaan door miljarden aan extra kosten."

Het argument van de VVD dat de winst op woningverkoop wordt aangewend voor plezierboten en andere luxe artikelen, is volgens de NEPROM ver bezijden de waarheid. De overwaarde wordt bijna altijd gebruikt om een stap in de wooncarrière te maken. De aankoop van een woning brengt veel extra kosten met zich mee, die al snel 10% à 20% van de koopsom van de nieuwe woning belopen. Vaak zijn - bij bestaande woningen - verbouwingen en aanpassingen noodzakelijk, waarvoor de opbrengst van een vorig huis wordt aangewend. Ook moet de woning opnieuw worden ingericht en zijn tal van andere investeringen noodzakelijk. Het snijden in de hypotheekrenteaftrek zal de verhuisgeneigdheid nog veel verder verslechteren, met desastreuze gevolgen voor de markt van middeldure en goedkopere koop- en huurwoningen. Hierdoor zal de doorstroming geheel tot stilstand komen. Dat heeft ook in andere maatschappelijke sectoren, zoals de arbeidsmarkt en het woon-werkverkeer, grote nadelige gevolgen.

De NEPROM liet onlangs berekenen dat de bouw van elke nieuwe koopwoning de overheid gemid-deld zo'n 90.000 euro aan belastingen oplevert. Het gaat onder andere om vennootschaps-, inkomsten- en overdrachtsbelasting. Door de ruim 30.000 woningen die jaarlijks te weinig worden gebouwd, loopt de staat dus bijna 3 miljard euro aan belastingen mis. Het verder teruglopen van de nieuwbouwproductie door de voorgestelde ingreep gaat de overheid op termijn dus nog veel meer geld kosten. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de hoge kosten die gemoeid zijn met het op grote schaal bijbouwen van sociale huurwoningen. Ook realiseert de politiek zich kennelijk niet welke enorme bijdrage de woningbouw aan het BNP en de werkgelegenheid in Nederland heeft. De Reus roept daarom de politieke partijen op om rust te scheppen op het hypotheekrentefront, teneinde het consumentenvertrouwen - van doorslaggevend belang voor de woningmarkt - niet nog verder het dal in te praten.