Ministerie van Financiën

Antwoorden op vragen van de leden Vendrik en Van Gent (beiden GroenLinks) over een exorbitante stijging van de beloning van de leden van de Raad van Bestuur van de ING-Groep (2020310590)

Vraag 1:Heeft u kennis genomen van de plannen voor een exorbitante stijging van de beloning van de Raad van Bestuur van de ING Groep in de komende drie jaar met ongeveer 60% ?

Vraag 2: Wat is uw oordeel over deze stijging, in het bijzonder over het feit dat de aankondiging van deze stijging samenvalt met de boodschap dat de komende jaren 1000-1500 medewerkers bij de ING Groep worden ontslagen?

Vraag 3: Is dit naar uw mening een voorbeeld van maatschappelijk onverantwoord ondernemen?

Ik heb kennis genomen van de heroverweging van de raad van commissarissen van ING inzake de samenstelling en de hoogte van het bezoldigingspakket van de raad van bestuur van ING, zoals dat uit het hoofdstuk over corporate governance uit het jaarverslag 2002 blijkt. De 60 procent toename van de bezoldiging in de komende drie jaar werd genoemd op de algemene vergadering van aandeelhouders van ING door een vertegenwoordiger van de Vereniging van Effectenbezitters. Dit was geen stelling of mededeling van ING.

Het ligt niet op de weg van het kabinet om een oordeel uit te spreken over de bezoldigingsstructuur van een vennootschap in de marktsector, zeker wanneer het onderzoek voor een nieuw bezoldigingsbeleid door de raad van commissarissen nog niet is afgerond en de Staat geen aandelen houdt in een dergelijke vennootschap. De Staat houdt geen (certificaten van) aandelen ING.

Het kabinet is in zijn algemeenheid van oordeel dat, met het oog op het behoud van evenwichtige sociaal-economische verhoudingen, bij beloningen proportionaliteit en terughoudendheid is geboden, zeker in nationale verhoudingen. Bij de beoordeling van de bezoldiging van bestuurders moet tegelijkertijd rekening worden gehouden met de internationale context waarin het bedrijfsleven opereert en de daarmee samenhangende arbeidsmobiliteit van bestuurders.

Vraag 4: Vormt het feit dat ondernemers aan de top zich niet weten te matigen een zeer ongewenste bijdrage aan het verder verzieken van het sociale klimaat in Nederland?

Het is van groot belang dat alle betrokken partijen zijn doordrongen van de ernst van de huidige economische situatie. Deze situatie vraagt om matiging. In dit verband heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het debat over het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks betreffende de openbaarheid van topinkomens (Kamerstukken II 2001/02, 28 163, nrs. 1-12) van 23 en 24 april 2003 gesproken over de moraal aan de top. Hij heeft toen gezegd: "Als matiging nodig is, begin dan bij uzelf".

Vraag 5: Hoe beoordeelt u de opstelling van de oude commissarissen van de ING Groep, nu zij deze vorm van 'exhibitionistische zelfverrijking' accepteren?

De raad van commissarissen van ING heeft het huidige bezoldigingsbeleid, zoals gezegd, in heroverweging en werkt momenteel aan een nieuw voorstel. De raad van commissarissen zal later dit jaar over de nieuwe bezoldigingsstructuur een definitief besluit nemen.

Vraag 6: Hoe beoordeelt u het feit dat de AVA dit besluit niet heeft willen afkeuren?

Het voorstel van de raad van commissarissen inzake een nieuw te voeren bezoldigingsbeleid bij de ING Groep zal pas tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders in 2004 worden besproken.

Vraag 7: Welke acties gaat u ondernemen om de ING Groep van dit voornemen af te brengen?

Vraag 9: Bent u voornemens een open brief te sturen naar de (nieuwe) commissarissen om uw bezwaren kenbaar te maken en hen ertoe aan te sporen alsnog in te grijpen in deze 'exhibitionistische zelfverrijking'?

Het is niet de taak van de overheid om zich te bemoeien met het interne besluitvormingproces binnen een vennootschap in de marktsector wanneer de Staat geen aandelen houdt in een dergelijke vennootschap. De Staat houdt geen (certificaten van) aandelen ING.

De overheid dient de wettelijke kaders aan te geven waarbinnen de organen die de bezoldiging van bestuurders vaststellen verantwoording afleggen. Deze verantwoording begint met volledige transparantie over de hoogte van de bezoldiging per individuele bestuurder. Dit is inmiddels wettelijk geregeld voor alle zogenoemde open naamloze vennootschappen. Men zie de artikelen 2:383b tot en met 2:383e BW. Voorts zou, wanneer de verantwoording van de raad van commissarissen over de hoogte van de bezoldiging tekortschiet, de algemene vergadering van aandeelhouders de mogelijkheid moeten hebben om de raad van commissarissen naar huis te sturen. Het in de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel betreffende de aanpassing van de structuurregeling (Kamerstukken II, 2001/02, 28 179, nrs. 1-6) voorziet in deze mogelijkheid voor structuurvennootschappen. Tot slot heb ik aan de Tweede Kamer reeds gemeld dat het kabinet een wetsvoorstel in voorbereiding heeft betreffende de goedkeuring van optie- en aandelenregelingen voor bestuurders door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Vraag 8: Gaat u aandeelhouders, waaronder Nederlandse pensioenfondsen, aansporen zich hiertegen (alsnog) te verzetten?

De aandeelhouders van ING zullen het voorstel voor het nieuwe bezoldigingsbeleid zelf op zijn merites moeten beoordelen. Zowel mijn ambtsvoorganger als ikzelf hebben in algemene zin aandeelhouders, en met name institutionele beleggers, opgeroepen deel te nemen aan de besluitvorming op de algemene vergadering van aandeelhouders van beursgenoteerde vennootschappen. Zie daarvoor de speeches van de Minister van Financiën op 9 januari 2002 en 18 december 2002 (te vinden op www.minfin.nl).

Vraag 10: Bent U voornemens VNO/NCW hard aan te spreken op het feit dat opnieuw een van haar leden de afspraken uit het Najaarsakkoord aan haar laars lapt?

Vraag 11: Is VNO/NCW op het punt van de gematigde loonkostenontwikkeling nog een geloofwaardige gesprekspartner in het kader van een nieuw sociaal akkoord?

In het eerdergenoemde debat over het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks betreffende de openbaarheid van topinkomens heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesteld dat de solidariteit in het geding is en dat alle partijen er belang bij hebben om het afgelopen Najaarsakkoord na te leven op zijn verschillende onderdelen. Ook heeft hij VNO-NCW en andere werkgeversorganisaties nogmaals opgeroepen publiekelijk kleur te bekennen over de morele aspecten van het debat over topinkomens.

Vraag 12: Wanneer zal u een plan voor een nieuw toptarief voor de inkomstenbelasting bekend maken nu blijkt dat topondernemers ondanks grote maatschappelijke en politieke weerstand hun eigen salarissen opnieuw zeer fors verhogen?

Het kabinet is niet voornemens om het toptarief voor de inkomstenbelasting te verhogen. In de huidige systematiek wordt door het progressieve tarief al rekening gehouden met de grotere draagkracht bij hoge inkomens. Voorts moet bedacht worden dat een generieke maatregel als het wijzigen van het toptarief in de inkomstenbelasting meer belastingplichtigen zal treffen dan de specifieke groep topondernemers, waardoor er in dit geval niet beoogde neveneffecten optreden.