Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Zesde jaarreportage Luchtverdedigings-. en Commandofregatten

13-05-2003

Hierbij bied ik u de zesde jaarrapportage aan van het project luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF). De rapportage betreft het jaar 2002. De indeling is gelijk aan die van vorige jaren.

Informatie over het projectbudget wordt u, zoals gebruikelijk, met een afzonderlijke commercieel-vertrouwelijke brief gelijktijdig aangeboden.

Het project luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF) behelst de bouw van vier luchtverdedigings- en commandofregatten voor de Koninklijke marine, inclusief daarbij behorende sensor-, wapen- en commando (sewaco)-systemen, de platformsystemen en de boordreservedelen. De vier schepen vervangen de beide Tromp-klasse geleidewapenfregatten en twee standaardfregatten van de Kortenaer-klasse. De projectbeschrijving en de projectorganisatie zijn ongewijzigd en komen overeen met de basisbeschrijving.

De indeling van deze zesde jaarrapportage is nagenoeg gelijk aan die van de vorige jaarrapportages. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op het luchtverdedigingssysteem, de overige Sewaco-systemen, het platform en de platformsystemen en de proeftocht van LCF-2. Tenslotte komen de risico´s, de planning en de financiën aan de orde.

Het luchtverdedigingssysteem Zoals in de basisbeschrijving is uiteengezet wordt de kern van het geïntegreerde luchtverdedigingssysteem van de fregatten gevormd door het Local area missile system (Lams) bestaande uit de Active phased array radar (Apar), het lange afstand infrarood zoek- en volgsysteem Sirius en het korte afstand geleide wapen Evolved sea sparrow missile(Essm). De fregatten krijgen beschikking over de Smart-L radar voor de tijdige waarschuwing tegen luchtdreiging op lange afstand en over het Amerikaanse Standard missile 2 (SM-2) voor inzet tegen luchtdoelen op middellange afstand. Met het Vertical launching system Mk41 kunnen zowel SM-2 als Essm-projectielen worden gelanceerd. Ten slotte wordt er een Quad pack canister ontwikkeld, die het mogelijk maakt in één cel van het verticale lanceersysteem Mk41 vier Essm-projectielen te plaatsen. De opbouw van het luchtverdedigingssysteem en de keuze van de deelsystemen zijn sinds de basisbeschrijving niet gewijzigd.

De stand van zaken bij de onderdelen van het luchtverdedigingsysteem is als volgt.

Active phased array radar (Apar) In de eerste helft van 2002 hebben op LCF-1 met succes zeegaande beproevingen plaatsgehad met het eerste aan Nederland geleverde Apar-systeem. LCF-2, het tweede schip van de klasse, heeft begin 2002 het Apar-systeem aan boord gekregen en heeft er eind 2002 beproevingen mee uitgevoerd. Deze beproevingen hebben de goede werking van het Apar-systeem verder aangetoond. De installering en beproeving van Apar-systemen aan boord van de overige LCF´n verloopt volgens schema. In 2003 en 2004 zal het Apar-systeem in samenhang met de andere delen van het luchtverdedigingssysteem en het informatieverwerkend systeem verder worden beproefd.

Long range infrared search and tracking system (LR-IRST) Sirius. De systeembeproevingen van Sirius op de testsite van de firma Thales, waarvan in de vorige jaarrapportage ook al sprake was, zijn gecontinueerd in 2002. Enige vertraging is ontstaan als gevolg van problemen met commercial off the shelf software die gebruikt wordt om de signaalprocessor te ontwikkelen. Deze problemen zijn opgelost. Daarnaast heeft verdere integratie plaatsgevonden van het informatieverwerkende deel van Sirius met het sensordeel van het systeem. Op de land based test site (Lbts) in Den Helder is november 2002 begonnen met de koudweerbeproevingen van Sirius, die tot in 2003 zullen duren. In de tweede helft van 2003 zullen met het Engineering demonstration model van dit systeem afrondende beproevingen plaatsvinden aan boord van een Canadees fregat.

Bij het uitbrengen van de vorige jaarrapportage was voorzien dat het productiecontract begin 2003 zou kunnen worden gesloten. De hierboven genoemde technische problemen hebben tot een bijgestelde planning geleid. De planning is daarnaast in belangrijke mate beïnvloed door het streven naar coördinatie van de verwervingsvoorbereiding met Canada. Er zijn nog besprekingen gaande om de tijdstippen van productievoorbereiding en van productie zodanig te coördineren dat de maximale voordelen van samenwerking kunnen worden behaald. Naar het zich nu laat aanzien zal dit ertoe leiden dat de levering van de Siriussystemen vanaf 2006 geschiedt, twee jaar later dan aanvankelijk voorzien. De integratie van Sirius zal dan in een latere fase van de hardware/software integratie moeten worden uitgevoerd. Naar verwachting zal de hardware/software integratie van het gehele luchtverdedigingssysteem hiervan weinig hinder ondervinden. De D-brief over de verwervingsvoorbereiding van Sirius zal volgens planning in de tweede helft van 2004 worden aangeboden.

Evolved sea sparrow missile (Essm). De ontwikkeling van Essm, inclusief de aanpassingen die nodig zijn om het Essm te laten samenwerken met Apar, is voltooid. In het najaar 2003 zijn lanceringen gepland vanaf LCF-1, waarmee het Essm als geïntegreerd onderdeel van het luchtverdedigingssysteem technisch zal worden beproefd.

Smart-L. De zeegaande beproevingen met de Smart-L op zowel LCF-1 als LCF-2 zijn succesvol beëindigd. In 2003 zal het beproevingsprogramma voor Smart-L als onderdeel van het luchtverdedigingssysteem worden vervolgd.

Vertical launching system Mk 41 Inmiddels zijn de verticale lanceersystemen geïnstalleerd aan boord van LCF-1, LCF-2 en LCF-3.

Standard missile 2 (SM-2). De aanpassingen aan SM-2, die nodig zijn om de samenwerking met Apar mogelijk te maken, zijn voltooid. In het najaar van 2003 zijn lanceringen gepland vanaf LCF-1 waarbij het SM-2 als geïntegreerd onderdeel van het luchtverdedigingssysteem technisch zal worden beproefd.

Anti air warfare (AAW) segment. De ontwikkeling van het AAW-segment behelst de integratie van de bovengenoemde onderdelen van het luchtverdedigingssysteem tot één systeem, alsmede het testen hiervan. In de periode tussen de oplevering van LCF-1 in 2002 en het operationeel verklaren van het eerste LCF in 2005 is deze integratie binnen het project een hoofdaandachtspunt. De voortgang van de integratie van de onderdelen van het luchtverdedigingssysteem is te zien in het ontwikkelings- en beproevingstraject. Er zijn in dit traject drie belangrijke mijlpalen: het stapsgewijs kwalificeren van de vuurleidingsoftware aan de hand van een test- en kwalificatieprogramma, het uitvoeren van lanceringen in een simpel scenario en het uitvoeren van lanceringen in een meer complex scenario, waarmee de uiteindelijke prestaties van het geïntegreerde luchtverdedigingssysteem worden aangetoond.

De stand van zaken over het integratietraject is als volgt. In het jaar 2002 zijn de integratietesten en beproevingen op de land based test site gecontinueerd. Hierbij is gebruik gemaakt van simulatie-technieken waarmee lanceringen van Essm en SM-2 tot in detail worden nagebootst. Tot nu toe zijn de resultaten goed. De laatste bouwsteen voor de integratie van het luchtverdedigingssysteem is in de tweede helft van 2002 geleverd en betreft de initiële vuurleidingsoftware van een onderleverancier van de firma Thales. Deze software is op de land based test site geïnstalleerd. Alhoewel het merendeel van de testen tot nu toe succesvol is verlopen, is het wel nodig gebleken om enige onvolkomenheden te herstellen en de noodzakelijke hertesten uit te voeren. Begin 2003 wordt de software ook getest aan boord van een Duits F124-fregat, dat volgens planning eind 2003 de eerste lanceringen vanaf dat scheepstype, de first of class firings, zal uitvoeren. Het betreft lanceringen met Essm en SM-2. Het eerste deel van de first of class firings voor het LCF is gepland voor het najaar van 2003. Een verbeterde versie van de vuurleidingssoftware wordt medio 2004 verwacht. De first of class firings zullen worden voltooid wanneer in de tweede helft van 2004 vanaf het LCF lanceringen in een meer complex scenario worden uitgevoerd.

De overige sewaco-systemen Dit betreft de overige sewaco-systemen die aan boord van de schepen worden geïnstalleerd. Het gaat hierbij onder meer om het 127 mm kanon, het elektronische oorlogsvoeringsysteem, het communicatiesysteem, de sonar, het Goalkeeper-kanon, de computers en de subsystemen en operator consoles van het informatieverwerkend systeem.

De productie van de diverse reeds bestelde systemen verloopt volgens plan en komt overeen met het bouwschema van de schepen. In de periode van maart tot juni 2002 zijn deze sewaco-systemen aan boord van LCF-2 geplaatst en voor het grootste deel in bedrijf gesteld. Daarnaast is ook de initiële software van het informatieverwerkend systeem geïnstalleerd. In de rapportageperiode is ook een aantal contracten gesloten voor de levering van boord- en walreservedelen van de sewaco-systemen.

Zoals vermeld in de basisbeschrijving en de vorige rapportages zijn LCF-1 en LCF-2 in eerste instantie beschikbaar voor de integratie van hardware en software en in tweede instantie voor de technische en operationele evaluatie.

Inmiddels heeft LCF-1 diverse sewaco-proeftochten uitgevoerd, onder andere om delen van de software van het informatieverwerkend systeem te beproeven. Zo zijn de navigatieradars, de Smart-L en een belangrijk deel van het communicatiesysteem als geïntegreerd onderdeel van het informatieverwerkend systeem getest. Daarnaast is de met deze radars samenhangende beeldopbouwfunctie alsmede de electronische zeekaartfunctie van het informatieverwerkend systeem getest. Deze beproevingen zijn succesvol beëindigd. Tijdens toekomstige sewaco-proeftochten zal de integratie van de diverse sewaco-systemen in het informatieverwerkend systeem verder worden beproefd.

Het platform en de platformsystemen Bij de KSG is in het rapportagejaar volgens plan gewerkt aan de bouw van de platformen en de verwerving van de platformsystemen. Eind 2002 was één LCF opgeleverd en aan de Koninklijke marine overgedragen terwijl drie LCF´n in aanbouw waren.

De proeftocht van de Tromp Van 14 oktober tot 15 november 2002 heeft LCF-2, de Tromp, het eerste deel van een beproevingsprogramma uitgevoerd dat tot doel had om vast te stellen of het platform en de platforminstallaties in goede staat van werking verkeren, overeenkomstig de eisen van het bouwbestek en het bouwcontract. Daarnaast is een aantal sewaco-installaties getest. Deze zogenoemde platformproeftocht is naar volle tevredenheid verlopen.

Zoals in de vorige jaarrapportage gemeld, bleek tijdens de platformproeftocht van LCF-1 dat de schroefasuithouders niet voldeden. De oorzaak was een productiefout van een onderleverancier van de KSG. Op LCF-2 zijn inmiddels verbeterde schroefasuithouders geplaatst. Deze blijken te voldoen en hebben een goed geluids- en trillingsprofiel. De KSG zal bij het garantieonderhoud van LCF-1 zorgdragen voor montage van de verbeterde schroefasuithouders. LCF-3 en LCF-4 zullen in het reguliere bouwproces met de verbeterde schroefasuithouders worden uitgerust.

De onderwatergeluidsignatuur bleek op onderdelen niet te voldoen aan de gestelde eisen. De geluidsbronnen zijn geïdentificeerd en oplossingen om het geluidsniveau terug te brengen zijn voor handen. Naar verwachting zal het schip begin 2003 voldoen aan de gestelde eisen op het gebied van onderwatergeluidsignatuur.

Tijdens de proeftocht is gebruik gemaakt van de voltooide versie van het bedienings- en bewakingsdeel van de platformautomatisering, het Integrated monitoring and control system (IMCS). Dit deel van het IMCS is goed bruikbaar gebleken. Van het IMCS-deel dat betrekking heeft op de adviesfunctie en de on board training functie stond een voorlopige versie ter beschikking. Dit deel zal naar verwachting in de eerste helft van 2003 worden voltooid. De stabiliteit van het IMCS als geheel is verbeterd ten opzichte van de vorige versie.

Risicos De risico´s hebben vooral betrekking op de delen van het project waarvan de ontwikkeling en/of de beproeving nog niet geheel is voltooid. Deze risico´s kunnen mogelijk consequenties hebben voor één of meer van de drie projectdimensies product, tijd en geld. Gelet op de eerder in deze rapportage genoemde stand van zaken kunnen de volgende risicogebieden worden onderkend.

-het AAW-segment -Sirius

Belangrijke mijlpalen voor het AAW-segment en met name de vuurleidingsoftware zijn het leveren van een verbeterde versie van deze software en het uitvoeren van de first of class firings. Voor Sirius zijn belangrijke mijlpalen het beëindigen van beproevingen, de coördinatie met Canada over de verwerving en het aanvangen met de productievoorbereiding en de productie. De latere levering van Sirius heeft tot gevolg dat ook de integratie van Sirius later zal worden voltooid. Dit heeft geen consequenties voor de verdere hardware/software integratie.

Planning LCF-1 Hr. Ms. De Zeven Provinciën is op 25 februari 2002 aan de Koninklijke marine overgedragen en op 26 april 2002 in dienst gesteld.

LCF-2 Het tweede LCF, Hr.Ms. Tromp heeft van 14 oktober tot en met 15 november 2002 de platformproeftocht doorlopen. Begin 2003 zullen koudweerbeproevingen plaatsvinden, inmiddels is op 14 maart 2003 het schip aan de Koninklijke marine overgedragen en in dienst gesteld.

LCF-3 Het derde LCF, de De Ruyter is op 13 april 2002 gedoopt. Het schip zal eind september 2003 naar zee vertrekken voor de platformproeftocht.

LCF-4 De bouw van het vierde LCF, de Evertsen, ligt op schema. Op 19 april 2003 is ook dit schip gedoopt.

Volgens planning zal het eerste LCF in 2005 operationeel inzetbaar zijn.

Financiën Het samengestelde projectbudget bedraagt per 1 januari 2003 1.552,4 miljoen voor nieuwbouw en 35,6 miljoen voor de walreservedelen (beide prijspeil 2002). De verandering ten opzichte van het budget in de jaarrapportage over 2001 is het gevolg van gedeeltelijke prijspeilaanpassingen en koerscorrecties van vreemde valuta.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

C. van der Knaap