European Commission

IP/03/675

Brussel, 13 mei 2003

Zevende verslag van de Commissie over de scheepsbouw legt nadruk op problematische marktsituatie

De moeilijkheden in de mondiale scheepsbouw nemen toe, zoals blijkt uit een verdere daling van het aantal orders voor nieuwe schepen in de grote scheepsbouwregio's in 2002, zegt de Europese Commissie in haar zevende verslag aan de Raad over de situatie in de mondiale scheepsbouwsector(1)
. In dit verslag, dat aansluit op de analyse die de Commissie in 2002 van de scheepsbouwmarkt heeft gemaakt, wordt de traagheid van de markt geweten aan een overaanbod in het verleden, een wereldwijd kwakkelende economie, de gevolgen van 11 september en de politieke onzekerheid in het Midden-Oosten. Vooral de belangrijkste marktsegmenten voor de scheepswerven in de EU kenden een negatieve ontwikkeling. Het aantal bij de producenten in de EU binnengekomen orders was in 2002 meer dan 50% lager dan in 2001 en zelfs meer dan 70% lager dan in 2000. Dit heeft tot gevolg dat de werven nu snel zonder werk komen te zitten en er al sprake is van faillissementen en ontslagen. Het marktaandeel van de scheepswerven in de EU is gedaald van 19% in 2000 en 13% in 2001 naar 7% in 2002.

Erkki Liikanen, het lid zijn van de Commissie voor Ondernemingen, zei: "Wanneer we naar het totale beeld voor 2002 kijken, moeten we vaststellen dat de situatie op de mondiale scheepsbouwmarkt niet is verbeterd. Het laatste verslag laat zien dat er de afgelopen twee jaar sprake was van een productievermindering en bevestigt eens te meer dat de moeilijkheden voor de scheepswerven in de EU als gevolg van oneerlijke handelspraktijken kritisch beginnen te worden. De Commissie, die al actie heeft ondernomen om de scheepsbouw in de EU tegen oneerlijke concurrentie te verdedigen, zal samen met de industrie haar inspanningen in het kader van het LeaderSHIP 2015-initiatief voortzetten, teneinde het concurrentievermogen van de scheepswerven in de EU te vergroten."

LeaderSHIP 2015 werd in januari 2003 opgezet door een adviesgroep op hoog niveau. Een uitgebreid strategieplan dat thans door vertegenwoordigers van de industrie en de Commissie wordt uitgewerkt, zal in juli door de adviesgroep worden bestudeerd, zodat voor het eind van het jaar eerste concrete, effectieve maatregelen kunnen worden genomen.

In dit verslag van de Commissie valt te lezen dat het aantal orders voor nieuwe schepen in 2002 mondiaal gezien 12% onder het aantal voor 2001 lag, en dat het aantal orders tussen 2000 en 2001 ook al met 20% was gedaald. De situatie is het slechtst voor container- en cruiseschepen, maar de vraag is ook gedaald voor olie- en LNG-tankers (voor vloeibaar aardgas).

De vraag is alleen toegenomen voor productentankers, aangezien er schepen moeten worden vervangen als gevolg van de nieuwe EU-wetgeving inzake maritieme veiligheid, en voor bulkschepen, door nieuwe ontwerpvoorschriften en de binnenlandse vraag in Japan en China.

De prijzen voor schepen zijn in 2002 opnieuw gekelderd en liggen nu dicht bij het niveau van 1989. De werven in Zuid-Korea hebben de prijzen in hun offertes verder verlaagd, hoewel alle belangrijke kostenfactoren zijn gestegen en de Koreaanse valuta duurder is geworden, om zo nieuwe vraag aan te trekken en te kunnen concurreren met China. De Koreaanse werven moeten zich in toenemende mate richten op de beschikbare vraag naar ruwe-olietankers en tankers voor olieproducten, hoewel eerder werd gezegd dat deze marktsegmenten voor de Koreaanse scheepsbouwers niet langer attractief zijn door de geringe waarde van de schepen en omdat hun concurrentiepositie door hogere kosten geleidelijkaan verslechtert.

Gedetailleerd kostenonderzoek van de Commissie naar bij Zuid-Koreaanse werven geplaatste orders bevestigt de bevindingen uit eerdere verslagen, namelijk dat er schepen worden aangeboden tegen prijzen die de productiekosten niet volledig dekken. Met name wordt geen rekening gehouden met de inflatie en met financieringskosten. Uit het onderzoek blijkt dat de kloof tussen de offerteprijzen en de berekende normale prijs weer toeneemt.

Achtergrond

Krachtens Verordening 1540/98 van de Raad, waarbij strengere regels voor steun aan de scheepsbouw werden vastgesteld, moeten de Commissie verslag uitbrengen over de marktsituatie voor de mondiale scheepsbouw. In deze verslagen wordt een analyse gemaakt van de laatste ontwikkelingen en worden de resultaten van ondernomen acties geëvalueerd.

In juni 2002 nam de Raad een besluit over de wijze waarop de concurrentievervalsing op de scheepsbouwmarkt moest worden bestreden. Korea kreeg nog een kans om voor 30 september 2002 een bilaterale overeenkomst sluiten. De ministers waren het erover eens dat wanneer zo'n overeenkomst niet tot stand zou komen, dit automatisch een handelsklacht bij de WTO en een machtiging - via het tijdelijk defensief mechanisme - voor rechtstreekse steun ter hoogte van maximaal 6% aan EU-scheepswerven voor de bouw van maximaal drie scheepstypen tot gevolg zou hebben. Het gaat hierbij om containerschepen, bepaalde gespecialiseerde tankers en LNG-tankers. Voor dit laatste type is evenwel eerst bevestiging nodig via een bijgewerkt onderzoek in het kader van de verordening inzake handelsbelemmeringen.

Overeenkomstig het besluit van de Raad heeft de Commissie het gesprek met Korea weer opgenomen. De besprekingen leidden in oktober 2002 niet tot resultaat, terwijl er ook geen aanwijzing was de standpunten dichter bij elkaar kwamen te liggen. Van Koreaanse zijde werden de beginselen in het "Goedgekeurd verslag" van juni 2000 niet bevestigd, met name niet waar het erom ging ervoor te zorgen dat de Koreaanse werven de prijzen van de schepen op een niveau brengen waarbij rekening wordt gehouden met alle kostenfactoren.

Op 21 oktober 2002 werd bij de WTO een verzoek ingediend om het geschil te slechten, terwijl in de EU nu rechtstreeks steun aan scheepswerven kan worden gegeven overeenkomstig Verordening 1177/2002, het zogenaamde tijdelijk defensief mechanisme.

Zie voor nadere informatie:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/maritime/shipbuilding_market/inde x.htm

IP/02/1661

(1)
Zevende verslag over de situatie in de mondiale scheepsbouwsector COM(2003) 232 def.