Ministerie van Buitenlandse Zaken

Persbericht

Ministerie van Buitenlandse Zaken

13 mei 2003

Minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer en zijn Franse ambtgenoot Dominique de Villepin hebben vandaag, 13 mei, in Parijs de Nederlands-Franse Samenwerkingsraad geïnaugureerd. De Raad, die door beide ministers wordt voorgezeten, bestaat uit prominente Nederlanders en Fransen, die affiniteit hebben met de betrekkingen tussen beide landen op politiek, economisch, cultureel, journalistiek en wetenschappelijk terrein.

Van Nederlandse kant zitten o.a. de Nederlandse ambassadeur, de voormalig minister Van den Broek, Kleisterlee (Philips), Möller (Euronext), Koenders (lid Tweede Kamer), Freriks (journalist), van Brakel (cineast), Duparc (Mauritshuis), Van Buuren (universiteit van Utrecht) en Ornstein (journalist) in de Raad. De Nederlandse vice-voorzitter is prof. Wesseling, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Leiden.

De Raad zal op de verschillende genoemde terreinen activiteiten ontplooien en een forum bieden voor bilaterale gedachtenuitwisseling op deze gebieden.

Beide ministers hebben de inauguratie van de Nederlands-Franse samenwerkingsraad aangegrepen om ook de samenwerking tussen Nederland en Frankrijk op politiek gebied te versterken. Een aantal initiatieven is in dit opzicht genomen.

Met betrekking tot het Grote Meren-gebied in Afrika zullen de ministers zich inzetten voor de oprichting van een Club des Grands-Lacs waarbinnen een discussie over de toekomst van deze regio moet plaatsvinden tussen gouvernementele en niet-gouvernementele partners, zowel uit de regio zelf als uit de internationale gemeenschap.

Beide ministers wensen een grotere samenhang tussen de verschillende terreinen van de internationale politiek ­ zoals ontwikkelingssamenwerking, economie en defensie in de betrekkingen tussen de EU en Afrika. Daarbij onderschrijven zij tevens het belang van het door president Chirac genomen initiatief voor een moratorium op de subsidies op de export van producten uit geïndustrialiseerde landen naar Afrika.

Met het oog op het toenemend aantal conflicten met een destabiliserende werking op landen en regio's in Afrika, zijn de ministers het erover eens dat de analysecapaciteit van de Europese Unie moet worden versterkt. Dit zou moeten leiden tot een beter beleid op dit terrein en tot een versterking van het vermogen van de Afrikaanse landen om conflicten te voorkomen en op te lossen.

Het is van cruciaal belang dat er een beter begrip ontstaat van de rol van de islam in Afrika. Frankrijk en Nederland hebben daarom besloten in de eerste helft van 2004, in samenwerking met gespecialiseerde onderzoeksinstellingen in beide landen, een seminar te organiseren over de relatie tussen staat en religie, met name de islam, in zwart Afrika.

Een ander voorbeeld van vruchtbare Frans-Nederlandse samenwerking is te vinden binnen de OVSE. Op initiatief van beide landen wordt op 27 en 28 mei a.s. in Wenen een workshop over het omvangrijke probleem van de overtollige munitievoorraden georganiseerd. Mede op basis van de uitkomsten van deze workshop willen Nederland en Frankrijk voor het einde van dit jaar komen tot een duidelijk omschreven rol voor de OVSE bij het uit de wereld helpen van de vaak gevaarlijke voorraden overtollige munitie in de OVSE-landen.

Het aanpakken van de militaire tekortkomingen van de EU-landen is en blijft een van de belangrijkste doelen van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid. Om de concrete voortgang in een jaar zichtbaar te maken stellen Nederland en Frankrijk voor dat in de verslagen van de najaarsbijeenkomsten van de Europese Raad inzicht wordt gegeven in de verwerving van militair materieel ­ relevant in Europees kader - in de lidstaten dat jaar.

Frankrijk en Nederland zullen gezamenlijk de gedachte van een versterkte Europese non-proliferatiestrategie uitwerken, waarbij ondermeer duidelijker voorwaarden op het gebied van non-proliferatie door de EU zullen worden gesteld in de relaties met derde landen.

Ook op mensenrechtengebied versterken Nederland en Frankrijk hun samenwerking. Gezamenlijke missies en intensievere consultaties worden overwogen.

Tijdens het bezoek van minister De Hoop Scheffer bevond zich ook een aantal hoge ambtenaren van verschillende Nederlandse ministeries voor bilateraal overleg in Parijs. Ook op deze wijze werd invulling gegeven aan het voornemen de betrekkingen met Frankrijk verder te intensiveren.