Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)


Onderzoek ROVER: Kernprestaties NS afgelopen winter verslechterd

Onderzoek van reizigersvereniging ROVER naar punctualiteit, aansluitingen, uitval en informatievoorziening wijst uit dat de kernprestaties van NS afgelopen winter zijn verslechterd. De verbetering in de punctualiteit die sinds najaar 2001 was te constateren is afgelopen winter tot stilstand gekomen. Daarbij nam de ongeplande uitval en het percentage gemiste aansluitingen enorm toe. De geboden kwaliteit aan reizigers was afgelopen winter dus behoorlijk laag: ruim een kwart van de treinen was te laat, 4,8% van de treinen viel uit en bijna een kwart van de aansluitingen werd niet gehaald. Op het gebied van de informatievoorziening laat NS nog veel steken vallen, al lijkt het op bepaalde punten wel iets beter te gaan.

Reizigersvereniging ROVER heeft in de maanden oktober, december en februari tijdens de spitsuren weer onderzoek verricht op zeven belangrijke knooppuntstations van NS. Uit dit onderzoek blijkt dat afgelopen winter meer dan een kwart van de treinen vertraging had bij aankomst. Ten opzichte van winter 2001/2002 en de zomer die daarop volgde is dit een verslechtering. Na een periode van verbetering in de punctualiteit lijkt het tij nu dus weer ten negatieve gekeerd.

De cijfers over de uitval van treinen en het al dan niet halen van belangrijke aansluitingen tonen aan dat de vertraging van reizigers afgelopen winter nog hoger lag dan de vertraging van treinen. Wanneer een trein uitvalt of een aansluiting wordt gemist moeten reizigers wachten op de volgende trein, wat al gauw een vertraging van een half uur of meer betekent.
Van het totaal aantal treinen dat afgelopen winter had moeten vertrekken viel 4,8% uit. Dat is in vergelijking met eerdere onderzoeken ongekend veel. Nog niet eerder was het percentage ongepland uitgevallen treinen zo hoog. Van de belangrijke aansluitingen werd tijdens de waarnemingen 24% gemist. Dat is eveneens het hoogste percentage ooit. Bij de start van dit onderzoeksproject in 1997 lag het nog op 'slechts' 7%. Dat is dus bijna een verdrievoudiging in zes jaar. Vooral in Utrecht en Amsterdam werden veel aansluitingen gemist.

Op het gebied van informatievoorziening aan reizigers valt te constateren dat de kwaliteit van de informatievoorziening door middel van CTA's op de zeven onderzochte knooppuntstations nog steeds goed is (95% 'goed'). Met de bestemmingsaanduiding op de treinen is het minder goed gesteld: op iets minder dan éénderde van de vertrekkende treinen konden reizigers niet aflezen wat de juiste eindbestemming van de betreffende trein was. Overigens was de score afgelopen winter met 'slechts' 16% fout ingestelde koersaanduidingen wel beter dan in de voorgaande onderzoeken. Opvallend is dat de koersaanduiding op vertrekkende treinen vanaf een beginstation veel vaker fout is weergegeven dan op doorgaande treinen. Op de onderzochte stations was bij 80% van de treinen vlak voor vertrek personeel zichtbaar aanwezig.

De kwaliteit van informatievoorziening via de stationsomroep was op de onderzochte stations slecht: in slechts 46% van de gevallen waarin volgens de normen van ROVER moest worden omgeroepen werd de beoordeling 'goed' gegeven aan de omroepberichten. Overigens is de score wel beter dan in zomer 2002 en winter 2001/2002. Vooral in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven werd slecht omgeroepen. Meer over het rapport

Amersfoort, 13 mei 2003

---