Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
d.d. 4 april 2003 SV/F&W/03/29722
nr. 2020309800
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Verburg van Van 13 mei 2003
Vroonhoven-Kok
Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, de antwoorden op de vragen
van de leden Verburg en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) over de heffing van premies voor
de werknemersverzekeringen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
2020309800
Vragen van de leden Verburg en Van Vroonhoven-Kok (beiden CDA) aan de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën over de heffing van
premies voor werknemersverzekeringen. (Ingezonden 3 april 2003)
1
Hebt u kennisgenomen van de column van prof. dr. L. Stevens in Elsevier van 22 maart jl. over de
gebrekkige coördinatie bij de heffing van de premies voor de werknemersverzekeringen enerzijds
en van de loonbelasting anderzijds?
Antwoord op vraag 1.
Ja.
2
Kan het voorkomen dat personen worden aangemerkt als fictieve werknemers en daardoor
behalve loonbelasting - ook sociale verzekeringspremies moeten afdragen, terwijl daar geen
uitkeringsrechten tegenover staan?
Antwoord op vraag 2.
Nee. Als nevenwerkzaamheden worden verricht in het kader van een (echte of fictieve)
dienstbetrekking, dan worden deze werkzaamheden betrokken bij een eventuele uitkering op
grond van de ZW, de WAO of de WW. De verdiensten uit verzekerde nevenactiviteiten tellen
voor de WAO mee bij de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het (gemiddelde)
aantal uren dat is gemoeid met deze activiteiten bepaalt voor de WW mede de omvang van de
werkloosheid, het arbeidsurenverlies.
Bij de vaststelling van het uitkeringsdagloon worden verdiensten uit verzekerde nevenactiviteiten
eveneens meegenomen. Hiervoor geldt wel een maximum. Vanaf 1 januari 2003 bedraagt het
maximumdagloon 165,63. Hier staat tegenover dat ook over maximaal 165 per dag premies
zijn verschuldigd. Als de verdiensten uit gelijktijdig uitgeoefende dienstbetrekkingen (b.v. een
hoofddienstbetrekking en nevenactiviteiten) gezamenlijk meer bedragen dan het maximum
premieloon, dan wordt veelal een te hoog bedrag aan premies vastgesteld. De werknemer of de
werkgever kan in dat geval het UWV verzoeken om herziening van de vaststelling van de
verschuldigde premies. Na een herziening van de premievaststelling restitueert het UWV het teveel
betaalde aan de werkgevers. De werknemer kan zijn deel van de gerestitueerde premies via de
werkgevers terug ontvangen.
3
Acht u het in het kader van de verzekeringsgedachte niet noodzakelijk dat tegenover de
betaalde premies werknemersverzekeringen ook het potentiële recht op een uitkering staat?
Antwoord op vraag 3.
Ik acht het in het kader van de verzekeringsgedachte wenselijk dat de status van een arbeidsrelatie
(wel of geen dienstbetrekking) bij de premieheffing op dezelfde wijze wordt beoordeeld als bij de
---
beoordeling van uitkeringsaanspraken. De huidige regelgeving en uitvoering zijn hiermee in
overeenstemming.
4
Welke concrete stappen zult u nemen om aan de bovenbedoelde gang van zaken een einde te
maken?
Antwoord op vraag 4
Zoals blijkt uit het antwoord op de vragen 2 en 3 is er geen aanleiding om een
nevendienstbetrekking voor de loon- en premieheffing anders te behandelen dan een
hoofddienstbetrekking. Professor Stevens stelt in zijn column eveneens de voortgang van de
coördinatie tussen de uitvoering van de Wet op de loonbelasting 1964 en de uitvoering van de
werknemersverzekeringen aan de orde. Om de eenheid van beleid met betrekking tot loon- en
premieheffing zoveel mogelijk te borgen stemmen de Belastingdienst en het UWV op dit moment
hun uitvoeringsbesluiten af. In dit kader hebben deze uitvoeringsorganisaties recent een gezamenlijk
beoordelingskader voor arbeidsrelaties opgesteld.
Een betere afstemming tussen de Belastingdienst en het UWV wordt bevorderd door de
voorgenomen verdergaande samenwerking van deze organisaties in het kader van SUB.
Ik heb u op 10 december 2002 geïnformeerd over het voornemen om de premieheffing en -inning
van de werknemersverzekeringen door de Belastingdienst uit te laten voeren1. Daarnaast bestaat
het voornemen om premiezaken met de loonheffing onder dezelfde rechtsgang te brengen.
1 Kamerstukken II, vergaderjaar 2002-2003, 28 219, nr. 6.