Commissariaat voor de Media

Hilversum, 13 mei 2003

Commissariaat voor de Media bepleit wettelijke grenzen mediaconcentratie, meer ruimte voor cross-ownership en maatregelen voor verbetering van lokale en regionale pluriformiteit

Vandaag presenteert Inge Brakman commissaris van het Commissariaat voor de Media het tweede rapport "Mediaconcentratie in beeld" aan Staatssecretaris Van Leeuwen. Het rapport geeft een overzicht van mediaconcentratie bij de sectoren geschreven pers, radio, televisie, een analyse van de kabelsector en een analyse van de informatievoorziening via internet over het jaar 2002.

Drie aanbieders per sector

Uit de monitor blijkt dat de media sterk geconcentreerd zijn. De "wet van drie" handhaaft zich in de dagblad- televisie- en kabelsector: in elk van de sectoren zijn drie aanbieders dominant met een totaal marktaandeel van tussen de tachtig en negentig procent. De horizontale concentratie bij dagbladen, televisie en kabel heeft haar grenzen bereikt. Een verdere concentratie is ongewenst. De aanbieders worden internationaler. Dit geldt voor commerciële televisie, de belangrijkste commerciële radiozender, publieks- en vakbladensector en producenten. Er is een toenemende tendens naar diagonale concentratie (cross-ownership), waarbij uitgevers van dagbladen of tijdschriften ook commerciële omroep bedrijven.

Veel titels, zenders en websites

Er is een groot aanbod aan kranten, radio- en televisiezenders en nieuwssites op internet. Bij de dagbladen loopt het aantal titels van de regionale en lokale pers terug. Het aantal radiozenders stabiliseert en het aantal buitenlandse televisiezenders neemt toe.

Pluriformiteit regionaal

De functie die kranten, regionale dagbladen en nieuwsbladen, voor de lokale nieuwsvoorziening van oudsher hadden loopt terug door vermindering van titels en schaalvergroting. Deze functie wordt (nog) nauwelijks overgenomen door de audiovisuele media. In 2002 zijn wederom drie regionale titels verdwenen ten gevolge van bezuinigingen. Er zijn weinig nieuwe initiatieven te bespeuren en op

internet is zo veel onderlinge concurrentie tussen verschillende aanbieders dat het tot versnippering leidt. De regionale publieke omroep heeft een duidelijke regionale functie opgebouwd, maar kan verlies aan pluriformiteit bij de geschreven media niet compenseren; enerzijds omdat de audiovisuele media een andersoortige bijdrage leveren, anderzijds omdat de financiële middelen ontbreken om verder door te groeien.

Pluriformiteit landelijk

De landelijke kranten handhaven zich, zij het dat de bezuinigingen voelbaar zijn. De pluriformiteit bij radio en televisie is groot en behoeft nauwelijks bijstelling. De landelijke publieke omroep biedt het meest pluriforme aanbod. Van de commerciële zenders bieden RTL 5 en SBS6 de meest pluriforme programmering. Bij de publieke omroep is er naast veel informatie ook aandacht voor achtergronden, godsdienst, levensbeschouwing en educatie. De publieke omroep brengt meer amusement in de vorm van quizzen, cabaret en satire en doet meer aan sport, muziek en kinderprogramma's. De commerciële omroepen brengen veel meer fictie, zoals films en series en besteden meer tijd aan Nederlands drama. De sterkste voorkeur van het publiek gaat uit naar fictie en vervolgens naar informatie. Het marktaandeel van de commerciële omroep neemt jaarlijks iets toe. De programmering van de commerciële omroep is erg afhankelijk van de mogelijkheden voor aanvullende programmafinanciering zoals sponsoring, sms-inkomsten, en concepten van merchandising. Het aantal telewinkelprogramma's is explosief gegroeid. De pluriformiteit op radio is vooral door het aanbod van de publieke omroep groot. Voor een evenwichtig bestel zouden ook de commerciële omroepen een gevarieerder aanbod moeten bieden. Via de frequentieverdeling wordt aangestuurd op een commerciële nieuwszender en een klassieke muziekzender en Nederlandstalige muziek. De pluriformiteit van het radiobestel zal na de frequentieverdeling opnieuw geanalyseerd worden. De bijdrage van internet aan de pluriformiteit van de informatievoorziening is beperkt. Inhoudelijk is het nieuws sterk gekoppeld aan hetgeen dagbladen en omroep al brengen. Veel nieuws is afkomstig van het persbureau ANP. De toegevoegde waarde van internet kan gevonden worden in de toegankelijkheid en de aanbod en gebruiksstructuur en minder in de inhoud.

Aanbevelingen

De voornaamste aanbevelingen van het Commissariaat voor de Media hebben betrekking op de beperking van verdere horizontale concentratie en de stimulering van de pluriformiteit van de regionale en lokale informatie voorziening. Het commissariaat beveelt aan wetgeving op te nemen voor een maximum marktaandeel van dagbladen en commerciële televisie van respectievelijk 33 1/3 en 30%. Het dagbladpercentage is afgeleid van de code die destijds door de uitgevers is opgesteld. Het maximum marktaandeel voor commerciële televisie biedt waarborgen dat er naast de publieke omroep twee verschillende commerciële aanbieders blijven. Wetgeving voor andere soorten media is niet noodzakelijk. Gelet op de ontwikkelingen op internet en de convergentie tussen de media, alsmede de mogelijke inhoudelijke journalistieke meerwaarde die samenwerking tussen media kan opleveren is het commissariaat een voorstander van versoepeling van de cross-ownership beperkingen. Daarbij dient echter net als bij horizontale concentratie een maximum gesteld te worden aan het marktaandeel van het andere medium.(Bijvoorbeeld maximum marktaandeel van eenderde op de dagbladmarkt en maximaal 10% van radio of televisiemarkt)

Om de nieuwsvoorziening op lokaal en regionaal niveau te stimuleren beveelt het commissariaat aan het Bedrijfsfonds voor de Pers ruimere ondersteuningsbevoegdheden te geven. Verdere (fiscale) stimuleringsmaatregelen voor de regionale kranten dienen te worden overwogen. Met name kleinschalige experimenten en uitbouw van internet, waarbij gedacht kan worden aan journalistieke samenwerking tussen av-media en dagbladen op internet kunnen de pluriformiteit op regionaal niveau versterken.

Kerngegevens concentratie mediasector

Dagbladen
Bij de dagbladen bedienen de uitgevers de Telegraaf, PCM en Wegener samen 90 procent van de markt. De positie van de Telegraaf is nog sterker indien de oplage van de gratis dagbladen en het belang in Wegener (23,9%) mede in ogenschouw wordt genomen. Indien voor de marktaandelen de gratis dagbladen en het Financieele Dagblad wordt meegeteld dan komt het marktaandeel van de Telegraaf op 34,1%. Opvallend is verder dat PCM in de stad Rotterdam niet alleen de landelijke, maar ook de regionale dagbladmarkt domineert met 86 respectievelijk 99 procent. Op lokaal niveau zijn wel meerdere uitgevers actief, maar ook hier hebben de grootste dagbladuitgevers de sterkste positie. Het aantal zelfstandige landelijke dagbladtitels bedraagt zeven en het aantal regionale titels bedraagt 21. Verder zijn er nog vier specialistische bladen en twee gratis forensenbladen.

Televisie
De televisiemarkt wordt voor 85% bepaald door de drie grote aanbieders de Publieke omroep, HMG en SBS. Ondanks de verruiming van het aanbod van het aantal zenders op de kabel met commerciële en publieke buitenlandse zenders kijkt het Nederlandse publiek massaal naar de algemene Nederlandse programma's. Het aandeel van de publieke omroep is met 0,9% gedaald ten opzichte van 2001 en komt uit op 37,6%. HMG stabiliseert op 27,4% en SBS is met 1% gestegen tot 19,6%. Het aantal zenders van de drie grote aanbieders bedraagt negen. Het totale landelijke aanbod van televisiezenders komt uit op ca. 80. Gemiddeld worden er per kabelpakket 32 zenders doorgegeven. Het aanbod op lokaal en regionaal niveau bedraagt inclusief kabelkranten 133.

Kabel
De markt van kabeldistributie is voor ruim 85% in handen van de drie aanbieders UPC, Essent en Casema. Even leek het erop dat Casema zou worden overgenomen door het moederbedrijf van UPC, maar mede doordat de NMa een nader onderzoek gelaste heeft UPC hiervan afgezien en is Casema in handen van een Brits concern gekomen.

Radio
De radiosector is matig geconcentreerd. De publieke omroep heeft met 31,1% landelijk en 14,8% regionaal een winst van 0,5% geboekt ten opzichte van 2001. Naast de publieke omroep zijn er nog 15 commerciële radioaanbieders. Het totale aantal radiozenders op landelijk niveau bedraagt 21. Op lokaal en regionaal niveau zijn er nog 347 radiozenders.

Internet
Op internet zijn 28 verschillende aanbieders aangetroffen die algemene informatie bieden. 12 daarvan behoren tot de traditionele aanbieders van geschreven pers en omroep en 16 aanbieders richten zich specifiek op internet. Met elkaar bieden ze 185 websites aan. Van het aantal websites is 36% gekoppeld aan de geschreven media, 32% Persbericht:

Noot voor de redactie,

Commissariaat voor de Media